direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd - 1 (niet-woonfuncties in woonbuurten)
Plan: Olympisch Stadion e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1204BPSTD-VG02

Artikel 7 Gemengd - 1 (niet-woonfuncties in woonbuurten)

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1 (niet-woonfuncties in woonbuurten)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (zorg)woningen en short-stay, uitsluitend in de tweede bouwlaag en hoger;
  • b. huisgebonden beroep of huisgebonden bedrijf, overeenkomstig het bepaalde in 7.3.1;
  • c. bed & breakfast, overeenkomstig het bepaalde in 7.3.1;
  • d. detailhandel, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
  • e. consumentverzorgende dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
  • f. bedrijf zoals bedoeld in artikel 27.3 van deze regels, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
  • g. kantoren, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'kantoor';
  • h. maatschappelijke dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
  • i. ondersteunende horeca, uitsluitend binnen detailhandel, dienstverlening, kantoor en bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in 7.3.2 onder b;
  • j. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in 7.1 onder a t/m h genoemde bestemmingen, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  • k. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in 7.1 onder a t/m h genoemde bestemmingen, uitsluitend in de kelder en/of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  • l. tuinen;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. verkeersareaal.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op en onder de in artikel 7.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat gebouwen slechts zijn toegestaan binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken met uitzondering van bestaande kelders en souterrains.

7.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. maximale goot- en bouwhoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven;
  • b. maximum bebouwingspercentage binnen het bouwvlak: 100%;
  • c. uitsluitend bestaande kelders en souterrains zijn toegestaan.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. maximale bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen in het voorerfgebied en in het aan de openbare ruimte grenzende achtererfgebied: 1 meter;
  • b. maximum bouwhoogte voor gebouwde terrassen op het achtererfgebied geldt:
    • 1. maximum bouwhoogte: 0,3 meter;
    • 2. maximum bouwhoogte hekwerken ten behoeve van het gebouwde terras: 1,1 meter ten opzichte van bovenzijde terras;
  • c. voor onoverdekte zwembaden in het achtererfgebied behorende bij de woning in de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw geldt een maximim bebouwingspercentage van 30% van het oppervlak tot een maximum van 50 m2;
  • d. maximale bouwhoogte overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 2 meter.
7.3 Specifieke gebruiksregels
7.3.1 Wonen

Voor de in 7.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  • a. in gestapelde woningen is huisgebonden beroep, huisgebonden bedrijf en bed & breakfast toegestaan tot maximaal 40% van het bruto vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m²;
  • b. voor grondgebonden woningen is huisgebonden beroep, huisgebonden bedrijf en bed & breakfast toegestaan op 100% van het brutovloeroppervlak van de eerste bouwlaag, met dien verstande dat dit niet meer bedraagt dan maximaal 40% van het bruto vloeroppervlak van de gehele woning.
7.3.2 Niet-woonfuncties

Voor de in 7.1, onder a t/m h genoemde gronden gelden de volgende regels:

  • a. voor bedrijf, detailhandel, consumentverzorgende dienstverlening, kantoor en maatschappelijke dienstverlening geldt een maximum bruto vloeroppervlak van 300 m² per vestiging;
  • b. voor ondersteunende horeca geldt een maximum netto vloeroppervlak van 30% van het netto vloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 30 m².
7.3.3 Geluidgevoelige objecten

Voor zover op grond van artikel 7.1 nieuwe, nog niet bestaande geluidgevoelige objecten mogen worden gerealiseerd, zijn deze alleen toegestaan indien:

  • a. de geluidbelasting op de gevels van de geluidgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of;
  • b. hiervoor overeenkomstig Adressen hogere grenswaarden een hogere waarde is vastgesteld en geen bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' aan het object is toegekend of;
  • c. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' het betreffende deel van de gevel wordt uitgevoerd als een dove gevel of als er een vliesgevel wordt gerealiseerd.
7.3.4 Gronden buiten het bouwvlak

Voor gronden buiten het bouwvlak geldt dat het gebruik ten dienste van de in artikel 7.1 onder b t/m i niet is toegestaan.

7.3.5 Afwijking
  • a. In afwijking van het bepaalde in 7.3.2 zijn de, op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, bestaande vestigingen met een groter bruto vloeroppervlak toegestaan.
  • b. In afwijking van het bepaalde in 7.1 zijn in de vestigingen als bedoeld onder a alleen de niet-woonfuncties toegestaan, die op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig waren.
  • c. in afwijking van het bepaalde in 7.1 onder a zijn woningen tevens op de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder toegestaan ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - wonen in de eerste bouwlaag' en uitgesloten ter plaatse van de functieaanduiding 'wonen uitgesloten';
  • d. in afwijking van het bepaalde in 7.1 onder 1 zijn kantoren op alle bouwlagen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - alle bouwlagen';
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Maatschappelijke dienstverlening

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 7.3.4 een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het gebruik van gronden buiten het bouwvlak voor maatschappelijke dienstverlening onder voorwaarden dat:

  • a. het gebruik ten dienste is van de functie in het hoofdgebouw;
  • b. het woon- en leefklimaat ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. aangetoond is dat de ontwikkeling in de tuin niet ten koste gaat van (waardevolle) bomen in de (binnen-)tuin.
7.4.2 Geluidsgevoelige objecten

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 7.3.3 onder c een omgevingsvergunning te verlenen zonder dat het betreffende deel van de gevel wordt uitgevoerd als een dove gevel of als een vliesgevel, indien is aangetoond dat de daarvoor geldende hogere grenswaarde niet wordt overschreden.