direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Bestemmingsplan Kop Zuidas
Plannummer: W0903BPTGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.W0903BPTGST-OH01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurplan 'Kiezen voor stedelijkheid'

Het thans vigerende structuurplan is het structuurplan 'Kiezen voor stedelijkheid', dat in 2003 door de gemeenteraad is vastgesteld. In dit plan worden de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2010 beschreven. Het structuurplan dient als beleids- en toetsingskader voor bestemmingsplannen. Het structuurplan heeft de formele status van een streekplanuitwerking. Onder het motto "Kiezen voor stedelijkheid" is in het structuurplan Amsterdam een beeld geschetst van de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2010. Als belangrijkste opgaven voor de stad worden gezien:

  • 1. het ontwikkelen van milieus die juist in Amsterdam kansen hebben: milieus met bebouwing en omgeving van hoge kwaliteit, met intensief grondgebruik, menging van activiteiten en een optimaal openbaar vervoer- en fietsnetwerk. Dit vraagt om transformatie van bestaande woon- en werkgebieden en terugdringing van de milieuhinder;
  • 2. het op alle fronten vergroten van de bereikbaarheid van de stad gericht op het kanaliseren van de mobiliteitsgroei, afstemming van stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid en vergroting van het gebruik van fiets en openbaar vervoer;
  • 3. het verhogen van de kwaliteit van water, groen en openbare ruimte: met extra aandacht voor waterberging.

Het gebied Zuidas is in het structuurplan hoofdzakelijk aangemerkt als grootstedelijk kerngebied. Een deel van het gebied maakt onderdeel uit van de hoofdgroenstructuur. De omgeving (en een klein onderdeel) van Zuidas is aangemerkt ten behoeve van grootstedelijk wonen/werken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.W0903BPTGST-OH01_0004.jpg"

Figuur 4: gemeentelijk structuurplan

Bovenstaande algemene uitgangspunten zijn in het visiedeel voor deelgebieden ook voor Zuidas meer geconcretiseerd (paragraaf 6.7 van het structuurplan).

Daarin is aangegeven dat de opgave voor Zuidas bestaat uit het ontwikkelen van een grootstedelijk kerngebied met een internationale top van bedrijven en voorzieningen. Daarmee moet het een belangrijk deel van de stad worden waarmee Amsterdam zich internationaal profileert. Voor die internationale uitstraling is meer nodig dan kantoren, het gaat dan bijvoorbeeld ook om bijzondere voorzieningen met een hoogstedelijk karakter. Zuidas moet verankerd worden in het stedelijke weefsel van de aanliggende buurten. Hierbij is het van belang dat er ook veel ruimte komt voor wonen en voorzieningen. De barrière-werking en milieuhinder van de omvangrijke infrastructuur moeten worden teruggedrongen. De bereikbaarheid moet verder worden vergroot op alle niveaus. Hiervoor moet ruimte worden gereserveerd, voor zowel weg als rail.

Zuidas wordt in 20 tot 30 jaar ontwikkeld tot een deel van de stad, complementair aan de binnenstad, met een andere kleuring en een ander karakter. Kantoren en internationale voorzieningen, met name op het gebied van cultuur, zullen zorgen voor een divers karakter. Daarnaast zal er worden gewoond, gesport en gerecreëerd. Het grootste deel van de woningbouw zal plaatsvinden na 2010, uitgaande van uitvoering van het dokmodel op lange termijn.

Het vernieuwde Station Zuid zal fungeren als brandpunt van de ontwikkeling. Als station van de eerste orde wordt het een stopplaats voor de Hogesnelheidslijn en de binnenlandse shuttles. Verder vormt het een belangrijk station in het nationale en (inter)regionale railnetwerk. De Noord/ Zuidlijn verbindt Zuidas vanaf 2010 met de binnenstad en Noord en later ook met Schiphol (inmiddels is er, zoals bekend, vertraging opgetreden).

Voor de lange termijn wordt onderzocht of het mogelijk is om de eventuele magneetzweefbaan langs Zuidas te leiden. De wegcapaciteit van de A10 wordt vergroot. Een derde afslag aan de zuid- en noordzijde wordt gereserveerd. Verder blijft een (zuidelijke) reservering in stand voor de zogenaamde Schinkelverbinding voor de auto en de bus. Voor het parkeren in Zuidas wordt in principe uitgegaan van een norm van 1,25 parkeerplaats per woning, waarbij echter een norm van 2 parkeerplaatsen per woning niet onmogelijk wordt gemaakt.

