Plan: | Olympisch Stadion e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1204BPSTD-VG02 |
Structuurvisie Zuidasdok
Begin 2012 is de ontwerpstructuurvisie Zuidasdok opgesteld. Het bevoegd gezag voor de Structuurvisie is de minister van Infrastructuur en Milieu.
De Zuidas is een internationale toplocatie met uitstekende bereikbaarheid, waar dynamiek en zakelijke ambities samen meer mogelijk maken. Een mix van hoogwaardige bedrijvigheid,stedelijk wonen en publieksaantrekkende voorzieningen (zoals theater, congrescentra, etc) zorgt voor een pluriforme en internationale sfeer.
Het project bevat een combinatie van het verbeteren van bereikbaarheid en stedelijke ontwikkeling en grenst aan het bestemmingsplan Olympisch Stadion e.o.
In de structuurvisie is de uitrolfunctie van het centrumgebied opgenomen. Het bestemmingsplan Olympisch Stadion e.o. vormt hiervan een onderdeel. Over de uitrol wordt in de structuurvisie opgemerkt dat in de Zuidas verdichting kan plaatsvinden op de best bereikbare plek binnen het hoogstedelijke centrummilieu, zodat het omringende groen (zoveel mogelijk) onaangetast kan blijven.
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het rijksbeleid.
Structuurvisie Amsterdam 2040, economisch sterk en duurzaam
Initiatieven in de Hoofdgroenstructuur en in de Waterstructuur
In het eerdere ruimtelijke beleid heeft het Rijk gestreefd naar realisatie van een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden: de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en het beschermen van Rijksbufferzones. Rondom Amsterdam liggen de drie Rijksbufferzones Amstelland-Vechtstreek, Amsterdam-Purmerend en Amsterdam-Haarlem. Doel van de Rijksbufferzones is dat zij gevrijwaard blijven van verdere verstedelijking en dat ze zich verder kunnen ontwikkelen tot relatief grootschalige groene gebieden. De Rijksbufferzones en de realisatie van de EHS zijn in het rijksbeleid losgelaten, maar worden in het provinciale en gemeentelijke beleid gehandhaafd.
Amsterdamse Bosscheg
De Schinkeleilanden maken deel uit van de Amsterdamse Bosscheg. De scheggen worden in de structuurvisie aangeduid als onderdelen van het metropolitane landschap rondom de stad. Deze scheggen steken tot in de stad en worden - onder andere vanwege de rust, ruimte en schaal - gebruikt voor recreatie vanuit de stad.
Het omvangrijke loofwoud van het Amsterdamse Bos zorgt ervoor dat Amsterdammers deze scheg het meest bezoeken. Hier zijn omgeving en programma (sport, horeca, streeklandbouw, vaar-, wandel- en fietsmogelijkheden) uitstekend op elkaar afgestemd, is de afstand tot de stad kort en is het beheer onberispelijk. De Schinkeleilanden, gelegen in het plangebied maken ook deel uit van deze scheg en vormen de aanloop vanuit de stad naar het Amsterdamse Bos. Het vormt de verbinding tussen het Vondelpark en het Amsterdamse Bos. Natuur- en Parkeiland - de beide meest noordelijke eilanden in de Schinkel - hebben in 2011 de prestigieuze Groene Stad Award gekregen.
De Hoofdgroenstructuur omvat de minimaal benodigde hoeveelheid groen die Amsterdam wil borgen, bestaande uit gebieden die waardevol zijn voor de stad en de metropool, omdat zij een onmisbare functie vervullen voor groene recreatie, verbetering leefklimaat, waterhuishouding, hittedemping, verbetering luchtkwaliteit, biodiversiteit en voedselproductie. Behoud van cultuurhistorische waarden en een gevarieerd totaalaanbod aan groen zijn belangrijke aspecten.
In de Hoofdgroenstructuur zijn die gebieden opgenomen waar de functies groen en groene recreatie voorop staan. Woningbouw, werkgerelateerde functies, wegenaanleg of het vestigen van voorzieningen die verkeer aantrekken of die ten koste gaan van groen zijn niet in overeenstemming met de doelstellingen van deze structuurvisie. Ingrepen die de recreatieve gebruikswaarde en/of de natuurwaarde of andere functies van het groen verhogen worden juist gestimuleerd.
Ingrepen in de Hoofdgroenstructuur worden op inpasbaarheid beoordeeld. De Technische Advies Commissie Hoofdgroenstructuur speelt een belangrijke rol in de beoordeling van zowel de regelingen in de bestemmingsplannen als de concrete ontwikkeling van initiatieven in de Hoofdgroenstructuur.
