direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Osdorperweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een bedrijf in de categorieën A of B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging;
  • b. kantoorruimte, ondergeschikt aan en ten dienste van deze bestemming;

alsmede voor:

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-autosloperij' , een autosloperij met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 1000 m²;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf', een aannemingsbedrijf met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 1000 m²;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transport, aannemer en hovenier', een goederentransportbedrijf, een aannemingsbedrijf met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 1000 m² en een hoveniersbedrijf;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'groothandel', een groothandel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen', een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;

met de daarbij behorende:

  • h. tuinen en erven;
  • i. bergingen en andere nevenruimten;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. laad- en losvoorzieningen;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. watergangen, oeververbindingen en water

met dien verstande dat:

  • n. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', uitsluitend één bedrijfswoning is toegestaan;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', uitsluitend een nutsvoorziening is toegestaan;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', uitsluitend opslag is toegestaan;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-verpakkingsbedrijf', uitsluitend een verpakkingsbedrijf is toegestaan;
  • r. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding';
  • s. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde-Archeologie';
  • t. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Bouwregels

Op en onder de in lid 5.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. voor gebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende maxima:
    • 1. bebouwingspercentage: 100 % van het bouwvlak, tenzij volgens een aanduiding op de verbeelding een ander maximum bebouwingspercentage geldt;
    • 2. bouwhoogte: 8 meter, met dien verstande dat voor nutsvoorzieningsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' maximaal 3,50 meter is toegestaan;
  • b. voor gebouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende maxima:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingspercentage terrein' mogen de gronden buiten het bouwvlak, per bouwperceel, maximaal worden bebouwd tot het aangeduide percentage;
    • 2. indien buiten het bouwvlak geen 'bebouwingspercentage terrein' is aangeduid zijn er op deze gronden ook geen bedrijfsgebouwen of uitbreidingen van bedrijfsgebouwen toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' zijn geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
    • 4. bouwhoogte: 8 meter;
    • 5. situering gebouwen buiten het bouwvlak: tenminste 3 meter uit het hart van een watergang;
  • c. voor bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gelden de volgende maxima:
    • 1. bebouwingspercentage: 100 % van het bouwvlak;
    • 2. bouwhoogte: 9.50 meter;
    • 3. goothoogte: 6 meter;
    • 4. bijgebouwen bedrijfswoning: per bedrijfswoning maximaal 75 m²;
    • 5. goothoogte bijgebouw bedrijfswoning: 3 meter;
    • 6. bouwhoogte bijgebouw bedrijfswoning: 5 meter;
    • 7. situering bijgebouwen bij bedrijfswoning: binnen en buiten het bouwvlak op het bij de woning behorende bouwperceel en achter de voorgevel van de bedrijfswoning;
  • d. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
    • 1. bouwhoogte erfafscheiding: 2 meter;
    • 2. bouwhoogte windturbine maximaal 10 meter, mits op tenminste 10 meter van de perceelsgrenzen en niet op gronden die voor opslag zijn aangeduid;
    • 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 2.50 meter;
5.2.2 Ontheffing van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen voor de overschrijding van het bouwvlak met de aanduiding 'bedrijfswoning' ten behoeve van een vergroting van de bedrijfswoning tot een maximale oppervlakte van 150 m² (inclusief aan- en uitbouwen en exclusief bijgebouwen), mits:

  • a. het vlak met de aanduiding 'bedrijfswoning' volledig is benut ten behoeve van de woning;
  • b. de voorgevel van de bedrijfswoning niet verder van de weg wordt gesitueerd, waaraan de bedrijfswoning het adres ontleent;
  • c. de afstand van de bedrijfswoning tot de zijdelingse grenzen van het bouwperceel tenminste 3 meter bedraagt èn tot een andere bestaande (bedrijfs)woning tenminste 5 meter, met inachtneming van het bepaalde onder d;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c mag bij een bestaande kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens of een andere bestaande (bedrijfs)woning, deze bestaande afstand niet verder worden verkleind;
  • e. de grens van de bestemming 'Tuin' niet wordt overschreden;
  • f. kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder.
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Gebruiksregels

