Plan: | Gershwin |
---|---|
Plannummer: | W0902BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.W0902BPGST-OH01 |
De realisatie van de programma’s van Gershwin leidt tot een toename en een overschrijding van de oriëntatiewaarde als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A10 Zuid. Om deze reden zijn de stappen van de Verantwoordingsplicht Groepsrisico doorlopen. Daarbij is gekeken naar bron- en effectmaatregelen ter beperking van het groepsrisico, en mogelijkheden voor zelfredzaamheid en hulpverlening.
In de eerste plaats is gekeken naar bron- en effectmaatregelen die het groepsrisico beperken. De gemeente Amsterdam is voornemens het maatgevend vervoer (LPG) van de A10 Zuid over enkele jaren te verplaatsen naar de Westrandweg. Een andere bronmaatregel is een overkapping van de A10 Zuid. Ten tijde van het opstellen van deze verantwoording is het besluit om het Dok te realiseren nog niet genomen. Door een overkapping van de rijksweg is er geen overschrijding meer van de oriëntatiewaarde langs de A10 Zuid. Daarbij komt dat de externe veiligheidsrisico's van LPG-vervoer vanaf 2010 lager worden door invoering van de 'coating' voor LPG-tankwagens. Voor Gershwin is de conclusie dat al de geplande functies mogelijk zijn zonder ontwikkeling van het Dok.
Verder bieden effectbeperkende maatregelen aan de gebouwen die voor energiebesparing, bezonning of geluid worden geïnstalleerd, ook bescherming in het kader van externe veiligheid. Een andere maatregel is dat gebouwen niet binnen 30 meter van de A10 staan, gemeten vanaf de rand van de linker- of rechterrijstrook. Het programma van Gershwin voorziet niet in de realisatie van gebouwen binnen deze zone. Hiermee wordt voldaan aan het Plasbrandaandachtsgebied (PAG) uit het voorstel Basisnet Weg.
Voor de zelfredzaamheid is de ontsluiting van de flankprojecten en de ligging van de gebouwuitgangen een belangrijk aandachtspunt. Aanwezigen moeten het plangebied haaks op de risicobron kunnen ontvluchten. Daarbij moeten zij het gebied via een andere route kunnen ontvluchten dan de aanrijdroute van de hulpverleningsdiensten. Zoals hiervoor reeds is aangegeven is de zelfredzaamheid in dit plan gewaarborgd.
Een ander aandachtspunt is de hulpverleningscapaciteit. Zoals aangegeven in paragraaf 7.6 van het rapport van Arcadis kan de capaciteit van de hulpverleningsdiensten onvoldoende blijken bij een BLEVE (een ongeval met LPG of andere brandbare gassen). De kans is echter bijzonder gering dat een BLEVE optreedt. Daarbij komt dat bouwen in de nabijheid van een snelweg niet uniek is, maar zich voordoet op verschillende plekken in de stad.
Tot slot blijkt uit het onderzoek dat voor Gershwin is gedaan dat de algemene bluswatervoorziening in het plangebied de Zuidas nog een aandachtspunt is. De discussie hierover is nog gaande en de brandweer is betrokken in dit proces. Daarnaast moeten ontwerpers en brandweer nog overleggen over de bluswatervoorziening op gebouwniveau. Voor Gershwin speelt dit probleem, zoals hiervoor aangegeven, niet.