direct naar inhoud van 12.2 Beleid, wet- en regelgeving
Plan: Bestemmingsplan Eenhoorn I
Plannummer: M1207BPSTD
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1207BPSTD-OH01

12.2 Beleid, wet- en regelgeving

Anders omgaan met water Waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21)
Dit kabinetsstandpunt uit december 2000 geeft de overkoepelende visie van het Rijk weer op de aanpak van veiligheid en wateroverlast. In dit beleidsstuk wordt de watertoets geïntroduceerd om te voorkomen dat de bestaande ruimte voor water geleidelijk afneemt, door bijvoorbeeld landinrichting, de aanleg van infrastructuur of woningbouw. De watertoets kent twee producten: het wateradvies van de waterbeheerder en de waterparagraaf van de initiatiefnemer van plannen en besluiten.

Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) 
In 2003 sloten het Rijk, de provincies, het Samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen het Bestuursakkoord Water. Het akkoord heeft tot doel om in de periode tot 2015 de gevolgen van zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat aan te pakken.

Voor het Eenhoorn I gebied zijn vooral het NBW en WB21 van belang. In het NBW staat onder meer hoe met klimaatveranderingen, de stedelijke wateropgave en de ontwikkelingen in woningbouw en infrastructuur moet worden omgegaan. Het WB21 gaat uit van een duurzaam waterbeheer door water vast te houden op de kavels, te bergen en daarna pas af te voeren. Door toepassing van het principe vasthouden-bergen-vertraagd afvoeren wordt het hemelwater sterk vertraagd en in kleinere hoeveelheden afgevoerd naar het oppervlaktewatersysteem. Tijdens een piekbui komt er een kleinere waterstroom in het oppervlaktewater terecht. Hierdoor wordt het oppervlaktewater ontlast en worden peilfluctuaties en wateroverlast en –onderlast verminderd. Als je deze lijn doortrekt, hoeven de gemalen in de Watergraafsmeerpolder op piekmomenten minder water te verpompen, zodat de gemaalcapaciteit beperkt kan worden en een meer duurzame situatie ontstaat. Bovendien kan de sponswerking van de ondergrond benut worden. Door minder verhard oppervlak aan te leggen en water te infiltreren in de bodem, wordt de bodem benut als een reservoir. Het aanwezig groen draagt bij aan de verdamping van water, zodat er minder in het ontvangende watersysteem terecht komt.

Nationaal Waterplan
De Vierde Nota waterhuishouding, de Commissie Waterbeheer 21e eeuw en het Nationaal Bestuursakkoord Water hebben het waterbeheer de afgelopen tien jaar een belangrijke impuls gegeven. Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. In december 2009 heeft het kabinet het Nationaal Waterplan vastgesteld. Het geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet die met ingang van 22 december 2009 van kracht is. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. In het Nationaal Waterplan is een eerste uitwerking gegeven aan het Deltaprogramma dat wordt opgesteld naar aanleiding van het advies van de Deltacommissie in 2008. Dit programma is gericht op duurzame veiligheid en zoetwatervoorziening.

Provinciale waterplan 2010-2015 
In het Waterplan "Beschermen, Benutten, Beleven en beheren" zijn de hoofdlijnen van beleid geformuleerd voor het beheer van het Noord-Hollandse watersysteem.
Het Waterplan geeft als strategische waterdoelen tot 2040 en acties tot 2015 aan:
Gezamenlijk met de waterschappen en Rijkswaterstaat waarborgen van voldoende bescherming van mens, natuur en bedrijvigheid tegen overstromingrisico's via het principe: preventie (het op orde houden van de waterkeringen met aandacht voor ruimtelijke kwaliteit), gevolgschade beperken (bijvoorbeeld waterbestendig bouwen daar waar nodig) en rampenbeheersing (bijvoorbeeld goede vluchtroutes en informatievoorziening). De provincie zal met waterschappen, gemeenten en Rijkswaterstaat zorgen dat water in balans en verantwoord benut en beleefd wordt door mens, natuur en bedrijvigheid. Het watersysteem en de beleving van het water wordt versterkt door deze te combineren met natuurontwikkeling, recreatie en/of cultuurhistorie. Samen met gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat en drinkwaterbedrijven zal de provincie toezien op schoon en voldoende water door een kosteneffectief en klimaatbestendig grond- en oppervlaktewatersysteem.

Een belangrijk middel voor het realiseren van de provinciale waterdoelen is het via integrale gebiedsontwikkeling proactief zoeken naar kansrijke combinaties met veiligheid, economie, recreatie, landbouw, milieu, landschap, cultuur en natuur. Het Waterplan heeft voor de ruimtelijke aspecten de status van een structuurvisie op basis van de Wet ruimtelijke ordening. In het Waterplan staan de ruimtelijke consequenties van het provinciaal waterbeleid. Alle ruimtelijke opgaven uit het Waterplan zijn integraal afgewogen bij de vaststelling van de Structuurvisie.

