direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - Kunst
Plan: Bedrijventerrein Schinkel - Aalsmeerplein e.o.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1203BPSTD-CONS

Artikel 4 Bedrijf - Kunst

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - kunst' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, die vallen in categorie 1, 2, 3.1 en 3.2 als bedoeld in 20.4 van deze regels, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf';
  • b. dans-, muziek- en balletschool met bijbehorende ondersteunende kantoorruimte, met inachtneming van het bepaalde in 4.4.1;
  • c. ateliers met bijbehorende ondersteunende kantoorruimte;
  • d. creatieve functies, als bedoeld in artikel 20.5 van deze regels, met inachtneming van het bepaalde in 4.4.2;
  • e. ondersteunende horeca, met inachtneming van het bepaalde in 4.4.3;
  • f. parkeervoorzieningen, ten behoeve van het onder a t/m d genoemde gebruik, met inachtneming van het bepaalde in 4.4.4;
  • g. ondergrondse parkeergarage, ten behoeve van het onder a t/m d genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan, met inachtneming van het bepaalde in 4.4.4;
  • h. verkeersareaal;
  • i. tuinen;
  • j. terrassen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op en onder de in 4.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat gebouwen slechts zijn toegestaan binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. maximale bouwhoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven;
  • b. maximum bebouwingspercentage binnen het bouwvlak: 100%;
  • c. in geval van sloop-nieuwbouw of nieuwbouw geldt voor de eerste bouwlaag een minimum bouwhoogte van 4,5 meter;
  • d. uitsluitend bestaande kelders en souterrains zijn toegestaan.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Minimum bouwhoogte eerste bouwlaag

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om bij toepassing van het bepaalde in artikel 4.5.3 onder a in afwijking van het bepaalde in 4.2.2 onder c een omgevingsvergunning te verlenen, onder voorwaarden dat:

  • a. de minimum bouwhoogte van de eerste bouwlaag ten behoeve van creatieve functies 3 meter bedraagt;
  • b. de minimum bouwhoogte van de eerste bouwlaag ten behoeve van bedrijven 4,5 meter bedraagt;
  • c. het aantal bouwlagen niet meer bedraagt dan 6.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Bijbehorende kantoorruimte

Voor de bij dans-, muziek- en balletschool behorende kantoorruimte gelden de volgende regels:

  • a. maximum percentage van het brutovloeroppervlak van de vestiging: zoals aangegeven op de verbeelding;
  • b. tevens toegestaan in de tweede bouwlaag of hoger.
4.4.2 Creatieve functies

Voor creatieve functies gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend in de tweede bouwlaag en hoger, met dien verstande dat toegangen tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan en dat deze bepaling niet geldt voor omgevingsvergunningen die onherroepelijk zijn op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan en voor creatieve functies die op het moment van terinzalegging van het ontwerpbestemmingsplan reeds in de eerste bouwlaag aanwezig zijn;
  • b. in geval van sloop-nieuwbouw of nieuwbouw bedraagt het maximum brutovloeroppervlak per vestiging 500 m2 brutovloeroppervlak, met dien verstande dat deze bepaling niet geldt voor omgevingsvergunningen die onherroepelijk zijn op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
4.4.3 Ondersteunende horeca

Voor ondersteunende horeca ten behoeve van het onder a tot en met d genoemde gebruik geldt een maximum netto vloeroppervlak van 20% van het netto vloeroppervlak van de vestiging.

4.4.4 Parkeervoorzieningen

In geval van sloop-nieuwbouw of nieuwbouw gelden voor gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen de volgende regels:

  • a. voor creatieve functies, voor zover gerealiseerd na het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, geldt een norm van 1 parkeerplaats per 125 m² brutovloeroppervlakte van de vestiging ;
  • b. de benodigde parkeerplaatsen moeten op eigen terrein worden gerealiseerd;
  • c. parkeervoorzieningen in het hoofdgebouw zijn uitsluitend toegestaan, mits de parkeervoorziening niet naar de straatzijde is gekeerd en maximaal 20% van het brutovloeroppervlak van de eerste bouwlaag als parkeervoorziening wordt gebruikt, daaronder niet begrepen toegangen en in- en uitritten.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Bedrijven

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder ca van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 4.1 onder b en c een omgevingsvergunning te verlenen met dien verstande dat bedrijven zijn toegestaan, onder voorwaarden dat aangetoond is dat het bestaande gebruik definitief is beëindigd.

4.5.2 Creatieve functies in eerste bouwlaag

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 4.4.2 onder a een omgevingsvergunning met dien verstande dat in geval van sloop-nieuwbouw of nieuwbouw van een of meerdere gebouwen in de eerste bouwlaag creatieve functies gevestigd mogen worden, onder voorwaarden dat:

  • a. minimaal 20% van het te realiseren brutovloeroppervlak in de eerste bouwlaag wordt gerealiseerd ten behoeve van bedrijven als bedoeld in 4.1 onder a;
  • b. de voorwaarden in artikel 4.3.1 onder a in acht worden genomen;
  • c. aangetoond is dat de ontwikkeling past binnen het beleid voor binnenstedelijke stadsverzorgende bedrijventerreinen, zoals opgenomen in deel 3 / hoofdstuk 3 van de Structuurvisie Amsterdam d.d. 17 februari 2011.
4.5.3 Creatieve functies vestigingsgrootte

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 4.4.2 onder b een omgevingsvergunning te verlenen met dien verstande dat het brutovloeroppervlak voor creatieve functies mag worden verhoogd, onder voorwaarden dat:

  • a. voor maximaal 30% van het brutovloeroppervlak op de tweede bouwlaag en hoger de toegestane maximum vestigingsgrootte mag worden verhoogd tot 1.500 m2 per vestiging;
  • b. aangetoond is dat de ontwikkeling past binnen het beleid voor binnenstedelijke stadsverzorgende bedrijventerreinen, zoals opgenomen in deel 3 / hoofdstuk 3 van de Structuurvisie Amsterdam d.d. 17 februari 2011.