Plan: | Osdorperweg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 |
In het plangebied hebben de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder elk hun eigen waterpeil.
De polders en peilgebieden worden gescheiden door waterkeringen. De voor het plangebied relevante waterkeringen zijn de volgende:
Deze waterkeringen hebben in het bestemmingsplan de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering gekregen. Binnen deze dubbelbestemming zijn alle nevenfuncties (gebruiksfuncties) ondergeschikt aan de functie waterkering.
De bebouwing langs de Osdorperweg is aangesloten op de riolering. In het gebied is geen gescheiden rioleringssysteem aanwezig.
De Osdorper Binnenpolder Zuid heeft een oppervlak van 116 hectare, waarvan 8 % oppervlaktewater is. Het is een veenweidegebied. Doordat het veen inkrimpt ontstaan er telkens weer problemen met het polderpeil. Momenteel ligt op een aantal plaatsen het maaiveld lager dan het polderpeil. Dit geldt met name voor het noordwestelijke deel van de Osdorper Binnenpolder. In het verleden heeft in deze polder peilverlaging plaatsgevonden. Verdere peilverlaging is niet zonder meer mogelijk, omdat dan de fundering van de bebouwing langs de Osdorperweg in gevaar komt.
Ophoging van de bodem is mogelijk als er voldoende afstand (15 à 20 meter) tussen de bebouwing of de gasleiding en de ophoging gehouden wordt (in de Osdorper Binnenpolder ligt achter de bebouwing een hoofdtransportleiding van de Gasunie). Deze afstand is nodig om te voorkomen dat de bebouwing en/of de gasleiding opzij gedrukt wordt. Een mogelijkheid om de zetting tegen te houden is het aanbrengen van een stalen damwand tussen de bebouwing of gasleiding en de ophoging. Deze damwand moet zwaar genoeg zijn om de zetting tegen te houden. Bij ophoging van de bodem moet tevens rekening worden gehouden met de stabiliteit van de waterkering.
Door achter de woningen of de gasleiding een waterkering te maken kan het polderpeil bij de woningen gehandhaafd worden terwijl het polderpeil voor het veenweidegebied tegelijkertijd kan worden verlaagd. Er wordt dan als het ware een nieuwe polder gecreëerd.
In het veenweidegebied ligt de maaiveldhoogte tussen de 1.90 meter tot 2.20 meter beneden NAP. Op sommige plekken in het veenweidegebied is het maaiveld opgehoogd tot 1.56 meter beneden NAP. Het maaiveld van het bebouwingslint langs de Osdorperweg komt tot 1.35 meter beneden NAP.
In het veenweidegebeid bedraagt het verschil tussen het grondwaterpeil en het maaiveld ongeveer 22 centimeter (bij een polderpeil van 2.17 meter beneden NAP). Omdat het maaiveld in vooral het noordelijke gedeelte van de Osdorper Binnenpolder Zuid erg laag ligt is op sommige plaatsen sprake van een plas-dras-situatie.
In de Osdorper Binnenpolder Zuid wateren het veenweidegebied en het bebouwingslint langs de Osdorperweg af, via de hoofdwatergang langs de Ookmeerweg en het Ma Braunpad richting het gemaal Nico Broekhuysenweg. De detailafwatering van met name het veenweidegebied geschiedt door een groot aantal kavelsloten. De detailafwatering is globaal van zuidwest naar noordoost.
De watervoorziening van de Osdorper Binnenpolder Zuid vindt plaats door waterinlaat uit de Sloterbinnenpolder, uit de Eendrachtspolder en via de Ringvaart in de hoofdwatergang langs de Osdorperweg.
Op basis van de gemeten waterstanden in de Eendrachtspolder en het veenweidegebied wordt geconcludeerd dat er regelmatig sprake is van een waterbehoefte in het veenweidegebied terwijl de waterstand in de Eendrachtspolder te laag is om te suppleren naar het veenweidegebied. Neveneffect hiervan is dat wanneer sprake is van hevige neerslag het peil in de Eendrachtspolder stijgt en het suppletiegemaal aanslaat omdat het peil in het veenweidegebied zich nog onder het streefpeil bevindt. Hierdoor ontstaat het beeld bij de gebruikers van het veenweidegebied dat in natte perioden eerst naar het veenweidegebied wordt gemalen in plaats dat er direct wordt uitgemalen op de boezem. Het grondgebruik in de Osdorper Binnenpolder Zuid is hoofdzakelijk agrarisch, waarbij moet worden opgemerkt dat het landgebruik relatief extensief is. Langs de Osdorperweg bevindt zich bebouwing. De grond is hier hoofdzakelijk in gebruik als woongebied. Daarnaast zijn enkele percelen langs de Osdorperweg in gebruik als bedrijventerrein.
Omdat in de Osdorper Bovenpolder geen wijzigingen in de waterhuishouding zijn voorzien is deze hierna ook maar kort beschreven.
De Osdorper Bovenpolder is een gedeeltelijk uitgeveende polder. Het middendeel (tussen Slibveldenweg en Lutkemeerweg) is overwegend in gebruik als weidegebied. Uitbreiding van de bebouwing langs de Osdorperweg heeft er toe geleid dat op diverse plaatsen bedrijfsterreinen en kassen prominent de polder in steken. De twee 'punten' van de polder worden voornamelijk als kassengebied gebruikt (agrarische en niet-agrarische doeleinden). De Osdorper Bovenpolder wordt begrensd door de tertiaire waterkering ten zuiden van en parallel aan de Osdorperweg alsmede de secundaire indirecte waterkering langs de Wysentkade en de secundair directe waterkering langs de Ringvaart. Aan de Slibveldenweg is een nieuw suppletiegemaal voorzien ter vervanging van het oude gemaal bij Halfweg.