Plan: | Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0381.BP2009B006001-va01 |
In dit bestemmingsplan wordt de mogelijkheid geboden om ter plaatse van de bestemming 'Gemengd' (planologisch) nieuwe geluidsgevoelige functies te realiseren (woningen en geluidsgevoelige maatschappelijke voorzieningen in de vorm van kinderdagverblijven). Op de locaties die in dit bestemmingsplan de bestemming Gemengd toegewezen hebben gekregen waren bovenwoningen in het vorige bestemmingsplan veelal al toegestaan en zijn deze vaak ook aanwezig. Op de begane grond was lang niet op alle locaties, die in het nieuwe bestemmingsplan de bestemming Gemengd hebben gekregen, een geluidsgevoelige bestemming (woning of geluidsgevoelige maatschappelijke voorziening) op de begane grond toegestaan. Omdat woningen en kinderdagverblijven geluidsgevoelige functies zijn dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd naar die planologisch nieuwe situaties. Voor de ontwikkeling aan de Torenlaan-Prinsenstraat is een afzonderlijke ruimtelijke onderbouwing opgesteld (zie bijlage 14) met een paragraaf wegverkeerslawaai.
Beleid en normstelling
De geluidsbelasting wordt berekend op basis van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012 met de Europese dosismaat Lden (Lday-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Hierin worden de dag-, avond- en nachtperiode meegenomen en zo vertegenwoordigt de Lden-waarde het jaargemiddelde geluidsniveau. In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) bevinden zich langs alle wegen geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km/h-gebieden. Nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen zones van bestaande en nieuwe wegen dienen getoetst te worden aan de normen van de Wgh die gelden voor de betreffende nieuwe situatie.
Binnen het plangebied bevinden zich gezoneerde wegen: Brinklaan, Nieuwstraat, Kerkstraat, Landstraat, Nieuwe Raadhuisstraat, Laarderweg, Olmenlaan en Prinsenstraat. De breedte van een geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (stedelijk of buitenstedelijk). De breedte van de geluidszone van de gezoneerde wegen in het plangebied bedraagt 200 m aan weerszijden van de weg: het betreft wegen met maximaal twee rijstroken die binnenstedelijk zijn gelegen. Buiten het plangebied bevinden zich wegen waarvan de geluidszone over een gedeelte van het plangebied valt. Dit zijn de Generaal de la Reijlaan, Brediusweg, Huizerweg, Ceintuurbaan en de Bussumergrindweg.
Woonerven en 30 km/h-gebieden
De overige wegen in en nabij het plangebied zijn gecategoriseerd als erftoegangsweg met een maximumsnelheid van 30 km/h. Deze wegen zijn derhalve niet-gezoneerd. Hierdoor zou toetsing aan de Wgh achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient echter geconcludeerd te worden dat bij nieuwe ontwikkelingen, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, aannemelijk gemaakt moet worden dat er sprake is van een aanvaardbaar geluidsniveau. Indien dit niet aannemelijk is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevel noodzakelijk, mogelijk en doelmatig zijn. Zodoende dient ook voor nieuwe ontwikkelingen de geluidsbelasting ten gevolge van verkeer op 30 km/h-wegen te worden onderzocht.
Normen
De geluidsbelasting op nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen (waaronder woningen en kinderdagverblijven) mag in principe niet meer bedragen dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Indien de gevelbelasting hoger is dan deze voorkeursgrenswaarde en geluidsreducerende maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard, kan aan het college van burgemeester en wethouders een verzoek worden gedaan tot vaststelling van een hogere waarde.
