direct naar inhoud van 3.6 Analyse van de deelgebieden
Plan: Villagebieden 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0376.BPVillageb2013-1144

3.6 Analyse van de deelgebieden

De villagebieden van Blaricum maken deel uit van het omvangrijke villagebied dat zich uitstrekt over een groot deel van het Gooi. Binnen de villagebieden van Blaricum kunnen verschillende deelgebieden onderscheiden worden. De ligging van de deelgebieden is weergegeven in figuur 3.5. De deelgebieden vertonen in ruimtelijke opzet sterke overeenkomsten. Naast deze overeenkomsten, hebben de deelgebieden echter ook eigen onderscheidende kenmerken ten aanzien van de situering, ondergrond en opbouw.

afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BPVillageb2013-1144_0007.jpg"

Het ligt voor de hand dat het karakter van een gebied medebepalend is voor de mogelijke ontwikkelingen in het gebied. De gebieden worden van elkaar gescheiden door de infrastructuur en door de verkavelingpatronen. De bebouwing in het noordwestelijk deelgebied bestaat voornamelijk uit woningen met kavels behorend tot de ruimste van de villagebieden en grenst aan de twee heidegebieden.

Het villagebied wordt ten zuiden en ten oosten omgeven door het tweede deelgebied. Dit tweede deelgebied wordt gevormd door de lintbebouwing aan de Huizerweg en de woningen gesitueerd tussen de Torenlaan en de Bussummerweg/Naarderweg. Ten zuiden van de Torenlaan en de Vliegweg, grenzend aan de westelijke plangrens en de Eemnesserweg, ligt het derde deelgebied. Dit deelgebied is gesitueerd rondom natuurreservaat Mauvezand. Ten zuiden van de Eemnesserweg ligt het meest zuidelijk gesitueerde deelgebied dat zich kenmerkt door een hogere dichtheid. Tot slot is het los van de overige deelgebieden gelegen gebied Crailo te onderkennen.

In het plangebied is wonen de voornaamste functie. Naast het wonen komen er verspreid over het plangebied enkele aanwezige andere functies voor. Hierbij betreft het onder andere het gemeentehuis, een autohandel en enkele agrarische percelen. Op de verschillende functies wordt in hoofdstuk 4 ingegaan.

Samengevat worden de volgende deelgebieden onderscheiden:

  • noordwestelijk deelgebied;
  • middengebied inclusief bebouwing rondom de Huizerweg;
  • deelgebied rondom Mauvezand;
  • zuidelijk deelgebied;
  • Crailo.

1. Noordwestelijk deelgebied

Het noordwestelijk deelgebied grenst aan de westzijde aan het natuurreservaat de Tafelbergheide en heidegebied de Blaricummerheide. Aan de noordzijde grenst het deelgebied aan de Blaricumse Eng. Het deelgebied is gesitueerd op een stuwwal en ligt daardoor ruim 25 m boven NAP. Het is daarmee het hoogst gelegen deel binnen het plangebied en binnen de gemeente. De woningen binnen het gebied vormen uitlopers van de lintbebouwing van verschillende ontsluitingsroutes, zoals de Naarderweg. De gebouwen staan op wisselende afstand van de wegen en paden en hebben vaak een ruime onderlinge afstand. Het gehele deelgebied is zeer bosrijk. Vrij veel woningen hebben een eenvoudige opbouw, bestaande uit één tot twee bouwlagen met een kap. Rieten kappen met een golvende noklijn en dakvoet komen daarbij regelmatig voor. Het gebied heeft een zeer groen en bosrijk karakter door de groene kavels en bermen, de erfafscheidingen van hagen, struiken en bomen en door het aanwezige hoogteverschil.

Verspreid in dit deelgebied, maar ook in de rest van het plangebied, worden regelmatig woningen gebouwd of verbouwd met ondergrondse ruimte(n), zoals een kelder, garages en zwembaden en dergelijke, die van buitenaf via een vaak ruime toegang bereikbaar zijn. In veel gevallen wordt bij de toegang een veel groter deel dan alleen de toegang zelf verhard, ten behoeve van een terras. Dit om de gebruikswaarde te vergroten. Het over grote breedte afgraven van het terrein is in feite maaiveldverlaging en deze manier van ondergronds bouwen kan ertoe leiden dat een extra 'bovengrondse' bouwlaag aan de woning wordt toegevoegd. Dit kan leiden tot aantasting van de landschappelijke kwaliteiten en de kwaliteit van de openbare ruimte. Deze vorm van maaiveldverlaging en ondergronds bouwen vraagt om bijzondere aandacht. Toegangen aan de achterzijde van hoofdgebouwen (niet zichtbaar vanaf de openbare weg) worden mogelijk gemaakt. Toegangen aan de zij- en voorkant zijn in beginsel niet toegestaan.

Op kavels waar ruimte is voor een zwembad voor eigen gebruik, worden deze steeds vaker aangelegd. Dit gebeurt vrijwel alleen wanneer er sprake is van voldoende privacy. Hierdoor vindt vrijwel geen aantasting plaats van het openbare gebied.

