direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd - 3
Plan: Bestemmingsplan Kop Zuidas
Plannummer: W0903BPTGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.W0903BPTGST-OH01

Artikel 6 Gemengd - 3

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor Gemengd - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. bedrijven;
  • c. detailhandel;
  • d. consumentverzorgende en zakelijke dienstverlening;
  • e. horeca III, IV en V;
  • f. parkeren, waaronder begrepen ondergrondse parkeergaragemet de daarbij behorende in- en uitritten;

met de daarbij behorende:

  • g. groenvoorzieningen;
  • h. openbare ruimte.
6.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 6.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtnemening van de volgende bepalingen:

  • a. Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  • 1. maximale bouwhoogte: zoals op de plankaart staat aangegeven;
  • 2. maximum bebouwingspercentage: 100 %;
  • 3. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dient de bebouwing te worden opgericht in deze lijn;
  • 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' geldt dat vanaf peil tot een hoogte van 8 meter, met een minimale breedte van 5 meter geen bebouwing mag worden opgericht, behoudens de voor hogere opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies;
  • 5. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' geldt dat vanaf peil tot een hoogte van 8 meter geen bebouwing mag worden opgericht, behoudens de voor hogere opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies.
  • b. Voor ondergrondse parkeergarages gelden de volgende bepalingen:
  • 1. ondergrondse parkeergarages mogen uitsluitend worden gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • 2. verticale bouwdiepte van drie bouwlagen.
  • c. Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt een maximum bouwhoogte van 2 meter.
6.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nader eisen stellen aan bouwplannen met een bouwhoogte van 30 meter of meer met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van bouwwerken ter voorkoming of beperking van windhinder. In dat kader kunnen burgemeester en wethouders tevens van een initiatiefnemer van een bouwplan verlangen een windtunnelonderzoek aan hen te overleggen.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen, indien advisering van de Regionale Brandweer daartoe aanleiding geeft en voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, nader eisen stellen aan bouwplannen met betrekking tot vluchtwegen van de te vestigen bestemmingen ter vergroting van de zelfredzaamheid van gebruikers van de bouwwerken.
6.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 6.2, onder a, sub 3, indien is aangetoond dat als gevolg van gewijzigde omstandigheden wordt voldaan aan de maximaal toelaatbare geluidsnormen zoals deze zijn vastgesteld middels het besluit hogere waarden.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 6.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksbepalingen:

  • a. het bepaalde in artikel 17 dient in acht te worden genomen;
  • b. voor bedrijven, detailhandel, consumentverzorgende en zakelijke dienstverlening en horeca van categorie III en IV geldt:
  • 1. situering: uitsluitend in de eerste bouwlaag en tweede bouwlaag;
  • 2. oriĆ«ntatie: op de Europaboulevard danwel op de gronden met de aanduiding 'plein'.
6.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 6.5, onder b, sub 1, met dien verstande dat in specifieke gevallen situering in hoger gelegen bouwlagen is toegestaan.