direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen
Plan: De Hoge Dijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.T1204BPSTD-OH01

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;
  • b. ruimten ten behoeve van huisgebonden beroepen;
  • c. bergingen, garages en andere nevenruimten;
  • d. tuinen;
  • e. afvalinzamelingssystemen;
  • f. erven;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  • i. kantoren, bedrijven en ateliers ter plaatse van de aanduiding "gemengd";
  • j. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend zijnde een dierenpension, ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk".
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 12.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.

12.2.2 Bouwregels gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen de in het bestemmingsplan aangeduide bouwvlakken;
  • b. maximum bebouwingspercentage van het bouwvlak: zoals met de aanduiding "maximum bebouwingspercentage" is aanduid;
  • c. maximum bouwhoogte: zoals met de aanduiding "maximale 'bouwhoogte" is aanduid;
  • d. maximum goothoogte: zoals met de aanduiding "maximale "goothoogte" is aanduid;
  • e. minimum dakhelling: zoals met de aanduiding "dakhelling" is aanduid;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek" dient de uitwendige hoofdvorm van het betrokken bouwwerk, bepaald door de goot- en nokhoogte, nokrichting, dakvorm, dakhelling en grondoppervlakte gehandhaafd te worden, zoals deze bestond ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
12.2.3 Bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximum bouwhoogte van 2 meter.

12.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag is bevoegd om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen nadere eisen te stellen ten aanzien van de verschijningsvorm en situering van bouwwerken in verband met de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, danwel ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

12.4 Specifieke gebruiksregels

De op grond van lid 12.1 toegestane kantoren, bedrijven, ateliers en maatschappelijke voorzieningen, niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen, zijn toegestaan op maximaal 50% van het totale bruto vloeroppervlak van een gebouw.