direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Bestemmingsplan Geuzenveld
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.P0903BPSTD-VG01

Artikel 1 Begrippen

1.1 aanbouw

Een grondgebonden toevoeging van één bouwlaag aan een bestaande woning welke ondergeschikt is aan de bestaande woning en strekt tot het vergroten van het woongenot.

1.2 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.3 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.4 aanduidingsvlak

Een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding.

1.5 apotheek

Detailhandel waar al dan niet op doktersrecept medicijnen en aanverwante artikelen kunnen worden gekocht.

1.6 automatenhal

Iedere besloten ruimte waarin meer dan drie speelautomaten of andere mechanische toestellen, zoals bedoeld in artikel 30 van de Wet op de Kansspelen, zijn opgesteld ten behoeve van het publiek.

1.7 bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bedrijf

Een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.9 bedrijfsvaartuig

Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, hoe ook genaamd en van welke aard ook, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als, of is bestemd tot, opslagruimte en/of voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep.

1.10 besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken

Het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken van 28 november 2002 (Stb. 2002, 582), laatstelijk gewijzigd 15 juni 2004 (Stb. 2004, 291).

1.11 bestemmingsgrens

Een op de verbeelding aangeduide lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak.

1.12 bestemmingsvlak

Een op de verbeelding aangeduid vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 bijzondere bouwlaag

Kelders, souterrains en kappen.

1.14 bouwen

Het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen en vergroten van een bouwwerk.

1.15 bouwgrens

Een op de verbeelding aangeduide lijn die de grens vormt van een bouwvlak en die niet door bebouwing mag worden overschreden.

1.16 bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, met uitzondering van bijzondere bouwlagen.

1.17 bouwvlak

Een op de plankaart aangegeven, door bouw- en/of bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarin een maximum goothoogte en/of bouwhoogte is aangegeven.

1.18 bouwwerk

Elke constructie van enige omvang, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond .

1.19 brutovloeroppervlakte (bvo)

Het totale bebouwde oppervlakte van bijvoorbeeld een winkel of horecavestiging, met inbegrip van personeelsruimten, bergingen, etc.

1.20 bijzondere bouwlagen

Kelders, souterrains en kappen.

1.21 consumentverzorgende dienstverlening

Het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waarbij in het gebouw voor het publiek toegankelijke ruimten zijn ondergebracht, zoals bankfilialen, reisbureaus, rijscholen, uitzendbureaus, zonnestudio's, kappers en schoonheidssalons.

1.22 dakopbouw

Een aan een woning met (van oorsprong) een plat dak toegevoegde (woon)laag, zich uitstrekkende over een deel van het dakvlak.

1.23 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit .

1.24 detailhandel in volumineuze goederen

Detailhandel in volumineuze goederen, te onderscheiden in:

a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;

b. detailhandel in zeer volumineuze goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;

c. tuincentra;

d. grootschalige meubelbedrijven inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering;

e. bouwmarkten.

1.25 gebouw

Elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.26 geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen

Geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit Geluidhinder, zijnde:

a. ziekenhuizen en verpleeghuizen;

b. verzorgingstehuizen;

c. psychiatrische inrichtingen;

d. medisch centra;

e. poliklinieken;

f. medische kleuterdagverblijven

1.27 gevelvlak

Een voor-, zij- of achtergevel van een gebouw.

1.28 horeca I

Fastfoodzaken, automatieken, snackbars en fastfood-restaurants.

1.29 horeca II

Nachtzaken, dancings, discotheken en sociëteiten.

1.30 horeca III

Cafés, bars en eetcafés .

1.31 horeca IV

Restaurants, koffiehuizen, lunchrooms en ijssalons .

1.32 huisgebonden beroep

Een dienstverlenend beroep of bedrijf aan huis, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij in totaal maximaal 40% van het oppervlak van de woning voor huisgebonden beroepen wordt gebruikt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonbestemming in overeenstemming is.

1.33 kantoor

Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)-overheidsinstellingen, zakelijke dienstverlening zoals het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen

1.34 kelder

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de daarboven gelegen bouwlaag maximaal 0,50 meter boven het peil is gelegen.

1.35 maatschappelijke voorzieningen I

Onderwijsvoorzieningen met bijbehorende sport- en welzijnsvoorzieningen.

