Plan: | Bestemmingsplan Hamerstraatgebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N1002BPSTD-OH01 |
Structuurvisie Amsterdam 2040 Economisch Sterk en Duurzaam
De centrale ambitie van de Structuurvisie (op 16 februari 2011 vastgesteld door de gemeenteraad) is dat Amsterdam zich verder ontwikkelt als kernstad van een internationaal concurrerende, duurzame, Europese metropool. Om economisch sterk en duurzaam te zijn en Amsterdam en de regio verder te kunnen ontwikkelen als internationaal concurrerende, duurzame, Europese metropool wil Amsterdam onder meer een intensiever gebruik bestaande stad en het openhouden van het landschap. Intensivering van het grondgebruik in de stad biedt tal van mensen woon- en werkruimte. Het betekent extra draagvlak voor voorzieningen, extra investeringen in de openbare ruimte, efficiënter omgaan met energie en vervoer en er hoeft minder landschap te worden aangetast. Daarnaast betekent het ook 70.000 woningen en bijbehorende voorzieningen erbij tot 2040, intensiever gebruik van de haven en huidige bedrijventerreinen en ruimte voor waterberging.
In de visie van de gemeente wordt het Hamerstraatgebied op de lange termijn (2040) een gemengd werk- en woongebied.
Figuur: Uitsnede van de Structuurvisie, Kaart Visie Uitrol centrumgebied 2040
Conform de fasering van de Structuurvisie vindt de transformatie naar werk-woongebied met name in de periode 2020-2030 plaats. De Structuurvisie geeft echter de mogelijkheid om de transformatie naar werk-woongebied ook eerder in gang te zetten, mits het accent van de woningbouwproductie na 2020 ligt. Conform deze doelstelling wordt wonen in het plangebied slechts op kleine schaal (maximum 200 woningen) toegestaan.
De Structuurvisie geeft verder de mogelijkheid om langs de Noordelijke IJ-oever in de tweede linie hoogbouw tot 60 meter te realiseren. Binnen 2 kilometer afstand van het UNESCO-gebied is een hoogbouweffectrapportage (HER) verplicht voor initiatieven boven 30 meter. Het HER geeft een toelichting op het hoogbouwplan, waarbij aandacht wordt besteed aan de landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing, consequenties van de hoogtebeperkingen vanwege Schiphol, straalpaden, zendstations en de effecten van wind-, schaduw- en visuele hinder.
Figuur Uitsnede van de Structuurvisie, Kaart Visie hoogbouw
In het bestemmingsplan worden zoekgebieden aangegeven waar hoogbouwaccenten tot 45 dan wel 60 meter mogelijk zijn. In hoofdstuk 15 wordt ingegaan op de hoogbouwaspecten.
Kantorenstrategie Amsterdam 2011
De Kantorenstrategie werd op 14 juli 2011 vastgesteld door de gemeenteraad en dient als nadere uitwerking van de Structuurvisie. Het geeft richting aan de rol van de gemeente op de kantorenmarkt om de leegstand terug te brengen tot een acceptabel niveau en de toenemende verversing en de geringe uitbreiding van de kantorenvoorraad vorm te geven. De gemeente wil hiermee bijdragen aan het herstellen van het evenwicht op de kantorenmarkt op termijn. De kantorenstrategie richt zich niet alleen op de planvoorraad, maar vooral ook op de bestaande voorraad. Op stedelijk en projectniveau worden maatregelen en kaders benoemd die bijdragen aan:
Per saldo zal hierdoor de totale kantorenvoorraad in omvang afnemen en zal er weer zicht komen op een 'normaal' leegstandspercentage. Het doel is een continue toekomstbestendige kantorenvoorraad die voldoende ruimte biedt aan de uiteenlopende vraag van huidige en potentiële kantoorondernemingen. In deze kantorenstrategie worden verschillende maatregelen beschreven om het evenwicht tussen vraag en aanbod voor de kantorenmarkt te herstellen en de overmaat aan leegstand op te lossen.
De kantorenstrategie van de gemeente maakt onderscheid tussen vier hoofdgroepen kantorenlocaties: krimpgebieden, balansgebieden, beperkte groeigebieden en groeigebieden. Het Hamerstraatgebied wordt als groeigebied aangemerkt, waar ruimte wordt geboden voor het toevoegen van kantoren aan de bestaande kantorenvoorraad. Voor de groeigebieden geldt bij nieuwe uitgiften een aantal kaders zoals die zijn opgenomen in de kantorenstrategie.
In onderliggend bestemmingsplan is rekening gehouden met het overaanbod van kantoren in Amsterdam. De vestiging van zelfstandige kantoren is aanzienlijk beperkt: er geldt een maximale oppervlakte-eis van 500 m2. Hiermee wordt alleen ruimte geboden voor kleinschalige kantoorontwikkelingen. Voor grotere kantorenplannen bestaat voldoende aanbod op andere locaties in de stad. Verder is er ook een maximum gesteld aan het totaalaanbod van kantoorruimte in het plangebied; maximum 20.000 m2 nieuwe kantoren conform de Kantorenstrategie. Hiermee wordt voldaan aan de stedelijke doelstellingen om aan het aanbod kantoren te beperken.
Detailhandelsbeleid 'Amsterdam Winkelstad: Een kwaliteit aan winkelgebieden 2011-2015'
Op 23 mei 2011 heeft de gemeenteraad van Amsterdam de ruimtelijke detailhandelsbeleidsnota "Amsterdam Winkelstad: Een kwaliteit aan winkelgebieden 2011-2015" vastgesteld. De eerste hoofddoelstelling is het koesteren en verder versterken van het gevarieerde winkelmilieu van Amsterdam. Hierdoor wordt de aantrekkingskracht op (nieuwe) bewoners en zakelijke en toeristische bezoekers vergroot. Tweede hoofddoelstelling is het versterken en borgen van de fijnmazige structuur van winkelgebieden met aanbod in dagelijkse artikelen. Zo blijven deze winkelgebieden op aanvaardbare afstand toegankelijk voor bewoners.
Met het nieuwe detailhandelbeleid spant de gemeente zich in om de delicate, broze balans tussen een gevarieerd en vernieuwend winkelmilieu enerzijds en het kunnen doen van de dagelijkse boodschappen dicht bij huis anderzijds zoveel mogelijk in tact te houden.
Het nieuwe detailhandelsbeleid maakt onderdeel uit van de Structuurvisie Amsterdam 2040 Economische Sterk en Duurzaam (17 februari 2011) en het Amsterdams Ondernemers Programma 2011-2014 (AOP). Het nieuwe detailhandelsbeleid vergroot de kwaliteit aan winkelgebieden in Amsterdam en biedt de beste garantie om de werkgelegenheid in de detailhandel te behouden en te vergroten.
Het onderliggend bestemmingsplan laat slechts één detailhandelvestiging in het plangebied toe. In paragraaf 4.1 wordt de samenhang met het beleid van de stad weergegeven.