Artikel 7 Gemengd - 4
7.1 Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Gemengd - 4 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen, inclusief praktijk- of vrije beroepsuitoefening aan huis / bedrijf aan huis;
-
b. maatschappelijke dienstverlening;
-
c. parkeren, waaronder begrepen ondergrondse parkeergaragemet de daarbij behorende in- en uitritten;
-
d. tuinen;
met de daarbij behorende:
-
e. groenvoorzieningen;
-
f. openbare ruimte;
-
g. bergingen en andere nevenruimten.
7.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 7.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtnemening van de volgende bepalingen:
-
a. Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
1. maximale bouwhoogte: zoals op de plankaart staat aangegeven;
-
2. maximum bebouwingspercentage: 100 %;
-
3. ter plaatse van de aanduiding 'dove gevel' dient bebouwing ten behoeve van geluidgevoelige functies te zijn voorzien van een dove gevel dan wel van een vliesgevel;
-
4. woningen dienen te zijn voorzien van een stille zijde;
-
5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' gelden vanaf een bouwhoogte van 18 meter de volgende regels:
- maximum bebouwingspercentage: 15 %;
- maximum aantal topvolumes: 2;
- maximum bebouwd oppervlak per topvolume: 400 m2;
-
6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2' gelden vanaf een bouwhoogte van 28 meter de volgende regels:
- maximum bebouwingspercentage: 15 %;
- maximum aantal topvolumes: 3;
- maximum bebouwd oppervlak per topvolume: 400 m2.
-
b. Voor ondergrondse parkeergarages gelden de volgende bepalingen:
-
1. ondergrondse parkeergarages mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden gerealiseerd;
-
2. verticale bouwdiepte: één bouwlaag.
-
c. Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt een maximum bouwhoogte van 2 meter.
7.3 Nadere eisen
-
a. Burgemeester en wethouders kunnen nader eisen stellen aan bouwplannen met een bouwhoogte van 30 meter of meer met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van bouwwerken ter voorkoming of beperking van windhinder. In dat kader kunnen burgemeester en wethouders tevens van een initiatiefnemer van een bouwplan verlangen een windtunnelonderzoek aan hen te overleggen.
-
b. Burgemeester en wethouders kunnen, indien advisering van de Regionale Brandweer daartoe aanleiding geeft en voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, nader eisen stellen aan bouwplannen met betrekking tot vluchtwegen van de te vestigen bestemmingen ter vergroting van de zelfredzaamheid van gebruikers van de bouwwerken.
7.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 7.2, onder a, sub 3, indien is aangetoond dat als gevolg van gewijzigde omstandigheden wordt voldaan aan de maximaal toelaatbare geluidsnormen zoals deze zijn vastgesteld middels het besluit hogere waarden.
7.5 Specifieke gebruiksregels
Het bepaalde in artikel 17 dient in acht te worden genomen;
7.6 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 7.5, onder b, sub 2, met dien verstande dat in specifieke gevallen situering in hoger gelegen bouwlagen is toegestaan.