Het Bouwbesluit stelt eisen aan de geluidwering van de buitengevels van woningen. Voor bestaande bouw is de vereiste binnenwaarde gelijk aan het rechtens verkregen niveau. Echter, het rechtens verkregen niveau van de gebouwen dateert uit de periode dat nog geen eisen werden gesteld aan de binnenwaarde. Voor de binnenwaarde is daarom aangesloten bij de binnenwaarde die geldt voor geluidsaneringstrajecten. Bij geluidsaneringstrajecten worden woningen met een binnenwaarde boven de 43 dB van geluidwerende maatregelen voorzien. Aangezien een standaard gevel een geluidswerend vermogen van 20 dB kent, resulteert een binnenwaarde van 43 dB in een maximale gevelbelasting van 63 dB (excl. correctie art. 110g Wgh, 58 dB incl. correctie art. 110g Wgh). Deze waarde is in dit akoestisch onderzoek gehanteerd als maximale ontheffingswaarde.
Voor niet-gezoneerde wegen wordt bij gebrek aan een wettelijk kader ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt wordt in de Wgh de voorkeursgrenswaarde van 48 dB als richtwaarde gehanteerd en geldt de maximale geluidsbelasting van 63 dB als maximaal aanvaardbare waarde. Indien uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de richtwaarde van 48 dB wordt overschreden, dient onderzocht te worden of maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting mogelijk of doelmatig zijn.
Krachtens artikel 110g van de Wgh mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Voor wegen met een lagere snelheid dan 70 km/h geldt een aftrek van 5 dB. Voor snelheden van 70 km/h en hoger geldt een aftrek van 2 dB. Bij de genoemde geluidsbelastingen in dit onderzoek is deze correctie toegepast.
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Aan de hand van Standaard Rekenmethode II (SRM II) volgens het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012 zijn van de gezoneerde wegen geluidscontouren inzichtelijk gemaakt. Dit is gedaan voor een waarneemhoogte van 1,5 m aangezien de geluidsgevoelige functies wonen en kinderdagverblijf op de begane grond mogelijk worden gemaakt. De berekeningen zijn uitgevoerd voor het prognosejaar 2023. De resultaten hiervan zijn weergegeven op een kaart, zie figuur 4.1. De invoer van de akoestische berekeningen is opgenomen in bijlage 7. De verkeersgegevens zijn opgenomen in bijlage 3.
De informatie over het type wegdekverharding is aangeleverd door de gemeente Bussum. Uit de gegevens bleek dat delen van de Brinklaan en de Nieuwe Raadhuisstraat uitgevoerd zijn in Redufalt. Redufalt is een type geluidsreducerend asfalt waarvan geen wegdekcorrectiefactoren bekend zijn in het nieuwe Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2012. Om toch voor deze wegverharding de geluidsbelasting te berekenen zijn deze wegen in het akoestisch model uitgevoerd in dunne deklagen B en is een correctie toegepast. Deze correctie is gebaseerd op het akoestisch verschil tussen Redufalt en dunne deklagen B op grond van het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006, waarin wel wegdekcorrectiefactoren voor Redufalt zijn opgenomen. Hieruit blijkt dat Redulfalt 2 dB minder geluid reduceert dan dunne deklagen B. Voorts blijkt de geluidsreductie van dunne deklagen B in het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2012 met 1 dB te zijn afgenomen. Voor de geluidscontouren van wegen die uitgevoerd zijn met Redufalt is dus een correctie van +3 dB toegepast ten opzichte van dunne deklagen B. Dit is door middel van groepsreducties verwerkt in de betreffende geluidscontouren.
Resultaten gezoneerde wegen
Voor de gezoneerde wegen zijn de geluidscontouren inzichtelijk gemaakt op een waarneemhoogte van 1,5 m. Per bebouwing met de bestemming "Gemengd" is de hoogste geluidscontour die over de bebouwing ligt opgenomen op de kaart in figuur 4.1. Het betreft alleen de bestemmingsvlakken waar daadwerkelijk nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan. De gedetailleerde contourenplots zijn opgenomen in bijlage 8. Uit de geluidscontourenkaart blijkt dat op verschillende gebouwen de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden. Wanneer uit het maatregelenonderzoek blijkt dat maatregelen niet mogelijk, wenselijk of doelmatig zijn dient een hogere waarde te worden vastgesteld. Tevens wordt op verschillende gebouwen langs de Generaal de la Reijlaan, Brinklaan, Landstraat, Kerkstraat en Laarderweg ook de uiterste grenswaarde van 58 dB overschreden. Ook voor de ontwikkeling aan de Torenlaan/Prinsenstraat is er sprake van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde, te weten 51 dB (bijlage 14). Wanneer de uiterste grenswaarde wordt overschreden is het realiseren van geluidsgevoelige functies niet mogelijk.