In verband met eventuele overlast voor omwonenden, dienen (buiten)zwembaden op minimaal 10 m uit de perceelsgrens te liggen. Met een ontheffing kan deze afstand verkleind worden tot 7 m voor percelen die minder dan 25 m breed zijn.

Beleid voor dit gebied

  • Behoud van ruime kavels, door middel van het tegengaan van verdere verdichting.
  • Behoud van afstanden tot zijdelingse perceelsgrenzen.
  • Behoud en bescherming van het groene karakter.
  • Behoud en bescherming groene tussenruimten tussen de bebouwing.
  • Behoud en bescherming van de hoogteverschillen.
  • Maaiveldverlaging en ondergronds bouwen vragen om bijzondere aandacht. Toegangen aan de achterzijden van hoofdgebouwen (niet zichtbaar vanaf de openbare weg) worden mogelijk gemaakt. Toegangen aan de zij- en voorkant zijn in beginsel niet toegestaan.
  • Als gevolg van de karakteristiek van dit deelgebied, dat gekenmerkt wordt door de ruime kavels en het karakter van een dorpsrand als gevolg van de uitlopers van lintbebouwing, worden er geen mogelijkheden gezien om meergezinswoningen te realiseren.

2. Middengebied inclusief bebouwing rondom Huizerweg

Dit deelgebied is voornamelijk gesitueerd tussen de Naarderweg en de Torenlaan. Ten noorden en ten oosten van dit deelgebied vormt de Blaricummer Eng een groene zone tussen Huizen en Blaricum. Aan de noordzijde grenzen de kavels aan de lintbebouwing van Huizerhoogt, een kleine kern tussen Huizen en Blaricum dat hoort bij de gemeente Huizen.

De oorspronkelijke uitvalswegen met lintbebouwing liggen vrijwel parallel aan de in het landschap aanwezige hoogtelijnen. Tussen de wegen met de aanwezige lintbebouwing is in de loop der tijd het gebied ingevuld met villa-achtige bebouwing.

De aanwezige hoogteverschillen in het gebied worden voornamelijk ervaren op de wegen tussen de uitvalswegen die het plangebied doorkruisen.

Deze kleinere wegen overbruggen de hoogteverschillen in het plangebied. Voorbeelden van wegen die onder een helling zijn gesitueerd zijn het eerdergenoemde Kooltjespad en de Holleweg.

De beleving van dit hoogteverschil is een meerwaarde voor de ruimtelijke kwaliteit van dit deelgebied. Behalve woningen zijn er in dit deelgebied ook stukken bos en percelen in gebruik door de agrarische sector. Deze kleinschalige agrarische percelen zijn van cultuurhistorische waarde voor het gebied. In vergelijking met het noordwestelijk gelegen deelgebied, heeft dit deelgebied kleinere kavels en een hogere bebouwingsdichtheid. Onderdeel van dit deelgebied is tevens de bebouwing aan de Huizerweg, inclusief enkele zijwegen. Aan de Huizerweg zijn naast vrijstaande woningen ook twee-onder-een-kapwoningen en enkele geschakelde woningen gesitueerd. De sfeer en opzet van de Huizerweg met kruisende wegen is vergelijkbaar met het gebied tussen de Torenlaan en de Naarderweg. De kavels in dit deel zijn echter iets minder ruim. Dit is echter inherent aan de woningtypes op deze kavels en situering als lintbebouwing.

Beleid voor dit gebied

  • Behoud van het groene karakter dat wordt gevormd door de Blaricummer Eng en de bos- en agrarische percelen.
  • Behoud van de verscheidenheid in woningtypen (vrijstaand, geschakeld, twee-aaneen).
  • Behoud van de hoogteverschillen.
  • Behoud van doorzichten of groene tussenruimten tussen de bebouwing.
  • Maaiveldverlaging en ondergronds bouwen vraagt om bijzondere aandacht. Toegangen aan de achterzijden van hoofdgebouwen (niet zichtbaar vanaf de openbare weg) worden mogelijk gemaakt. Toegangen aan de zij- en voorkant zijn in beginsel niet toegestaan.
  • Het bouwen van meergezinswoningen in dit deelgebied is in beginsel mogelijk mits de natuurwaarden en de groene karakteristiek van het deelgebied niet worden aangetast.

3. Deelgebied rondom Mauvezand

Dit deelgebied is gesitueerd rondom het Goois natuurreservaat Mauvezand. Het deelgebied ligt ten zuiden van de Torenlaan en de Vliegweg en ligt lager dan de aangrenzende noordelijke deelgebieden. Dit deelgebied vormt het overgangsgebied tussen de hoger gelegen bosrijke heidegebieden aan de noordwestzijde en de lager gelegen agrarische gebieden ten zuidoosten van het deelgebied. Het natuurreservaat is een klein duin- en bosgebied, omsloten door paden en kavels. Behalve het kleine natuurreservaat, zijn er in het gebied ook enkele kleinschalige agrarische percelen aanwezig. De kavels in het deelgebied variëren in grootte en in situering en zijn niet allemaal gesitueerd aan wegen. Enkele percelen bevinden zich achter de kavels aan de wegen, waardoor een vrij ongestructureerd kavelpatroon is ontstaan. Verschillende wegen in het deelgebied bestaan uit onverharde paden. Deze variatie in wegen, verkaveling, functies (agrarisch en recreatief) en de situering van het natuurreservaat Mauvezand, zorgen voor een afwisselend beeld in het deelgebied. Dit past bij het karakter van het overgangsgebied van de hoger gelegen stuwwal en de lager gelegen weilanden.

