direct naar inhoud van 6.2 Beleid, wet- en regelgeving
Plan: Bestemmingsplan Eenhoorn I
Plannummer: M1207BPSTD
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1207BPSTD-OH01

6.2 Beleid, wet- en regelgeving

6.2.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
In de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Zo beschrijft het kabinet in de Structuurvisie in welke infrastructuurprojecten zij de komende jaren wil investeren. En op welke manier de bestaande infrastructuur beter benut kan worden.

De SVIR vervangt (het grootste deel van) de Nota Mobiliteit (2009). De volgende beleidsdoelen van de Nota blijven van kracht:

  • het verbeteren van de internationale bereikbaarheid;
  • het verbeteren van de interne en onderlinge bereikbaarheid van de nationale stedelijke netwerken en economische ontwikkeling;
  • een goed functionerend systeem voor het vervoer van personen en goederen als essentiële voorwaarde voor economische ontwikkeling;
  • het inzetten op proces- en technologie-innovatie ter realisering van de beleidsdoelen.

De uitgangspunten bij het realiseren van deze beleidsdoelen zijn betrouwbare reistijden, vlotte en veilige verkeersafwikkeling binnen de (inter)nationale wettelijke en beleidsmatige kaders van milieu en leefomgeving. Dit bestemmingsplan past binnen de beleidsdoelen van het Rijk als onderdeel van een reeks ontwikkelingen in het kader van het project Wibaut aan de Amstel.

6.2.2 Regionaal beleid Stadsregio Amsterdam

Het Regionaal Verkeer & Vervoerplan
Het Regionaal Verkeer & Vervoerplan (RVVP) van de Stadsregio Amsterdam is sinds 2004 het beleidskader op het gebied van verkeer en vervoer van de stadsregio Amsterdam. Het is richtinggevend voor de beleidsontwikkeling voor 10 jaar, voor de uitvoering van de exploitatie van het openbaar vervoer en de subsidieverlening op het gebied van infrastructuur en verkeersveiligheid. Dit RVVP is opgesteld binnen de ambities die de stadsregio-gemeenten gezamenlijk hebben geformuleerd. Deze ambities zijn: het creëren van een gezonde, gedifferentieerde economie met internationale concurrentiekracht, het bieden van een goed sociaal klimaat aan de inwoners en het zorgen voor een duurzame leefomgeving. De hoofdlijnen van beleid zijn samen te vatten in een aantal strategieën: een samenhangend netwerk, gebiedsgerichte aanpak, prijsbeleid, duidelijke keuzes voor leefbaarheid en veiligheid en een slagvaardige samenwerking en financiering.

Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer & Vervoerplan
Het Uitvoeringsprogramma (2009) richt zich op acties en maatregelen om doelen uit het Regionaal Verkeer & Vervoerplan te realiseren. In de nabijheid van het Eenhoorn I gebied ligt het Amstelstation waarvan de ontwikkeling en van de omgeving wordt benoemd onder speerpunt B: Regionaal openbaar vervoer.

6.2.3 Gemeentelijk beleid

Nota Locatiebeleid Amsterdam (2008)
Het locatiebeleid Amsterdam heeft tot doel de bereikbaarheid van (werk)locaties te garanderen en daarmee een gezond woon-, leef- en vestigingsklimaat te behouden en de economische positie van Amsterdam te versterken. In het locatiebeleid staat de toepassing van het principe 'de juiste functie op de juiste plek' centraal. Daarnaast legt het locatiebeleid parkeernormen voor kantoren en bedrijven vast. Het autogebruik wordt, ten gunste van een betere doorstroming voor het zakelijke en noodzakelijke verkeer, teruggedrongen. Tevens wordt het gebruik van het openbaar vervoer gestimuleerd.
Het doel van de juiste functie op de juiste plek is het optimaal benutten van de schaarse ruimte en het garanderen van een goede bereikbaarheid. Hierdoor wordt het niet-noodzakelijke autoverkeer beperkt. Met functie worden hier functies in de brede zin bedoeld, bijvoorbeeld kantoren, bedrijven, voorzieningen, winkels, hotels, onderwijsinstellingen, leisure. Met de juiste plek wordt bedoeld de locatie die geschikt is volgens de Structuurvisie Amsterdam 2040 en overige relevante beleidsnota's.