Figuur 4.1 Resultaten akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Resultaten niet-gezoneerde wegen
Naast de gezoneerde wegen is de geluidsbelasting van de niet-gezoneerde wegen inzichtelijk gemaakt. Het gaat om de Herenstraat, de Vlietlaan en de Gooibergstraat. Ten gevolge van verkeer op de Herenstraat en de Vlietlaan blijkt de eerste lijnbebouwing de richtwaarde van 48 dB te overschrijden. De maximaal aanvaardbare waarde van 58 dB wordt niet overschreden.
Langs de Gooibergstraat liggen geen kavels met de bestemming "Gemengd". Uit de geluidsberekening blijkt dat de geluidscontouren van deze weg niet over andere kavels met een gemengde doeleinden liggen. Zodoende wordt geconcludeerd dat de richtwaarde van 48 dB niet wordt overschreden.
Maatregelenonderzoek wegverkeerslawaai
De geluidsbelasting op de gevels van de ontwikkelingen kan worden gereduceerd door maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied. Er is een aantal maatregelen aan de bron denkbaar. De eerste mogelijkheid is het beperken van de verkeersomvang, de snelheid of wijziging van de samenstelling van het verkeer. Deze maatregelen zijn alleen mogelijk als de functie van de weg wordt gewijzigd. Dit stuit op overwegende bezwaren van verkeers- en vervoerskundige aard. De 50 km/h-wegen binnen het plangebied behoren tot de hoofdverkeerstructuur van Bussum. Deze functie dient voor een goede goede bereikbaarheid te worden behouden.
Een andere maatregel aan de bron is het toepassen van een geluidsreducerende wegdekverharding, bijvoorbeeld het toepassen van geluidsreducerend asfalt. Op diverse plaatsen binnen het plangebied is reeds het geluidsreducerende wegdektype Redufalt toegepast. Op andere wegvakken is DAB toegepast. Het vervangen van DAB door Redufalt voor de genoemde ontwikkelingen sluit op bezwaren van financiële aard. Maatregelen in het overdrachtsgebied in de vorm van geluidsafschermende voorzieningen (scherm of wal) zijn in een binnenstedelijke omgeving niet in te passen.
Geconcludeerd kan worden dat redelijkerwijs geen maatregelen mogelijk zijn om de geluidsbelasting op de gevel van de ontwikkelingen te reduceren.
Conclusie
Uit de geluidscontouren blijkt dat voor verschillende gezoneerde en niet-gezoneerde wegen de 48 dB waarde wordt overschreden. Tevens wordt op verschillende gebouwen langs de Generaal de la Reijlaan, Brinklaan, Landstraat, Kerkstraat en Laarderweg ook de uiterste grenswaarde van 58 dB (incl. 5 dB aftrek art. 110g Wgh) overschreden. Ook voor de ontwikkeling aan de Torenstraat/Prinsenlaan (bijlage 14) is er sprake van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 51 dB. Maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting zijn niet mogelijk of doelmatig. Voor de bestemmingen waar sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, maar de uiterste grenswaarde van 58 dB niet wordt overschreden, wordt een hogere waarde vastgesteld. Op de bestemmingen waar sprake is van een overschrijding van de uiterste grenswaarde van 58 dB worden geen geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. Voor geluidsgevoelige functies ter plaatse van vier locaties dient een besluit hogere waarde te worden vastgesteld.
