direct naar inhoud van Artikel 22 Waarde-Archeologie
Plan: Bestemmingsplan Geuzenveld
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.P0903BPSTD-VG01

Artikel 22 Waarde-Archeologie

22.1 Bestemmingsomschrijving

De op de (digitale) plankaart voor Waarde-Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:doeleinden ter bescherming en behoud van archeologische waarden.

De bestemming "Waarde-Archeologie" is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

22.2 Bouwregels
  • a. De aanvrager van een bouwvergunning als bedoeld in de Woningwet dient een inventariserend veldonderzoek (IVO) te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein, die blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar oordeel van het dagelijks bestuur in voldoende mate is vastgesteld, indien de aanvraag betrekking leidt tot grondroerende werkzaamheden:

a. van 100 m² of meer en;

b. dieper dan 1,00 meter onder peil.

  • b. Een inventariserend veldonderzoek (IVO) zoals bedoeld in lid 22.2, sub a is niet vereist als uit (aanvullend) archeologisch bureauonderzoek blijkt dat er ter plaatse een lage archeologische verwachting is.
22.3 Nadere eisen

Aan de bouwvergunning als bedoeld in lid 22.2, sub a kunnen, indien artikel 22.2, sub b niet van toepassing is, in het belang van de archeologische waarden de volgende voorschriften worden verbonden.

a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem worden behouden;

b. verplichting tot het doen van opgravingen;

c. verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door dagelijks bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.

22.4 Aanlegvergunning
  • a. Op en onder de in lid 22.1 genoemde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het dagelijks bestuur (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerk en zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
      • het uitvoeren van grondbewerkingen over een oppervlakte van meer dan 100 m² in combinatie werken op een diepte van 1 meter of meer, waartoe onder meer wordt gerekend het egaliseren, roeren en omwoelen van gronden;
      • het aanbrengen van drainage welke op een diepte van 1 meter of meer;
      • het aanbrengen van ondergrondse kabels, leidingen en andere infrastructurele voorzieningen op een diepte van 1 meter of meer.
    • 1. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
      • het normale onderhoud van wegen, water, groenvoorzieningen en tuinen;
      • werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
  • b. alsmede;
      • indien uit (aanvullend) archeologisch bureauonderzoek blijkt dat er een lage archeologische verwachting is.
    • 1. De aanlegvergunning kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
    • 2. De aanlegvergunning kan slechts worden verleend indien een inventariserend veldonderzoek naar mogelijk aanwezige archeologische waarden in de betrokken gronden heeft plaatsgevonden. .
    • 3. Aan de aanlegvergunning kunnen in het belang van de archeologische waarden de volgende voorschriften worden verbonden: :
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden ;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door burgemeester en wethouders / Dagelijks Bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.