1.36 maatschappelijke voorzieningen II

Zorg- en welzijnsvoorzieningen, met uitzondering van geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen, met inbegrip van een bij de maatschappelijke voorzieningen behorende apotheek.

1.37 maatschappelijke voorzieningen III

Religieuze voorzieningen.

1.38 nutsvoorziening

Bebouwing ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten en vergelijkbare doeleinden.

1.39 ondersteunende horeca

Horeca die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie, waarbij:

a. het totale vloeroppervlak ten behoeve van de ondersteunende horeca niet meer dan 25% van het totale vloeroppervlakte mag bedragen;

b. de ondersteunende horeca uitsluitend via de hoofdfunctie bereikbaar is.

1.40 passagiersvaartuig

Een bedrijfsvaartuig dat hoofdzakelijk gebruikt wordt of bestemd is voor bedrijfsmatig vervoer van personen en/of varende recreatie, waarbij het vaartuig beschikbaar wordt gesteld aan derden.

1.41 peil

Onder het peil wordt verstaan:

  • a. voor een gebouw op een perceel waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang, met dien verstande dat indien een terrein is gelegen aan meerdere wegen de laagste weg bepalend is;
  • b. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de toegang niet direct aan een weg grenst: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld.
1.42 plan

het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Geuzenveld' van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer van de gemeente Amsterdam, bestaande uit verbeelding en regels.

1.43 plankaart

De van het bestemmingsplan deel uitmakende verbeelding bestaande uit twee kaartbladen.

1.44 plangebied

Het gebied behorende tot dit bestemmingsplan 'Geuzenveld', zoals aangegeven en begrensd op de verbeelding.

1.45 planregels

De regels, deel uitmakende van het bestemmingsplan ....

1.46 pleziervaartuig

Een vaartuig, uitsluitend gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie .

1.47 prostitutiebedrijf

Een bedrijf waar tegen een materiële vergoeding seksuele diensten worden aangeboden .

1.48 recreatieve voorzieningen

Buurtgerichte en kleinschalige al dan niet commerciële recreatieve voorzieningen, waaronder dansscholen en sportscholen, voor zover deze niet vallen onder recreatieve voorzieningen als bedoeld in het Besluit MER 1994 .

1.49 scootsafe

Een bouwwerk geen gebouw zijnde ten behoeve van de stalling van elektrische voertuigen (scootmobiels) voor invaliden en mindervaliden.

1.50 seksinrichting

Een (gedeelte van een) gebouw waarin handelingen en/of vertoningen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard, waaronder worden begrepen: een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, sekstheater, seksautomatenhal en sekswinkel.

1.51 seksbioscoop

Een inrichting waarin filmvoorstellingen van erotische en/of pornografische aard worden gegeven.

1.52 sekstheater

Een inrichting waarin voorstellingen van erotische en/of pornografische aard worden gegeven.

1.53 seksautomatenhal

Een inrichting waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en liveshows (peepshows) van erotische en/of pornografische aard worden gegeven.

1.54 sekswinkel

Een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van seksartikelen aan de uiteindelijke ver- of gebruiker.

1.55 short stay

Het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één week en maximaal zes maanden.

1.56 souterrain

Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de daarboven gelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven het peil is gelegen.

1.57 stationerend vaartuig

Een vaartuig, daaronder begrepen een object dat afgemeerd is te water en niet tot enige andere categorie behoort en/of een schip, vaartuig of casco in aanbouw tot woonboot, pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig, passagiersvaartuig of stationerend vaartuig.

1.58 telefoneerinrichting

Een gelegenheid waar de hoofdactiviteit of één van de voornaamste activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoneergesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet.

1.59 waterhuishoudkundige voorzieningen

Voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder mede begrepen (natuurlijke) oevers, duikers en dammen.

1.60 woning

Een (deel van een) gebouw dat uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, waaronder short stay.

1.61 woonboot

Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf .

1.62 woonwagen

Een voor bewoning bedoeld gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.63 woonzorgcentrum

Een gebouw of gedeelte van een gebouw waar een specifieke doelgroep (onder begeleiding) woont, zoals ouderen of personen met een psychologische stoornis, die algemene en/of medische verzorging geniet en waar naast ruimten voor verzorging tevens bij het zorgcentrum behorende ruimten zoals medische behandelruimten, ondergeschikte detailhandel, dienstverlening (kapper), eetzaal en overige nevenruimten zijn inbegrepen.