Zonering
De Wgh schrijft voor dat bij de ontwikkeling van zogenaamde 'nieuwe situaties' binnen de zone van een gezoneerde spoorlijn voldaan dient te worden aan de eisen en normen van de Wgh ten aanzien van het railverkeerslawaai.
De spoorlijn Hilversum – Bussum – Amsterdam is onderdeel van het hoofdspoor en is wettelijk gezoneerd. De zonebreedte van deze spoorlijn bedraagt 300 m uit de kant van de buitenste spoorstaaf. Een groot deel van het plangebied ligt binnen deze zone.
Normstelling
Indien nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidszone van een spoorweg worden gerealiseerd, dient onderzoek plaats te vinden naar de geluidsbelasting vanwege deze spoorlijn. Voor nieuwe woningen bedraagt de voorkeursgrenswaarde van een spoorlijn 55 dB en voor andere geluidsgevoelige gebouwen zoals een kinderdagverblijf bedraagt de voorkeursgrenswaarden 53 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Daarbij geldt, net zoals voor wegverkeerslawaai, dat de binnenwaarde maximaal 43 dB bedraagt. Aangezien een standaard gevel over het algemeen een geluidwering van ongeveer 20 dB kent, wordt als uiterste grenswaarde 63 dB aangehouden. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting op de grens van de woningen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.
Gegevens railverkeer
De gegevens van de spoorlijn Hilversum – Bussum – Amsterdam zijn ontleend aan het geluidregister, zoals bedoeld in de Regeling geluid milieubeheer. In het geluidregister zijn gegevens opgenomen omtrent de intensiteiten per spoorcategorie, baanvaksnelheid, de ligging van de bronregisterlijnen, het type bovenbouwconstructie, afschermende objecten, zoals geluidsschermen, wissels en de plafondcorrectiewaarde. Op grond van de x-, y- en z-coördinaten van de bronregisterlijnen uit het geluidregister, is de eventuele hoogteligging van de spoorweg in het overdrachtsmodel opgenomen.
Alle invoergegevens zoals hierboven bedoeld zijn te raadplegen op het elektronisch raadpleegbare geluidregister: http://www.geluidspoor.nl/geluidregisterspoor.html.
Langs het spoor worden in de nabije toekomst geluidschermen gerealiseerd. De schermen waarvan vormgeving en plaatsing zeker is, worden betrokken in dit akoestisch onderzoek. De schermen zijn allen van het type kokosvezel en hebben daarom een geluidsabsorberend karakter. De karakteristieken van de schermen zijn afkomstig uit het onderzoek Akoestisch onderzoek railsanering Bussum van DGMR, van 22 augustus 2012.
Berekeningsresultaten railverkeerslawaai
Het onderzoek naar railverkeerslawaai is uitgevoerd door middel van de Standaard Rekenmethode II (SRM II). Aangezien geluidsgevoelige functies door voorliggend bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt op de begane grond van de bestemming "Gemengd" zijn de geluidscontouren inzichtelijk gemaakt voor een waarneemhoogte van 1,5 m. De invoergegevens zijn opgenomen in bijlage 7. De berekeningen zijn uitgevoerd en opgenomen op de contourenkaart in figuur 4.2 en bijlage 8. Op deze kaart staat per bebouwing de hoogste geluidscontour die over de bebouwing ligt weergegeven.
Uit de contourenkaart blijkt dat op de geen enkel bouwvlak met de bestemming "Gemengd" sprake is van overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 55 dB.
Figuur 4.2 Resultaten akoestisch onderzoek railverkeerslawaai
Conclusie
Er is op de relevante bouwvlakken geen sprake van overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 55 dB. Dit geldt ook voor de ontwikkeling aan de Torenlaan/Prinsenstraat. Ten aanzien van railverkeerslawaai zijn geen nadere verdere procedures vereist.