Parkeerbeleid
Het verkeers- en vervoersbeleid van Amsterdam is gericht op de verbetering van de leefbaarheid in de stad en het behoud van de bereikbaarheid ervan. Het gemeentelijk parkeerbeleid draagt daaraan bij met maatregelen die tot doel hebben het niet-noodzakelijk autoverkeer naar en in de stad, terug te dringen. Op die manier wordt onder meer de bereikbaarheid van de stad voor noodzakelijk autoverkeer gewaarborgd.
Volgens het locatiebeleid (zie hierboven), vastgesteld in april 2008 zijn de parkeernormen voor kantoren en bedrijven: 1 parkeerplaats per 250 m² brutovloeroppervlak (bvo) op A-locaties en 1 parkeerplaats per 125 m² bvo op B-locaties. Op grond van het locatiebeleid is het mogelijk om in bepaalde gevallen van deze normen te kunnen afwijken. A-locaties bevinden zich rondom de belangrijkste NS stations. B- locaties zijn te vinden in de directe omgeving van ringlijn/metrostations en overige NS-stations of liggen binnen het tram/busnetwerk. Voor het Eenhoorngebied zijn, vanwege de nabijheid van het Amstelstation, de normen zoals bij een A-locatie gehanteerd. Voor bedrijven en kantoren kantoor betekent dat dat gerekend wordt met een norm van maximaal 1 parkeerplaats per 250 m2 bvo. Het aantal parkeerplaatsen voor voorzieningen is, conform het parkeerbeleid, 1 parkeerplaats per 125m2 bvo.
Voor de studentenhuisvesting heeft het Dagelijkse Bestuur van Stadsdeel Oost op 5 juli 2005 ingestemd met het aanpassen van het aantal parkeerplaatsen ten behoeve van studenten. Hierbij is een parkeernorm aangehouden van 0,09 per woning. In de parkeerverordening van het stadsdeel wordt opgenomen dat nieuwe ontwikkelingen uit het vergunningengebied worden gehaald. Bewoners hebben hiermee geen recht op een parkeervoorziening op straat. En het beleid van het stadsdeel gaat uit van het principe dat als men over een parkeerplaats kan beschikken (bijvoorbeeld in een parkeergarage) er geen vergunning op straat wordt verstrekt.

Parkeerbalans
Om de schaarse ruimte efficiënt te benutten en het (niet-noodzakelijke) autoverkeer terug te dringen, is een parkeerbalans een onmisbaar instrument om de vraag naar en het aanbod van parkeerplaatsen te berekenen en daarmee de hoeveelheid parkeerplaatsen in een gebied zo optimaal mogelijk te bepalen. Aanbevolen wordt om een parkeerbalans op te stellen bij plannen waar meerdere niet-woonfuncties zijn voorzien. Voor het projectgebied Wibaut aan de Amstel is een parkeerbalans opgesteld (zie paragraaf 6.3).

Programma Milieu en Mobiliteit
Het Programma Milieu en Mobiliteit richt zich op het hoogst haalbare ten aanzien van Milieu en Mobiliteit in de afzonderlijke projecten van Wibaut aan de Amstel. Het programma is gericht op drie belangrijke speerpunten, te weten Leefbaarheid, Gezondheid en Duurzaamheid. Het eerste speerpunt richt zich vooral op het in goede banen leiden van de mobiliteit, ten behoeve van de leefbaarheid en veiligheid in het gebied. In het gebied is er naast de auto en fiets een ruim aanbod van modaliteiten. Daar waar het fietsgebruik in Amsterdam in de laatste jaren is toegenomen ten koste van de auto laat het Wibaut aan de Amstel gebied een ander beeld zien. Bewoners en bezoekers kiezen eerder voor het openbaar vervoer dan de fiets, vanwege de goede OV-bereikbaarheid van het gebied. Opvallend is verder het hogere autogebruik ten opzichte van het Amsterdamse gemiddelde. Om het autogebruik terug te dringen ten gunste van de fiets wordt letterlijk meer ruimte aan de fiets gegeven en door het bieden van goede stallingsmogelijkheden. Voor de langere termijn wordt onderzocht of in het Eenhoorngebied een fietsbrug over de Ringvaart haalbaar is.