Waterbeheerplan AGV 2010-2015
In het Waterbeheerplan staat welke doelen het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) de komende zes jaren nastreeft en op welke manier het waterschap die doelen wil bereiken. Het Hoogheemraadschap zorgt voor schoon water op het juiste peil en voor droge voeten in het beheergebied. Daarnaast zal de focus liggen op de volgende aspecten:

  • 1. Het implementeren van de KRW;
  • 2. Het op de rol zetten van acties die nodig zijn om de verwachte klimaatverandering en de daarmee gepaard gaande wateroverlast problemen het hoofd te bieden (gericht op het nakomen van de afspraken uit het Nationaal Bestuursakkoord Water in 2015);
  • 3. Een nieuwe benadering van de afvalwaterketen, waarbij het uitgangspunt is: die maatregelen treffen in de afvalwaterketen, die het meest kosteneffectief zijn voor het realiseren van de watersysteemdoelen.


Het draait om water, Watercyclusplan 2010-2015
Met dit integrale watercyclusplan wil Waternet met de zogenaamde watercyclusbenadering de watercyclus verder vorm geven en strategische vragen niet sectoraal op lossen, maar breder in te steken. Deze benadering is sterk van toepassing op het Eenhoorngebied, omdat ingrepen in hemelwater, riolering en oppervlaktewater sterk met elkaar verweven zijn.

Kaderrichtlijn Water
Op grond van de Kaderrichtlijn Water (KRW) moeten lidstaten ervoor zorgen dat uiterlijk in het jaar 2015 een 'goede toestand' van de Europese wateren wordt bereikt. Om aan deze verplichting te voldoen stellen waterbeheerders op alle niveaus plannen voor waterbeheer op en nemen – indien noodzakelijk – maatregelen om de goede chemische en ecologische toestand te bereiken van oppervlakte- en grondwaterlichamen (zie bovengenoemd Waterbeheerplan AGV 2010-2015).

Waterwet
De Waterwet stelt integraal waterbeheer centraal en geeft aandacht aan de relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de samenhang tussen water, grondgebruik en watergebruikers. De Waterwet vormt de wettelijke basis voor het vergunningstelsel. De Waterwet vervangt acht eerdere wetten, met als resultaat dat nu slechts één vergunning (de watervergunning) aangevraagd hoeft te worden. Het bevoegd gezag is de hoogste waterbeheerder in het projectgebied. Voor het Eenhoorngebied is dit Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV), dat zijn taken door Waternet laat uitvoeren.

Integrale Keur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV)
Op 13 oktober 2011 heeft het Algemeen Bestuur van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht de Keur AGV 2011 vastgesteld. Op 25 oktober 2011 heeft het Dagelijks Bestuur van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht nadere regels vastgesteld. Dit zijn de documenten Keurbesluit Vrijstellingen en Beleidsregels Keurvergunningen. De Keur AGV 2011, het Keurbesluit Vrijstellingen en de Beleidsregels Keurvergunningen zijn op 1 december 2011 in werking getreden.

De taak van het waterschap is om te zorgen voor een veilig en gezond watersysteem. Volgens de Waterwet gaat het daarbij om drie hoofddoelstellingen:

  • Voorkomen van overstroming, wateroverlast en waterschaarste
  • Beschermen en verbeteren van de waterkwaliteit en ecologische kwaliteit van watersystemen
  • Vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.

Om deze doelen te kunnen realiseren beschikken de waterschappen over een eigen verordening, die van oudsher de Keur heet. De Keur kent ‘verboden' en ‘geboden' voor de manier van inrichten, gebruik en onderhoud van waterkeringen, oevers en wateren. De Keur is een belangrijk instrument voor het waterschap om activiteiten in en rond het watersysteem in goede banen te leiden en te zorgen dat ze geen gevaar op kunnen leveren voor het watersysteem. Dit maakt het mogelijk om het watersysteem en de keringen voor méér te gebruiken dan alleen voor bescherming tegen wateroverlast en het creëren van een ecologisch gezond watersysteem.

Voor werkzaamheden rond een water of een dijk is vaak een vergunning van het waterschap nodig, bijvoorbeeld bij aanleg van leidingen, lozingen op het oppervlaktewater, plaatsen van bouwwerken, onttrekken van grondwater e.d. De artikelen in het Keurbesluit Vrijstellingen beschrijven onder welke voorwaarden bepaalde activiteiten zijn toegestaan zonder dat een Keurvergunning hoeft te worden aangevraagd. Er geldt in veel gevallen wel een meldplicht.
Het bestuur van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht beoordeelt de vergunningsaanvraag en bepaalt de voorwaarden met behulp van de Beleidsregels Keurvergunningen. In de beleidsregels zijn overzichtelijke tabellen opgenomen om per groep van activiteiten inzicht te krijgen in de beschikbare mogelijkheden.
De Waterwet vormt de wettelijke basis van de Keur, wat betekent dat ontheffingen op de Keurbepalingen via een watervergunning verleend kunnen worden.

Breed Water, plan gemeentelijke watertaken 2010-2015.
De gemeente Amsterdam is wettelijk verantwoordelijk voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater, de inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater en het nemen van grondwatermaatregelen. In dit onderliggend 'Plan gemeentelijke Watertaken 2010-2015' staat hoe deze drie zorgplichten door de gemeente Amsterdam worden ingevuld. Afvalwater en de grondwaterzorgplicht worden uitgevoerd door Waternet. Voor het Eenhoorngebied is de grondwaterzorgplicht van belang. Deze stelt aan ontwikkelplannen een "grondwaternorm" voor kruipruimteloos of met kruipruimte bouwen, tegelijk mag de grondwatersituatie in de bestaande omgeving niet verslechteren.