Plan: | Bestemmingsplan Hamerstraatgebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N1002BPSTD-OH01 |
Bouwvolume
Het toegestane programma per kavel wordt beperkt door de floorspace-index (fsi). De floorspace-index geeft per (kadastraal) perceel aan hoe groot het brutovloeroppervlak van de gebouwen mag zijn. Een maximum 1 betekent bijvoorbeeld dat het totale brutovloeroppervlak per perceel net zo groot mag zijn als het oppervlak van het perceel. Als bijvoorbeeld 1/3 van het perceel wordt bebouwd, zijn maximaal 3 bouwlagen toegestaan. De huidige fsi in het gebied is circa 0,8. De nieuwe maximale fsi tussen 2 en 3 geeft dus voldoende ruimte voor verdere intensivering. Omdat er expliciet niet gekozen is voor transformatie naar een hoogstedelijk gebied met een aanzienlijk woonbouwprogramma, zouden hogere dichtheden onlogisch zijn.
Bouwhoogte
De maximale bouwhoogte in het Hamerstraatgebied wordt, tenzij anders aangegeven, 30 meter. Een inmiddels gebruikelijke en veel voorkomende bouwhoogte aan zowel de Noordelijke als de Zuidelijke IJ-oever.
Om tot een zo optimaal mogelijke bezonning te komen, moeten de hoogten van straatwanden zich verhouden tot de breedte van de straat. Er wordt gerekend met een bezonningshoek van 45 graden. Bij straten met een smaller profiel dan 30 meter kan in de tweede linie (terugliggend) tot aan de maximale bouwhoogte gebouwd worden. Grenzend aan kwetsbare achtertuinen van bestaande woningen is deze regel ook van toepassing.
Conform het Investeringsbesluit wordt in het bestemmingsplan een aantal zoekgebieden aangegeven waar hoogbouwaccenten tot 45 dan wel 60 meter mogelijk zijn. In hoofdstuk 15 wordt ingegaan aan hoogbouwaspecten.
Openbare ruimte
De openbare ruimte kent een heldere opbouw. In het Investeringsbesluit worden maatregelen voorgesteld die bijdragen aan de transformatie naar een geïntensiveerd stedelijk gemengd bedrijventerrein.
Voor de herontwikkeling van het Hamerstraatgebied zijn geen randvoorwaardelijke investeringen in de openbare ruimte nodig. De huidige infrastructuur is geschikt en voldoende voor een groter en gevarieerder programma. Alleen de capaciteit van de rotonde Meeuwenlaan dient eventueel aangepast te worden, zie hiervoor hoofdstuk 5 Verkeer en parkeren.
Bij de overige ingrepen ligt de nadruk op het in stand houden en verbeteren van de bereikbaarheid, waardoor de levendigheid in het plangebied toeneemt. Hierbij zijn twee ambities van belang.
Hiervoor zijn enkele ingrepen noodzakelijk.
Verdere ambities van de gemeente zijn gericht op de herinrichting van waardevolle plekken aan het IJ. Zo wordt onder meer een watertrap / steiger gerealiseerd bij de Johan van Hasseltkanaal en een houten steiger tussen kop water en het plein voor de Goudfazant. Hiernaast zijn ook ingrepen voorgesteld ter verbetering van de presentatie en het entree van het gebied; zoals herinrichting van de zuidelijke strook van de Meeuwenlaan en continuering van bomenlanen in het Gedempt Hamerkanaal en de Johan van Hasseltweg. Tot slot wordt nog reservering gemaakt voor straatmeubilair: banken, fietsnietjes etc.
De maatregelen in de openbare ruimte worden qua omvang en prioritering aangepast aan de ruimte voor kostenverhaal gebaseerd op het te realiseren programma.