Voor de in lid 5.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksbepalingen:

  • a. parkeergelegenheid dient binnen het bestemmingsvlak te worden gerealiseerd en niet in de openbare ruimte;
  • b. op de voor bedrijf aangewezen gronden achter het perceel Osdorperweg 580-592 (kadastraal aangeduid als gemeente Sloten, Sectie I, nummers 3244, 3245, 3246, 3247, en 3015) is ter plaatse van de aanduiding 'opslag' maximaal 10.000 m³ opslag toegestaan tot een hoogte van maximaal 3 meter, waarbij op maximaal 5% van de voor opslag aangeduide gronden een hoogte van maximaal 4 meter is toegestaan;
  • c. op de voor bedrijf aangewezen gronden achter het perceel Osdorperweg 530 is ter plaatse van de aanduiding 'opslag' maximaal 5.200 m³ opslag toegestaan tot een hoogte van maximaal 3 meter;
  • d. de hoogte van buitenopslag mag niet meer dan 3 meter bedragen.
5.3.2 Strijdig gebruik

In aanvulling op het algemene gebruiksverbod in artikel 23 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:

  • a. inrichtingen en bedrijven die worden begrepen in art. 2.4 van het Inrichtingen en vergunningenbesluit (Stbl. '93, nr. 50);
  • b. risicovolle inrichtingen;
  • c. detailhandel;
  • d. horeca;
  • e. kantoorruimte die meer dan 30% beslaat van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen;
  • f. het dempen van watergangen.
5.4 Wijzigingsbevoegdheid
5.4.1 Bevoegdheid situering bedrijfswoning

Het dagelijks bestuur kan het plan wijzigen in die zin dat de situering van een bouwvlak met de aanduiding 'bedrijfswoning' kan worden gewijzigd teneinde de ruimtelijke kwaliteit op het perceel te verbeteren of teneinde de situering van de woning bovenop een gasleiding op te heffen, mits:

  • a. de voorgevel van de woning niet verder van de weg wordt gesitueerd, waaraan de woning het adres ontleen';
  • b. de oppervlakte van het bouwvlak voor een bedrijfswoning na wijziging van de situering niet meer dan 150 m² bedraagt, met inachtneming van het bepaalde onder c;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b mag bij bouwvlakken voor een bedrijfswoning met een bestaande oppervlakte groter dan 150 m², deze bestaande grotere oppervlakte na wijziging van de situering worden voortgezet;
  • d. de afstand van de bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelsgrenzen tenminste 3 meter bedraagt èn tot een andere bestaande (bedrijfs)woning tenminste 5 meter, met inachtneming van het bepaalde onder e;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d mag bij een bestaande kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens of een andere bestaande (bedrijfs)woning, deze bestaande afstand worden aangehouden doch niet verder worden verkleind;
  • f. de grens van de bestemming 'Tuin' niet wordt overschreden;
  • g. met een bodemonderzoek is aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
  • h. een goede ontsluiting van de bedrijfswoning is verzekerd.
5.4.2 Bevoegdheid situering bedrijfsgebouw

Het dagelijks bestuur is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de situering van een bouwvlak voor een bedrijfsgebouw kan worden gewijzigd teneinde de ruimtelijke of logistieke kwaliteit op het perceel te verbeteren, mits:

  • a. het bouwvlak niet verder van de weg wordt gesitueerd, waaraan het perceel het adres ontleent;
  • b. de afstand tot de zijdelingse grenzen van het bouwperceel tenminste 5 meter bedraagt;
  • c. de afstand tot een woning van derden tenminste 5 meter bedraagt;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b en c mag bij een bestaande kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens of een bestaande woning van derden, deze bestaande afstand worden aangehouden doch niet verder worden verkleind;
  • e. de grens van de bestemming 'Tuin' niet wordt overschreden;
  • f. het bouwvlak niet wordt vergroot.