Plan: | Bestemmingsplan Graft en De Rijp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0365.BpGrRikernen2011-VA01 |
Het bestemmingsplan Graft en De Rijp van de gemeente Graft-De Rijp is ingedeeld in een aantal bestemmingen. Binnen deze bestemmingen is de systematiek gehanteerd, die is voorgeschreven door de SVBP2008. Concreet betekend dit dat elke bestemming is opgebouwd uit een aantal leden, waarvan de volgorde en de benaming zijn voorgeschreven door de SVBP2008. Aan de hand van de gehanteerde werkwijze binnen de diverse bestemmingen die zijn opgenomen in de regels, wordt kort besproken hoe de regels kunnen worden toegepast.
Bestemmingsomschrijving
Elke bestemming begint met een bestemmingsomschrijving waarin is weergegeven wat er binnen de bestemming is toegestaan. In dit bestemmingsplan is ervoor gekozen om aan de hand van voorkomende functies vast te stellen wat de aard van de bestemmingsomschrijving is. De bestemmingsomschrijving richt zich op het gebruik van gronden voor een bepaald doel en schept tevens het kader voor de bestemming met de bijbehorende regels. Het maakt duidelijk wat er op de gronden binnen de bestemming is toegestaan en begrenst daarmee het gebruik van de gronden.
Bouwregels
De bouwregels zijn opgesteld voor bouwwerken die binnen een bestemming zijn toegestaan. Per bestemming is aangegeven welke soorten bouwwerken zijn toegestaan. De bouwregels zijn verdeeld naar soort bouwwerken. Het uitgangspunt van de bouwregels is dat de bouwwerken worden gestuurd ten aanzien van de plaatsing op het bouwperceel. De bouwregels geven tevens sturing aan de maatvoering van de toegestane bouwwerken. In de bouwregels zijn maximummaten aangegeven, uitgesplitst in goothoogte en bouwhoogte of een andere duiding die de maatvoering van een bouwwerk bepaald.
Nadere eisen
In bijna alle bestemmingen zijn nadere eisen opgenomen. Nadere eisen bieden de mogelijkheid om sturing te geven aan de plaats en de omvang van bouwwerken. Door in de regels een aantal voorwaarden op te nemen waaraan kan worden getoetst, kunnen nadere eisen de mogelijkheid bieden om tot een goede afstemming te komen met de omgeving. Het is een extra instrument dat het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid geeft om in een concreet geval meer sturing aan de plaats en omvang van bouwwerken te geven dan in eerste instantie door de regels mogelijk is gemaakt. Er vindt een inperking plaats van datgene wat in de bestemmingsregels mogelijk is. Door het opnemen van objectieve voorwaarden waaraan moet worden getoetst, bieden de regels voldoende rechtszekerheid voor degene aan wie de nadere eisen worden opgelegd. Door het opnemen van nadere eisen kunnen de bij de bestemmingsregels gegeven rechten legitiem worden ingeperkt, waarbij de in de nadere eisen opgenomen objectieve voorwaarden voldoende rechtszekerheid bieden. Het college moet de inperking voldoende motiveren. Bovendien dient een eventuele onevenredige aantasting van het landschaps- en bebouwingsbeeld te worden getoetst aan het Beeldkwaliteitsplan van de gemeente Graft-De Rijp. Ook moet rekening worden gehouden met de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht. Binnen het beschermd dorpsgezicht zal advies moeten worden gevraagd van de gemeentelijke monumentencommissie.
Afwijking van de bouwregels
In veel bestemmingen is een bepaling opgenomen die het mogelijk maakt om bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels. Het betreft een in het plan opgenomen afwijkingsmogelijkheid, wat betekent dat het slechts een afwijking van geringe omvang mag zijn. De afwijking van de bouwregels ziet op de maten die zijn opgenomen in de bouwregels dan wel op hetgeen verboden is te bouwen. Het bevoegd gezag kan van de afwijkingsmogelijkheid gebruikmaken. In een enkel geval is er een voorwaarde aan een afwijkingsmogelijkheid verbonden ter bescherming van die belangen die in de bouwregels hebben geleid tot bijvoorbeeld een bouwverbod. Ook zijn er ten aanzien van het afwijken bij een omgevingsvergunning een aantal criteria opgenomen, waaraan de te verlenen omgevingsvergunning moet worden getoetst. Deze criteria sluiten aan op de objectieve voorwaarden zoals die zijn opgenomen in het onderdeel nadere eisen. De criteria waaraan de omgevingsvergunning moet voldoen zijn opgenomen in een aparte bepaling. Het besluit tot afwijking bij een omgevingsvergunning kan niet worden verleend als er niet is voldaan aan het gestelde in de betreffende bepaling. Dit betekent dat het verlenen van afwijkingsmogelijkheid is gekoppeld aan een aantal voorwaarden, waaraan eerst moet zijn voldaan voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend.
