Plan: | Bestemmingsplan Graft en De Rijp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0365.BpGrRikernen2011-VA01 |
Structuurvisie Noord-Holland 2040 - Kwaliteit door veelzijdigheid
Op 22 juni 2010 is door Provinciale Staten van Noord-Holland de structuurvisie Noord-Holland 2040 'Kwaliteit door veelzijdigheid' vastgesteld. Op 3 november 2010 is deze in werking getreden. In de structuurvisie geeft de provincie aan welke provinciale belangen een rol spelen bij de ruimtelijke ordening in Noord-Holland. Daarmee is het een leidraad voor de manier waarop de ruimte in Noord-Holland de komende dertig jaar zou moeten worden ontwikkeld. In het bijbehorende uitvoeringsprogramma is dit uitgewerkt in concrete activiteiten om de visie te realiseren en via de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie is de doorwerking naar gemeentelijke bestemmingsplannen geregeld.
Uitgangspunt voor 2040 is 'kwaliteit door veelzijdigheid'. Noord-Holland moet aantrekkelijk blijven in wat het is: een diverse, internationaal concurrerende regio, in contact met het water en uitgaande van de kracht van het landschap. Gelet op voorgaande doelstelling heeft de provincie een aantal provinciale belangen aangewezen. De drie hoofdbelangen vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie (zie figuur 3.2).
Figuur 3.2 Hoofddoelstelling ruimtelijk beleid (Bron: provincie Noord-Holland)
De structuurvisie is uitsluitend bindend voor de provincie zelf en niet voor gemeenten en burgers. Om de provinciale belangen, die in de structuurvisie zijn gedefinieerd, door te laten werken, heeft de provincie de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie opgesteld. Hierin wordt een aantal algemene regels vastgesteld omtrent de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen over onderwerpen in zowel het landelijk als het bestaand bebouwd gebied van Noord-Holland waar een provinciaal belang mee gemoeid is.
Figuur 3.3 Uitsnede structuurvisiekaart Noord-Holland
Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie
In de Provinciale Ruimtelijke Verordening is de doorwerking van de Structuurvisie Noord-Holland 2040 in bestemmingsplannen nader uitgewerkt. Deze verordening is gelijktijdig met de structuurvisie vastgesteld en in werking getreden. In de verordening zijn verschillende regels opgenomen. Er zijn regels voor zowel het bestaand bebouwd gebied als het landelijk gebied, regels voor uitsluitend het bestaand bebouwd gebied en regels voor uitsluitend het landelijk gebied. Op verschillende regels die van belang zijn voor het plangebied wordt in het navolgende ingegaan.
Bestaand bebouwd gebied
Nieuwe ontwikkelingen, zoals woningbouw, aanleg van bedrijventerrein of kantoren, dienen plaats te vinden binnen het bestaand bebouwd gebied. Vrijwel het gehele plangebied maakt deel uit van het bestaand bebouwd gebied (met uitzondering van een klein gedeelte in het noordoosten van het plangebied). Nieuwe ontwikkelingen worden hier echter niet voorzien.
Figuur 3.4 Bestaand bebouwd gebied (roze) en aardkundig waardevolle gebieden (oranje)
Aardkundig waardevol gebied
In de provincie Noord-Holland zijn verschillende aardkundige monumenten en aardkundige waardevolle gebieden. Deze aardkundig waardevolle gebieden zijn niet expliciet beschermd, zoals de aardkundige monumenten dat middels de Provinciale Milieuverordening wel zijn. De provincie vraagt daarom aan de gemeenten de aardkundig waardevolle gebieden te beschermen door middel van het bestemmingsplan. Ook in de gemeente Graft-De Rijp komen aardkundig waardevolle gebieden voor. De begrenzing hiervan loopt tot aan het bebouwingslint van De Rijp. Het noordelijke deel van De Rijp bevindt zich ook geheel in het aardkundig waardevol gebied. Het voorliggende bestemmingsplan legt de bestaande situatie vast. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen voorzien die schade zouden kunnen toebrengen aan het aardkundig waardevolle gebied.
Nationaal landschap Laag Holland
De streekplanherziening Nationaal Landschap Laag Holland heeft als aanleiding de aanwijzing van het Nationaal Landschap in de Nota ruimte. In de herziening wordt het gebied begrensd, worden kernkwaliteiten van het gebied beschreven en worden ruimtelijke doelstellingen geformuleerd. Met de provinciale uitwerking voor het Nationaal Landschap is tevens het regionaal beleid, dat is vastgelegd in Nationaal Landschap Laag Holland, op dit onderwerp niet meer het maatgevende beleid.
Als kernkwaliteiten worden in de streekplanherziening geformuleerd:
Vanuit deze kernkwaliteiten worden de ruimtelijke doelstellingen geformuleerd:
In aanvulling op het vastgelegde streekplan is beleid geformuleerd ten aanzien van wonen, grootschalige functies en het Beeldkwaliteitsplan. De provincie gaat in het Nationaal Landschap uit van een migratiesaldo nul. Voor de regio 'overig Laag Holland' waar Graft-De Rijp een onderdeel van is, is de mogelijkheid opgenomen om 2.700 woningen te realiseren. Grootschalige functies zijn in beginsel niet toegestaan. Indien het projecten van nationaal belang betreft kan hier, mits compensatie plaatsvindt, van worden afgeweken.
Leidraad Landschap en Cultuurhistorie
Vanwege de grote variëteit aan landschappen, dorpen en de bijbehorende cultuurhistorie is Noord-Holland een uniek gebied. De provincie heeft de ambitie de kwaliteit en diversiteit van dit landschap in de hedendaagse stroom van ontwikkelingen te behouden. De Leidraad Landschap en Cultuurhistorie is een aanvulling op de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie en helpt bij het opstellen van ruimtelijke plannen, onder andere doordat dit document door de provincie te gebruiken is bij ontheffingsaanvragen. Feitelijk wijst de Leidraad de kernkwaliteiten van het landschap en cultuurhistorie met een provinciaal belang aan. In geval van nieuwe ontwikkelingen zoals woningbouw of bedrijfsontwikkeling dient rekening te worden gehouden met deze kernkwaliteiten.
De kern Graft-De Rijp wordt in het document aangeduid als nederzetting in een veenpolderlandschap (ontginningsdorp). Voor dit type landschap en de daar in voorkomende dorpen zijn kernkwaliteiten opgesteld. Hieruit volgen echter geen concrete regels die doorvertaald dienen te worden in dit bestemmingsplan.