Het is gewenst dat de infrastructuur in Zuidas grotendeels onder de grond wordt gebracht. Daarmee worden de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid van het gebied sterk vergroot. De milieuhinder neemt af en de aangrenzende woonbuurten Buitenveldert en Zuid kunnen met langzaam-verkeersroutes met elkaar worden verbonden. Bovendien kan er meer worden gebouwd. Er wordt in de Amsterdamse visie een programma van in totaal 2.000.000 m2 gerealiseerd met een menging van 50% wonen en 50% werken.

Ook groen en sport spelen een rol in Zuidas. Bestaande sportterreinen worden - in geoptimaliseerde vorm - opgenomen in het nieuwe Drentepark, boven op de infrastructuur. Amstelland en het Amsterdamse Bos gaan meer bijdragen aan de kwaliteit en uitstraling van Zuidas, door het verbeteren van groene routes en de aanleg van ondersteunende voorzieningen in en aan het groen.

Het projectgebied Kop Zuidas: grootstedelijk kerngebied en hoofdgroenstructuur

Het projectgebied is aangewezen als grootstedelijk kerngebied. Voor een klein deel maakt het tevens onderdeel uit van de hoofdgroenstructuur.

Het grootstedelijk kerngebied is bepalend voor de uitstraling van Amsterdam als internationaal cultureel, economisch en toeristisch centrum. Het moet een aantrekkelijk milieu zijn voor face-to-face contacten, het moet kennisintensief, creatief en veilig zijn. Er moet ook worden gewoond, in metropolitaanse woonvormen met zeer hoge dichtheden. Er moeten in de nabijheid voldoende en hoogwaardige arbeidskrachten en scholingsmogelijkheden zijn. Een dergelijk topmilieu kan niet zonder een stedelijke omgeving die fungeert als economisch incubatiemilieu (broedplaats) en die sociaal-cultureel aantrekkelijk en leefbaar is.

Zuidas is aangewezen als internationale toplocatie voor kantoren. Vestiging van internationaal en nationaal georiënteerde kantoren wordt gestimuleerd, net als toeristische en culturele voorzieningen die de positie van Amsterdam als internationaal centrum versterken. Het accent ligt op kantoren en voorzieningen die veel publiek trekken, maar ook wonen hoort er bij. Het grootstedelijk gebied is uitstekend bereikbaar door de ligging rond internationale en nationale knooppunten van het openbaar vervoer. Het gebied kenmerkt zich door een hoge stedelijke dichtheid en een optimale menging van wonen, werken, en voorzieningen op verschillende schaalniveaus. De openbare ruimte dient toegankelijk te zijn voor verschillende bevolkingsgroepen, is beeldbepalend voor de stad, sociaal veilig en ingericht op intensief gebruik. De aanwezigheid van verschillende publiekstromen op eenzelfde plek is van belang door een grote menging van centrumfuncties en de aanwezigheid van uiteenlopende ontmoetingsplaatsen. Op de goed ingericht pleinen en straten en intensief te gebruiken parken in dit milieu is sprake van maximale 'passantenopenbaarheid'. De stedenbouw en architectuur in het gebied kenmerken zich door hoge kwaliteit. In het grootstedelijk kerngebied zal het aantal parkeerplaatsen in verhouding tot het ruimtelijke programma het meest beperkt moeten blijven. Dubbel gebruik van parkeerplaatsen en inpandig parkeren worden gestimuleerd.

De hoofdgroenstructuur bestaat uit parken, uit groene veelal schegvormige uitloopgebieden in de stadsrand en uit zogenaamde schakelparken als overgang tussen parken en uitloopgebieden. Tussen deze elementen bestaan er veelal recreatieve routes, al dan niet gekoppeld aan waterlopen en kleinere groenelementen.

Uit het vervolg van deze toelichting zal blijken dat aan de uitgangspunten van het structuurplan uitwerking wordt gegeven.

