Artikel 15 Water
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 17, bestemd voor:
-
a. water;
-
b. oevers;
-
c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
-
d. bruggen, duikers en dammen en bijbehorend verkeersareaal, ter plaatse van de aanduiding 'brug';
-
e. steigers, ter plaatse van de aanduiding 'steiger'.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen
Op en onder de in lid 15.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming worden gebouwd.
15.2.2 Bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. maximum bebouwingspercentage: 1%;
-
b. maximum bouwhoogte: 6 meter;
-
c. in afwijking van het bepaalde onder b geldt voor bruggen gemeten vanaf de bovenkant van het brugdek een maximum bouwhoogte van 15 meter.
15.3 Specifieke gebruiksregels
Als verboden gebruik als bedoeld in artikel 21 van deze regels wordt in elk geval aangemerkt:
-
a. het gebruik van de in lid 15.1 genoemde gronden als ligplaats voor woonboten, pleziervaartuigen, passagiersvaartuigen en bedrijfsvaartuigen;
-
b. het gebruik van de in lid 15.1 genoemde gronden als ligplaats voor pleziervaartuigen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'steiger'.
15.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het dagelijks bestuur is bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-ontheffingsgebied' en in afwijking van het bepaalde in lid 15.1 een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van de aanleg van een tijdelijke brug met bijbehorende voorzieningen en verkeersareaal, met dien verstande dat:
-
a. de aan te leggen brug voldoet aan het bepaalde in lid 15.2.2 sub c;
-
b. de ontheffing geldt voor de duur van 5 jaar.