Specifieke gebruiksregels
In iedere bestemming is een bepaling opgenomen die bepaald gebruik van gronden en gebouwen verbiedt. Het algemene gebruiksverbod, dat inhoudt dat er sprake is van strijdigheid met de bestemmingsomschrijving, is opgenomen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.1, lid 1 onder c. Iedere bestemming bevat een op die bestemming afgestemd aantal specifieke genoemde gebruiksverboden. Om onduidelijkheden te voorkomen is er een zo volledig mogelijke wijze van het woord 'gebruiken' opgenomen. Onder gebruiken wordt tevens verstaan: 'laten gebruiken' of 'in gebruik geven'. In deze bepaling is aangegeven wat in ieder geval onder strijdig gebruik moet worden verstaan. Dit houdt in dat het niet een volledige opsomming is. Ook ander gebruik, dat van de bestemmingsomschrijving afwijkt, moet als strijdig gebruik worden getypeerd. De bepaling beperkt zich uitdrukkelijk tot dat gebruik dat in ieder geval strijdig is.
Afwijken van de gebruiksregels
Het past in de systematiek van het plan om de mogelijkheid in de regels op te nemen voor het afwijken bij een omgevingsvergunning van de gebruiksregels. In deze bepaling is een koppeling gemaakt met de bestemmingsomschrijving, zodat van de bestemmingsomschrijving en van de specifieke gebruiksbepaling bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken. In de bestemmingsregels is een aantal situaties opgenomen waarin er sprake kan zijn van een afwijkingsmogelijkheid van de gebruiksregels. In aansluiting op de gekozen systematiek bij de afwijkingsmogelijkheden van de bouwregels is er ook in deze bepaling een koppeling gemaakt met voorwaarden waaraan de aanvraag tot afwijken van de gebruiksregels moet worden getoetst. Ook bij afwijken van de gebruiksregels geldt dat het besluit tot afwijking niet kan worden verleend als er niet is voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in een aparte bepaling. Dit betekent dat de afwijkingsmogelijkheid is gekoppeld aan een aantal voorwaarden, waaraan eerst moet zijn voldaan voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend. Bovendien moet er zijn voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de specifieke gevallen wanneer bij een omgevingsvergunning van de gebruiksregels kan worden afgeweken.
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
In de dubbelbestemmingen die de archeologische waarden in het gebied beschermen is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden richt zich op werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden. In de omgevingsvergunning zijn een aantal concrete werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden opgenomen. Er wordt bijvoorbeeld onder verstaan het aanleggen van voet- en fietspaden, het opsporen of winnen van delfstoffen, maar ook het dempen van aanwezige waterlopen. De concrete inhoud van de omgevingsvergunning is afgestemd op de betreffende bestemming. De omgevingsvergunning is opgenomen ter bescherming van het landschapsbeeld. De onevenredige aantasting van het landschapsbeeld is dan ook het criterium waaraan moet worden getoetst. Er hoeft geen omgevingsvergunning te worden aangevraagd voor werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die behoren tot het normale onderhoud, gebruik of beheer.
Omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken
De omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken is opgenomen ter waarborging van het beschermde dorpsgezicht. In het bestemmingsplan is expliciet opgenomen dat het verboden is bouwwerken te slopen zonder omgevingsvergunning. Het omgevingsvergunningstelsel is zo opgebouwd dat de toetsingscriteria, aan de hand waarvan moet worden beoordeeld of een omgevingsvergunning kan worden verleend, in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Als extra waarborg zal in het geval van verlening van een omgevingsvergunning eerst de gemeentelijke monumentencommissie om advies moeten worden gevraagd.