3.4.2 Sociaal Structuurplan 2004-2015 "Wat Amsterdam beweegt"

Het Sociaal Structuurplan 2004-2015 "Wat Amsterdam beweegt" (2005) is het inhoudelijk kader voor de sociale pijler, met als hoofdlijn 'dynamiek' als drijvende kracht en katalysator voor de stad Amsterdam, met drie hoofddoelstellingen:

  • 1. investeren in grootstedelijke dynamiek, zodat Amsterdam een creatieve kennis- en dienstenstad wordt, die in de concurrentiestrijd tussen (inter)nationale vestigingsmilieus een sterke en onderscheidende positie inneemt;
  • 2. investeren in menselijk kapitaal, zodat zoveel mogelijk Amsterdammers zich persoonlijk kunnen ontwikkelen en zelfstandig, volwaardig en actief, en zo nodig met gerichte ondersteuning en participeren in de samenleving via werk en scholing, via sport en bewegen, vrijetijdsactiviteiten en cultuur, en via zorg, welzijn en dienstverlening;
  • 3. investeren in een leefbare omgeving, zodat juist in een moderne en multiculturele omgeving als de Amsterdamse, algemene noties over het samenleven gedeeld, onderhouden en, waar nodig, worden beschermd, en dat deze drie hoofddoelstellingen op programmatische wijze worden uitgewerkt in zes themahoofdstukken, te weten:
    • a. kennisstad (onderwijs en kenniseconomie);
    • b. werkende stad (werk en inkomen);
    • c. culturele stad (kunst, cultuur en creatieve industrieën);
    • d. sportieve stad (vrije tijd en sport);
    • e. zorgzame stad (zorg, welzijn en dienstverlening);
    • f. veilige stad ((sociale) veiligheid).

Zuidasbreed wordt uitgebreid voorzien in bovenstaande uitgangspunten. Het plangebied maakt daarvan onderdeel uit.

3.4.3 Nota Locatiebeleid Amsterdam

In de Nota Locatiebeleid Amsterdam (2008) is nieuw locatiebeleid vastgelegd, en zijn nieuwe parkeernormen opgenomen.

Er is er voor gekozen om de huidige parkeernormen voor kantoren en bedrijven te blijven hanteren. Dit houdt in een parkeernorm voor kantoren en bedrijven van 1:250 m2 bvo op A-locaties en 1:125 m2 bvo op B-locaties. A-locaties bevinden zich rondom de belangrijkste NS-stations (CS, Sloterdijk, Zuid en Bijlmer) en B-locaties zitten in de directe omgeving van ringlijn/metrolijnstations en overige NS-stations of liggen binnen het tram/busnetwerk.
Echter daarnaast wordt de mogelijkheid gegeven om in bepaalde gevallen van deze vaste normen te kunnen afwijken. Flexibele toepassing van parkeernormen kan alleen als de luchtkwaliteit en de intensiteit/capaciteit van het wegennet dit toelaten. Dit zijn harde randvoorwaarden.

Voor overige niet-woonfuncties (bijvoorbeeld leisure, hotels, congresruimten en winkels) zijn als richtlijn aangepaste CROW-parkeercijfers (dit zijn op de praktijk gebaseerde kencijfers, die zijn ontwikkeld als hulpmiddel bij het berekenen van het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening) opgenomen.

Voor de woonfunctie zijn geen normen of richtlijnen opgenomen. Stadsdelen of de centrale stad in geval van grootstedelijke gebieden, kunnen zelf deze normen voor wonen opnemen in hun parkeerbeleid of vastleggen in grondexploitatie of erfpachtcontract. Deze normen worden niet centraal geregeld, aangezien de parkeernorm in hoge mate afhankelijk is van de locatie en het type woning.

In hoofdstuk 5 wordt het beleid ten aanzien van parkeren voor het betreffende projectgebied verder geconcretiseerd.

3.4.4 Hoogbouw, Beleid en Instrument (2005)

De nota Hoogbouw, Beleid en Instrument (2005) is in juni 2005 als aanvullend toetsingskader op het structuurplan "Kiezen voor stedelijkheid" door de gemeenteraad Amsterdam vastgesteld. Het belangrijkste doel van het Amsterdamse hoogbouwbeleid is een zorgvuldige inpassing van hoogbouwinitiatieven in de bestaande structuren van de stad. Daarbij is de landschappelijke inpassing een aspect dat, zodra er sprake is van een zekere impact op het stadslandschap, een stedelijke afweging behoeft. In de Nota wordt aangegeven voor welke hoogbouwplannen dit geldt.

Zuidas is aangewezen als grootstedelijke hoogbouwcluster. Bij bouwhoogtes groter dan 90 meter is aangegeven dat een landschapstudie aan de centrale raadscommissie dient te worden gezonden.

