direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid
Plan: Bestemmingsplan Graft en De Rijp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0365.BpGrRikernen2011-VA01

3.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR, 2011) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, 2011)

Op rijksniveau zijn op ruimtelijk gebied de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), de meest bepalende beleidsdocumenten. In de Structuurvisie richt het Rijk zich op zaken die voor Nederland als geheel van belang zijn. Dit zijn bijvoorbeeld:

  • de hoofdnetwerken voor personen- en goederenvervoer en energie (inclusief het aanwijzen van gebieden waar grootschalige windparken kunnen komen);
  • de waterveiligheid (zoals de Afsluitdijk), het kustfundament en de milieukwaliteit;
  • de bescherming van het cultureel erfgoed en de unieke natuur (zoals de Waddenzee, de Stelling van Amsterdam en de Veluwe).

In het SVIR heeft het Rijk nationale belangen benoemd. Daarbij is 'ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten' specifiek benoemd. Het Rijk onderkent daarbij dat culturele voorzieningen en cultureel erfgoed van belang zijn voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat en daarmee voor de concurrentiekracht van Nederland. Het Rijk wil daarmee verantwoordelijk blijven voor Het cultureel en natuurlijk UNESCO-werelderfgoed (inclusief de voorlopige lijst), kenmerkende stads- en dorpsgezichten, rijksmonumenten en cultuurhistorische waarden in of op de zeebodem.

Voor het plangebied gelden de aanwijzing van De Rijp als beschermd dorpsgezicht en de aanwezige rijksmonumenten als nationaal belang. Dit bestemmingsplan voorziet niet in ontwikkelingen die deze belangen aantasten, maar is bedoeld om de aanwezige waarden planologisch te beschermen. Daarmee is het bestemmingsplan in lijn met het rijksbeleid.

Nationaal landschap Laag Holland

Alle dorpen in de gemeente Graft-De Rijp liggen in het Nationaal Landschap Laag-Holland. De belangrijkste waarden van dit gebied zijn:

  • de grote openheid;
  • het geometrisch inrichtingspatroon in de droogmakerijen;
  • strokenverkaveling.

Het gebied Laag-Holland is aangewezen vanwege de uitgestrekte veenweidegebieden, de zeer laaggelegen polders in combinatie met veel water. Het gebied wordt ook geroemd vanwege de dijk- en lintdorpen met hun typerende bouwstijl.

Een deel van de gemeente ligt in het Nationaal Landschap de Stelling van Amsterdam (deze is bovendien opgenomen op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO). Dit grenst aan de zuidzijde aan De Rijp, maar valt buiten het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0365.BpGrRikernen2011-VA01_0008.jpg"

Figuur 3.1 Het Nationaal Landschap Laag Holland

Beschermd dorpsgezicht

Het Rijk heeft in 1969 een gedeelte van De Rijp aangewezen als beschermd dorpsgezicht. De Monumentenwet 1988 omschrijft de beschermde stads- en dorpsgezichten als 'Groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden.'

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Infrastructuur en Milieu kunnen een waardevol gebied aanwijzen als rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht, om zodoende het historische karakter nu en in de toekomst veilig te stellen. Dit gebeurt met het bestemmingsplan dat de gemeente opstelt in vervolg op de aanwijzing.

De bescherming van een gezicht betreft de historische structuren. Dat betekent dat nieuwe gebouwen kunnen worden toegevoegd in een beschermd gezicht. Ook kan het gebruik van een gebouw veranderen, mits dit past in het historisch gegroeide karakter.

Bescherming van gezichten en bescherming van objecten kunnen elkaar aanvullen, maar niet vervangen. De gezichtsbescherming richt zich op de stedenbouwkundige karakteristiek en wil het toekomstig functioneren daarvan veilig stellen. Hierin verschilt de gezichtsbescherming van de objectbescherming, die het architectonisch beeld wil veiligstellen en de authenticiteit van het materiaal behouden.

De aanwijzing van De Rijp als beschermd dorpsgezicht heeft op 17 november 1969 plaatsgevonden. Door de structuur en door de aard en aanleg van de bebouwing werd De Rijp beschouwd als een typerend voorbeeld van een Noord-Hollands dijk- en polderdorp.

In de toelichting bij het aanwijzingsbesluit wordt opgemerkt dat de gehele structuur nog volkomen gelijk is aan die uit de ontstaansperiode van de verschillende dorpsdelen, inclusief de vele vaarten en sloten die de woonbuurten omsluiten. Ook de voor deze streek traditionele houtbouw is het beeld blijven beheersen. De toelichting bij het aanwijzingsbesluit spreekt van 'een uitzonderlijk gaaf bewaard specimen van een Noord-Hollands dijk- en polderdorp uit de bloeitijd van de gouden eeuw'. Zie voor verdere informatie bijlage 4 bij de regels.

Het onderhavige bestemmingsplan is erop gericht om de specifieke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht voldoende te borgen. Voor het gebied gelden dan ook meer gespecificeerde planregels.

Modernisering monumentenzorg

Het rijksbeleid ten aanzien van de monumentenzorg heeft een modernisering ondergaan. Als gevolg daarvan zal per 1 januari 2012 de verplichting gelden om in het bestemmingsplan niet alleen aandacht te besteden aan de reeds verplichte onderdelen archeologie en beschermde stads- en dorpsgezichten, maar ook in te gaan op alle overige relevante cultuurhistorische aspecten.

In onderhavig bestemmingsplan wordt daar nader op ingegaan.