Plan: | Gershwin |
---|---|
Plannummer: | W0902BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.W0902BPGST-OH01 |
De opvatting over stedelijkheid vindt plaats tegen de achtergrond van het begrip “duurzame stad” waarbij gestreefd wordt naar duurzaam gebruik van ruimte, gerealiseerd met lage energie- en milieubelasting. Essentieel hierbij zijn begrippen als flexibele en aanpasbare casco's (geschikt voor uitwisseling van functies). Hiervoor wordt er Zuidasbreed uitgegaan van een bruto verdiepingshoogte van minimaal 3,30 meter zodat uitwisselbaarheid van de functies wonen en niet-wonen in de toekomst mogelijk blijft. Duurzaam bouwen betekent dat de bouwsystemen een groot “accommoderend vermogen” moeten hebben. Het is een structureel duurzaamheidskenmerk als gebouwen tot in de verre toekomst uiteenlopende bestemmingen en levensstijlen kunnen herbergen en is ook economisch van belang. Dit vraagt om flexibele indeelbare gebouwen met een verbeterde geluidisolatie tussen de verschillende eenheden. In moderne 24-uurs leefstijlen moeten verschillende bewoners en functies elkaar zonder hinder kunnen verdragen.
Welstand en Energie prestaties
De Welstandsnota Zuidas is het kader voor de toetsing van bouwplannen in Zuidas.
De kwaliteitseisen hebben een belangrijke relatie met duurzaamheid. In de Welstand Nota zijn hiervoor specifiek welstandscriteria geformuleerd. In de Visie Zuidas 2009 is de ambitie neergelegd om Zuidas in 2030 tot de top 10 van duurzame stedelijke centra in Europa te laten behoren. Dit houdt in dat vergaande duurzaamheideisen aan de bebouwing gesteld moet worden. Er moet voldaan worden aan het internationale toegepaste certificaat BREEAM (ontwikkeld door de Britse Building Research Establishment (BRE) en in Nederland geïmplementeerd door de Dutch Green Building Council). Daarbij is in de Visie uitgesproken te streven naar een van de hoogste haalbare scores: BREEAM Excellent. Voor de architectuur betekent dit dat meer dan tot nu toe het schoonheidsaspect met duurzaamheidaspecten verweven moet worden waarbij schoonheid in feite de resultante is van vorm, functie en duurzaamheid. Architectuur is in dit verband waardevast. De kracht van een waardevast duurzaam gebouwontwerp is verankerd in het integraal ontwerp. Behalve de fysieke aspecten als energiezuinigheid zijn de menselijke waarden in het geding. De connectiviteit, de verbindende kwaliteit, van het gebouw met de omgeving is essentieel en creëert economische meerwaarde. Een meerwaarde die zich vertoont op het gebied van het gebruik, de materiaaltoepassing, de flexibiliteit als het hergebruik (cradle-to-cradle principes). Het gebouw(ontwerp) is in dit verband te beschouwen als duurzame energiebron in de breedste zin van het woord.
Er zijn een aantal specifieke uitgangspunten gedefinieerd voor Gerhswin:
- De energievoorziening gaat uit van collectieve warmtelevering en collectieve koudelevering;
- Gershwin wordt bij voorkeur van warmte voorzien door de plaatselijk reeds aanwezige stadsverwarming. Een gelijkwaardig alternatief is verwarming d.m.v. warmtepompen en energieopslag.
- Problemen met grondwaterlozingen worden vermeden door verdiepte parkeerkelders waterdicht te bouwen (geen polderprincipe). De drukke verkeerswegen worden aangesloten op het vuilwaterriool om het water in de De Boelegracht zo min mogelijk te vervuilen.