Plan: | Kop Weespertrekvaart |
---|---|
Plannummer: | U0902BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.U0902BPGST-OH01 |
Het verkeers- en vervoersbeleid van Amsterdam is gericht op de verbetering van de leefbaarheid in de stad en het behoud van de bereikbaarheid ervan. Het gemeentelijk parkeerbeleid draagt daaraan bij met maatregelen die tot doel hebben het niet-noodzakelijk autoverkeer naar en in de stad, terug te dringen. Op die manier wordt onder meer de bereikbaarheid van de stad voor noodzakelijk autoverkeer gewaarborgd.
Volgens het locatiebeleid is Overamstel een B-locatie.
In de Visie Overamstel is aangegeven dat gezien de centrale ligging van het gebied en de goede OV-bereikbaarheid, de kaders uit het RVVP, het Structuurplan, het locatiebeleid en CROW-richtlijnen en voorbeelden van andere parkeernormen bij stedelijke projecten in Amsterdam voor Overamstel de volgende parkeernormen worden gehanteerd; gemiddeld 1,25 parkeerplaats per woning, inclusief bezoekersparkeren. Voor zowel kantoren als bedrijven geldt een norm van 1 parkeerplaats per 125 m² bvo (= 1 parkeerplaats per 5 arbeidsplaatsen). In de Visie zijn nog geen parkeernormen voor voorzieningen opgenomen.
In het stedenbouwkundig plan Kop Weespertrekvaart zijn, gezien de gunstige ligging ten opzichte van het openbaar vervoer de volgende parkeernormen gehanteerd:
Het uitgangspunt in Overamstel is dat het parkeren per deelgebied wordt opgelost. Een parkeerregime met vergunningsgebieden is noodzakelijk om overlast voor bijvoorbeeld bedrijven te voorkomen. Deze maatregelen zijn de bevoegdheid van het stadsdeel. Per september 2009 is betaald parkeren ingevoerd. Er zal sprake zijn van gereguleerd parkeren binnen het gebied Weespertrekvaart. Het invoeren van een parkeerregime past in het maatregelenpakket dat voortvloeit uit het plan "Voorrang voor een Gezonde Stad", (zie paragraaf 9.2).
Verdeling parkeercapaciteit openbaar / eigen terrein
Als uitgangspunt geldt dat de parkeerdruk niet ten koste mag gaan van het straatbeeld. In combinatie met het uitgangspunt dat zoveel mogelijk het parkeren van de sociale woningbouw en bezoekers op straat wordt gerealiseerd, zijn er maximaal 95 parkeerplaatsen op maaiveld mogelijk. Hierbij wordt uitgegaan van dubbelgebruik van parkeerplaatsen door bewoners en bezoekers.
Het overige parkeren wordt gerealiseerd in parkeergarages op eigen terrein Voor de vrije sector woningen en het commerciële programma bij elkaar kunnen circa 281 parkeerplaatsen in parkeergarages aangelegd. Teneinde de parkeerbehoefte vast te kunnen stellen is een parkeerbalans opgesteld. Omdat het aantal parkeerplaatsen afhankelijk is van het aantal te realiseren woningen, is de parkeerbalans gebaseerd op aannames over aantallen woningen (zie stedenbouwkundig plan kop Weespertrekvaart, blz. 58).
Tabel parkeerbalans indicatief
1 | 2 | ||
bouwblok | stadsblok | buitenplaats | totaal |
parkeren gebouwd | |||
vrije sector | 198 | 67 | 265 |
voorzieningen (min.) | 16 | 0 | 16 |
totaal | 214 | 67 | 281 |
parkeren op maaiveld | |||
sociale huur | 52 | 0 | 52 |
bezoekers | 35 | 8 | 43 |
totaal | 87 | 8 | 95 |
In samenspraak met het stadsdeel Oost- Watergraafsmeer zijn fietsparkeerrichtlijnen vastgesteld. Collectieve, afsluitbare fietsenstallingen voor de bewoners en werknemers dienen te worden opgenomen op eigen terrein. De norm is 1 fietsparkeerplaats per 25 m² bvo. Er is een verplichting tot 5 fietsparkeerplaatsen. Bij woningen groter dan 125 m² bvo zijn extra parkeerplaatsen optioneel, maar niet verplicht.
In de openbare ruimte wordt rekening gehouden met fietsparkeerplaatsen voor bezoekers, zoveel mogelijk in de nabijheid van de entrees van de bebouwing. Voor het fietsparkeren op straat wordt 0,5 fietsparkeerplaats per woning gehanteerd.
Bij de entree van het metrostation wordt extra ruimte voor fietsparkeren gemaakt. Door de aanleg van de fietsbrug over de Weespertrekvaart zullen namelijk ook bewoners uit Amsteldorp gebruik gaan maken van dit metrostation.