Afbeelding 5-6: Uitsnede kaart Hoofdgroenstructuur
Technische adviescommissie
Plannen in de Hoofdgroenstructuur vragen om een afgewogen oordeel. Om dit mogelijk te maken, is een deskundigenadvies geïntroduceerd, dat specifiek betrekking heeft op de inpasbaarheid van een initiatief. Het talud van de A10 maakt onderdeel uit van de ecologische structuur van Amsterdam. Hiertoe is de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur ingesteld.
De TAC is samengesteld uit deskundigen op het gebied van landschap(architectuur), cultuurhistorie, ecologie, recreatie, beleving, stedenbouw, groenbeheer, sport, volkstuinen en natuur- en milieueducatie. Benoeming geschiedt door de gemeenteraad per collegeperiode.
De TAC toetst alle plannen van de stad die aan burgemeester en wethouders ter besluitvorming of ter advisering worden voorgelegd aan onderstaande beleidsregels voor de Hoofdgroenstructuur en adviseert burgemeester en wethouders, wanneer zij dit nodig acht.
De TAC is met oog op onderhavig bestemmingsplan om advies gevraagd.
Op 2 juli 2012 heeft de commissie haar advies op het voorontwerpbestemmingsplan Olympisch Stadion e.o. afgegeven. Hieruit kan het volgende worden opgemaakt:
Conclusie: Het plan is aangepast naar aanleiding van het advies van de TAC. Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het advies van de TAC.
Bomenbeleid Stadsdeel Zuid 2012
Het stadsdeel beschikt over een zeer fraai en gevarieerd bomenbestand. Om dat zo te houden is het Bomenbeleid Stadsdeel Zuid 2012 opgesteld.
Het nieuwe bomenbeleid is gericht op:
In het bomenbeleid is onderscheid aangebracht in beleid (bevoegdheid van de deelraad) en beleidsregels (bevoegdheid van het dagelijks bestuur). Het bomenbeleid bestaat uit de volgende onderdelen:
Vooroorlogse stad
De vooroorlogse stad van stadsdeel Zuid wordt gevormd door de volgende buurten: Hoofddorppleinbuurt, Schinkelbuurt, Willemsparkbuurt, Museumkwartier, Duivelseiland, Stadionpleinbuurt, Apollobuurt, Oude Pijp, Nieuwe Pijp, Diamantbuurt en de Rivierenbuurt.
In enkele van deze gebieden is sprake van een bijzondere samenhang tussen de stedenbouwkundige opzet van het gebied en de ingepaste bomenstructuur. Met name in het Plan Zuid van Berlage (Apollobuurt, Stadionpleinbuurt en Rivierenbuurt) en de Hoofddorppleinbuurt is hier sprake van. De beplanting in Plan Zuid van Berlage ondersteunt de hiërarchische opbouw van de infrastructuur en accentueert het verschil tussen de verkeersassen, pleinen en woonstraten. Dit unieke karakter moet behouden blijven.
Scheggen
Het stadsdeel kent twee scheggen: de Amstelscheg en de Schinkelscheg.
De beide scheggen zijn ontstaan ten tijde van de grote naoorlogse uitbreidingen. De Schinkelscheg tussen Buitenveldert en de Westelijke Tuinsteden en de Amstelscheg aan de oostzijde van Buitenveldert. De stedenbouwkundige opzet van lobben en scheggen is van grote waarde voor Amsterdam in het algemeen en stadsdeel Zuid in het bijzonder.
De Schinkel vormt de kern van de Schinkelscheg. Deze scheg begint aan de noordzijde van het Amsterdamse Bos en komt via de oevers van de Nieuwe Meer, langs de oevers van de Schinkel, de stad in. Ook deze scheg heeft een grote recreatieve waarde en heeft een sterk groen karakter.
Conclusie: Het bestemmingsplan sluit aan bij het beleid van het Stadsdeel.
Visie Groen en Blauw 2020 (2005)
Het doel van de Visie Groen en Blauw 2020 van het voormalige stadsdeel Oud-Zuid is:
"Het waarborgen van een hoogwaardige en continue groen- en waterstructuur; afgestemd op het gebruik en de beleving en de specifieke stedebouwkundige identiteit en de architectuur van de diverse buurten."
Om een duurzame en hoogwaardige groen- en waterstructuur voor de toekomst te garanderen is een strategie op vierpunten ingezet:
In de tijd dat de Visie Groen en Blauw 2020 werd geschreven waren het Natuur- en Parkeiland in de Schinkel nog niet ontwikkeld. Een van de aanbevelingen is dan ook een transformatie van deze eilanden tot park. Dat is inmiddels met succes voltooid.
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het genoemde beleid.