De HER is een rapportage waarin alle relevante effecten van hoogbouw, zoals windhinder en schaduwwerking, toetsing aan hindernisbeperkingen als straalpaden en beperkingen rond Schiphol worden onderzocht, maar die vooral is bedoeld om de effecten van een plan op het stadslandschap in beeld te brengen. Voor de ontwikkelingen in Kop Zuidas is een HER niet noodzakelijk, aangezien de ondergrens van 90 meter niet wordt overschreden. Wel is het op basis van de algemene bouwregels en de binnenplanse ontheffingsmogelijkheden toegestaan met een hoogte van maximaal 2 meter daarboven op lift- en trappenhuizen, ventilatieinrichtingen en dergelijke te realiseren.

In het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan en het Uitvoeringsbesluit zijn de onderwerpen waarop een HER normaliter betrekking heeft overigens onderzocht. Op bezonningsaspecten en windhinder wordt ingegaan in hoofdstuk 14, en op het Luchthaven Indelingsbesluit (LIB) in hoofdstuk 16. In paragraaf 4.2.5 wordt ingegaan op de stedenbouwkundige inpassing in en effecten op de omgeving.

Voor het overige geldt dat ook straalpaden geen belemmering vormen voor de hoogbouw.

Uiteraard wordt voor hoge gebouwen tijdens de planvorming aan alle aspecten en effecten van hoogbouw aandacht besteed, om te kunnen komen tot een goed beargumenteerd en afgewogen voornemen om het hoogbouwplan te kunnen realiseren. Zo is in het bestemmingsplan geregeld dat bouwplannen op windhinder moeten worden beoordeeld.

3.4.5 Visie Zuidas 2007

In de Visie Zuidas 2007 staat dat Zuidas zich zal ontwikkelen tot een duurzame en succesvolle internationale toplocatie voor wonen en werken in Amsterdam. De ontwikkelingsopgave voor Kop Zuidas zal zijn om aan deze ambitie een wezenlijke bijdrage te leveren. Door de ligging van het plangebied op "de kop van de Zuidas" zullen de uitstraling en het ambitieniveau van Zuidas zichtbaar moeten worden, maar zal er tevens aandacht zijn voor de aanhechting op de bestaande (woon)buurt. De ambitie voor Zuidas vertaalt zich in de volgende uitgangspunten, die voor Kop Zuidas gelden als randvoorwaarden:

Toplocatie: succesvol en herkenbaar, betekent voor Kop Zuidas:

  • Topvoorzieningen op het gebied van cultuur, onderwijs, horeca en detailhandel
  • Eigentijdse architectuur met het theater als icoon
  • Hoogwaardige inrichting openbare ruimte
  • Gebouwen met voldoende flexibiliteit

Amsterdamse kwaliteit: compact en levendig, betekent voor Kop Zuidas:

  • Bouwen in hoge dichtheid
  • Een menging van functies, met een evenwichtige verdeling van wonen, werken en voorzieningen
  • Openbare ruimte nodigt uit om te ontmoeten (maaiveldstad)
  • Een plintinvulling die bijdraagt aan de levendigheid

Duurzaam: efficiënt en verantwoord, betekent voor Kop Zuidas:

  • Ontsluiting van het gebied die geen claim legt op omliggende woonbuurt en optimaal gebruik laat maken van OV- en fietsontsluiting. Doorgaande routes voor langzaam verkeer worden met name bij de stations verbeterd met sociale veiligheid als belangrijk aandachtspunt
  • Aansluiting op de kwaliteiten in de omgeving, zowel het groen (Amsteloever, Zorgvlied) als de Veluwebuurt. Vergroting van het waterbergend vermogen en de ecologische betekenis van de Kleine Wetering
  • Een ruimtelijke structuur die flexibiliteit van programma biedt en zorgt voor optimale afscherming van geluid.
  • Gebouwen die een bijdrage leveren aan de duurzaamheidsdoelstellingen van Zuidas

In de Visie Zuidas wordt meer uitgebreid ingegaan op bovenstaande aspecten. Kortheidshalve wordt verwezen naar de visie. Middels het voorliggend bestemmingsplan wordt uitvoering gegeven aan de visie.

3.4.6 Uitvoeringsbesluit Kop Zuidas

Zoals in hoofdstuk 1 reeds is aangegeven, is er een nieuw Uitvoeringsbesluit opgesteld. Het betreft een gemeentelijk beleidsdocument dat wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Het uitvoeringsbesluit doorloopt een eigen vaststellingsprocedure. Er is voor gekozen deze gelijktijdig te laten oplopen met de vaststellingsprocedure van het bestemmingsplan. In het hierna volgende hoofdstuk wordt op de voor voorliggend bestemmingsplan meest relevante aspecten van het Uitvoeirngsbesluit ingegaan.