Beleid voor dit gebied

  • Behoud van zowel het groene, dichtbeboste karakter van de openbare ruimte als van de particuliere kavels.
  • Behoud en bescherming van natuurreservaat Mauvezand.
  • Behoud van doorzichten of groene tussenruimten tussen de bebouwing.
  • Maaiveldverlaging en ondergronds bouwen vraagt om bijzondere aandacht. Toegangen aan de achterzijden van hoofdgebouwen (niet zichtbaar vanaf de openbare weg) worden mogelijk gemaakt. Toegangen aan de zij- en voorkant zijn in beginsel niet toegestaan.
  • Gelet op de natuurwaarden in dit deelgebied, worden er geen mogelijkheden gezien voor meergezinswoningen.

4. Zuidelijk deelgebied

Het meest zuidelijk gelegen deelgebied is een relatief klein deelgebied en bevindt zich in de punt van het plangebied. Aan de zuidzijde wordt het deelgebied begrensd door de gemeentegrens van Laren. Aan de oostgrens vormt de Gooyergracht de plangrens en aan de noordzijde grenst deze aan het landelijk gebied van Blaricum. Aan de westzijde vormt de Eemnesserweg de begrenzing met het aangrenzende deelgebied rondom Mauvezand. Dit deelgebied maakte in het verleden deel uit van het landelijk gebied en is in de loop der tijd verkaveld naar een woongebied. Plaatselijk zijn nog steeds doorzichten en zichtlijnen mogelijk tot aan de A27. Door deze aanwezige openheid in het gebied is het agrarische verleden nog immer herkenbaar. Het is een halfopen gebied, waardoor het deelgebied het karakter heeft van een dorpsrand. Het deelgebied vormt de overgang naar de open en vlakke polders van de Eemvallei. In het deelgebied is wonen de voornaamste functie.

Beleid voor dit gebied

  • Behoud van de agrarische functie ten oosten van de Schapendrift ten behoeve van het halfopen karakter van de dorpsrand.
  • Behoud van de aanwezige doorzichten en groene tussenruimten tussen de woningen.
  • Maaiveldverlaging en ondergronds bouwen vraagt om bijzondere aandacht. Toegangen aan de achterzijden van hoofdgebouwen (niet zichtbaar vanaf de openbare weg) worden mogelijk gemaakt. Toegangen aan de zij- en voorkant zijn in beginsel niet toegestaan.
  • Behoud en bescherming van natuurreservaat Mauvezand.
  • Vanwege de karakteristiek van dit deelgebied dat gekenmerkt wordt door halfopen gebied met het karakter van een dorpsrand, worden ter plaatse geen mogelijkheden gezien voor de bouw van meergezinswoningen.

5. Crailo

Afzonderlijk van de rest van het plangebied ligt het deelgebied Crailo. Dit deelgebied is in het meest westelijke gedeelte van de gemeente gesitueerd, enigszins los van andere bebouwing in Blaricum. Het deelgebied is omgrensd door de Blaricummerheide aan de noordzijde, de kadastrale begrenzing van percelen aan de Prins Hendriklaan aan de oostzijde, de rijksweg A1 aan de zuidzijde en de provinciale weg N527 aan de westzijde. Met de aansluiting van het deelgebied op de aangrenzende Blaricummerheide dient zorgvuldig te worden omgegaan.

Het deelgebied wordt ontsloten via de Prins Hendriklaan en is ruim van opzet. De Prins Hendriklaan is één van de toegangswegen van Blaricum en dit is ook te zien in het profiel van de weg: de weg heeft het uiterlijk van een groene laan. Aan één zijde van de weg ligt een vrijliggend fietspad. In het deelgebied is een licht reliëf aanwezig, dat zeer waardevol is voor de beleving van het gebied.

Er zijn vrijwel uitsluitend vrijstaande woningen gesitueerd op ruime kavels met een groot oppervlak. Ook een onderkomen voor gasten en garages zijn veelal aanwezig op de kavels. Het gehele woongebied heeft een groen karakter door een combinatie van openbaar groen en het groen op de woonkavels. Hierdoor is een groot deel van de woningen verscholen achter het 'groen' en ligt uit het zicht vanaf de openbare weg.

Beleid voor dit gebied

  • Behoud en bescherming van zowel het groene, dichtbeboste karakter van de openbare ruimte als van de particuliere gronden in het deelgebied.
  • Behoud van het in het deelgebied licht aanwezige hoogteverschil.
  • Behoud van een zorgvuldige aansluiting op natuurgebied de Blaricummerheide.
  • Het bouwen van meergezinswoningen in dit deelgebied is in beginsel mogelijk, mits de natuurwaarden en de groene karakteristiek van het deelgebied niet wordt aangetast.