Wijzigingsbevoegdheid
Het opnemen van wijzigingsbevoegdheden in het plan is gebaseerd op de Wet ruimtelijke ordening. In elke bestemming is de afweging gemaakt welke wijzigingsbevoegdheden passend zijn voor de betreffende bestemming. Aan elke wijzigingsbevoegdheid die in een bestemming is opgenomen zijn voorwaarden verbonden waaraan moet zijn voldaan. Ook bij de wijzigingsbevoegdheden is de koppeling gelegd met de voorwaarden zoals die worden toegepast bij afwijkingsmogelijkheden. Deze voorwaarden zijn opgenomen in een aparte bepaling. De te volgen procedure bij de uitoefening van een wijzigingsbevoegdheid is in de Wro vastgelegd. Ten behoeve van de uitoefeningen van een wijzigingsbevoegdheid wordt een wijzigingsplan opgesteld. In dit wijzigingsplan wordt weergegeven hoe de voorwaarden waaraan de wijziging moet voldoen zijn toegepast.
Specifieke procedureregels
Als er in een bestemming een afwijkings- en/of een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen dan is deze bepaling van toepassing. De bepaling somt criteria op waaraan moet zijn voldaan voor het besluit tot afwijken bij een omgevingsvergunning of wijziging wordt verleend. De regels sluiten aan op het gestelde in de bepaling die ingaat op de nadere eisen. Er dient een afweging te worden gemaakt of er in het geval van toepassing van de bevoegdheid sprake is van onevenredige aantasting van de opgenomen criteria. De afweging die is opgenomen in de specifieke procedureregels moet worden toegepast.
De te volgen procedure bij het uitoefenen van een afwijkingsmogelijkheid is beschreven in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Dit geldt ook voor de overige mogelijkheden voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. De te volgen procedure bij een nadere eis is niet door een wettelijk voorschrift voorgeschreven. Daarom is in de specifieke procedureregels een procedurebepaling voor de voorbereiding tot het opleggen van een nadere eis opgenomen.
Iedere bestemming is op gelijke wijze opgebouwd. De inhoud van elke bestemming is afgestemd op de betreffende bestemming. In het voorgaande is toegelicht hoe de opgenomen bepalingen in de bestemmingsregels kunnen worden toegepast in het concrete geval.
De in het bestemmingsplan opgenomen afwijkingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden geven geen directe rechten aan belanghebbenden. Het zijn bevoegdheden die kunnen worden uitgeoefend door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag heeft geen verplichting om op een verzoek tot afwijking van de bouwregels/gebruiksregels of wijziging positief te besluiten, omdat het een bevoegdheid is die door het bevoegd gezag wordt uitgeoefend. Het bevoegd gezag dient zijn besluiten wel te motiveren.
Algemene regels
In het bestemmingsplan is een aantal algemene regels opgenomen. Deze algemene regels gelden voor elke bestemming die is opgenomen in het bestemmingsplan. De algemene procedureregels hebben bijvoorbeeld betrekking op de nadere eisen die in het plan zijn opgenomen.
Mantelzorg bij woningen
Mantelzorg is mogelijk bij woningen. Onder woningen wordt ook bedrijfswoning en dienstwoning verstaan. In iedere bestemming waar een woning is toegestaan, kan bij afwijkingsmogelijkheid mantelzorg worden gerealiseerd. Uitgangspunt is dat mantelzorg niet bij recht is toegestaan. In het artikel 'Algemene afwijkingsmogelijkheden' is de afwijkingsmogelijkheid voor mantelzorg opgenomen, verwijzend naar de vastgestelde beleidsnotitie.
Overgangsrecht
De formulering van het overgangsrecht is opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening. Het Bro schrijft het gebruik van de formulering dwingend voor. De tekst is dan ook overgenomen uit het Bro.
Begrip bestaand
In de regels wordt veelvuldig verwezen naar de bestaande situatie. Voor bouwwerken is dat de vergunde situatie op het moment van inwerkingtreding van dit plan. De bestaande vergunde situatie kan door de gemeente worden bepaald uit de gedane inventarisatie en uit gevel- en luchtfoto's vanwaar op schaal de bouwwerken kunnen worden herleid. Daarnaast hanteert de gemeente het bouwvergunningenarchief, waarin alle perceelsgewijze bouwvergunningen zijn opgeslagen. Vanuit die gegevens kunnen de afmetingen van bouwwerken worden bepaald. Ook de WOZ legt jaarlijks de perceelsgegevens vast. Tot slot is er nog het archief van de milieugegevens. Deze hele optelsom aan gegevens biedt een volledige en rechtszekere garantie om op een juiste wijze invulling te geven aan het begrip 'bestaand'.