Plan: | Kolenkitbuurt Middengebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.E1201BPSTD-OH01 |
In hoofdstuk twee van de regels 'Bestemmingsregels' wordt op de bestemmingen en hun gebruik ingegaan.
Op de verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd, dat het mogelijk is om met behulp van het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes. De regels geven duidelijkheid over de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de specifieke gebruiksregels. In de bestemmingsregels zijn enkele afwijkingsbevoegdheden opgenomen. Begrenzing van de bebouwingsmogelijkheden vindt plaats door het hanteren van bouwvlakken, bouwvolumes en/of aanduidingen. Verticale begrenzing van de bouwmogelijkheden geschiedt door het aangeven van de maximale goot- en/of bouwhoogte. Onderstaand volgt een toelichting per bestemmingsartikel.
Deze bestemming geldt ter plaatse van de geprojecteerde woningen gelegen tussen de Bos en Lommerweg en de Leeuwerdalersweg. Het kinderdagverblijf en de school zijn eveneens toegestaan binnen deze bestemming. Daarnaast zijn bepaalde horeca-activiteiten en bedrijven in de categorie A en B zoals opgenomen in de staat van bedrijfsactiviteiten toegestaan. De bestemming is voorzien van een bouwvlak waarvoor een aantal bouwregels geldt. De maximale bouwhoogte verschilt per locatie, de gebouwen direct aan de Bos en Lommerweg gelegen krijgen een hogere bouwhoogte dan de hierachter gelegen gebouwen. Voor de gebouwen die langs de Bos en Lommerweg worden gerealiseerd geldt dat in de plint van de gebouwen die zijn gericht op de Bos en Lommerweg geen woningen zijn toegestaan.
Voor de oude Piggelmeewoningen is een specifieke Gemengde bestemming opgenomen. Binnen deze bestemming zijn woningen en horeca uit categorie IV van de als bijlage bij deze regels behorende Staat van Horeca-activiteiten toegestaan. De maximale bouw- en goothoogte zijn op de verbeelding aangegeven.
De bestemming Groen is toegekend aan de gronden met structurerende groenpartijen. Het aanleggen van wandel- en fietspaden binnen deze bestemming is toegestaan. Er gelden enkele bouwregels voor kleine gebouwtjes, bijvoorbeeld voor nutsvoozieningen, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Deze bestemming is opgenomen voor alle onderwijs- en daaraan gerelateerde functies, zoals sport- en gymzalen, jeugdopvang en kinderopvang en daarnaast ook voor verenigingsleven. Hiervoor geldt een aantal bouwregels.
Deze bestemming is opgenomen voor de doorgaande wegen in het plangebied. Er zijn bouwregels opgenomen voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De bestemming Water is bedoeld voor verkeer te water, waterberging en groenvoorzieningen. Het gebruik ten behoeve van ligplaatsen of aanlegplaatsen voor woonschepen is via de specifieke gebruiksregels verboden.
De gronden binnen Wonen zijn bestemd voor diverse type woningen inclusief de mogelijkheid om een aan huis gebonden beroep uit te oefenen. Ten aanzien van hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden diverse bouwregels. Bijgebouwen mogen niet gebruikt worden als woonruimte. In de specifieke gebruiksregels is een regeling opgenomen voor aan huis gebonden beroepen. Het is mogelijk hiervan af te wijken.
Artikel 10 Waarde - Archeologie
Ter bescherming van de archeologische waarden in het plangebied is de dubbelbestemming Waarde- Archeologie opgenomen. In paragraaf 4.2 wordt uitgelegd waarom voor bepaalde gronden een beschermingsregeling is opgenomen. Bouwen ten behoeve van samenvallende bestemmingen is slechts onder voorwaarden toegestaan. Voor diverse werken en werkzaamheden geldt een omgevingsvergunningplicht voor werken en werkzaamheden, waarbij (mede) getoetst wordt aan de archeologische belangen.
Artikel 11 Waterstaat - waterkering
Voor de waterkeringen is de waterkerende functie tot uitdrukking gebracht in de dubbelbestemming Waterstaat - waterkering. De betreffende gronden hebben, behalve de "primaire" bestemming, nog een andere ("secundaire") bestemming gekregen, omdat zij tevens een andere functie hebben. Het bebouwen van deze gronden ten behoeve van de secundaire bestemmingen is uitsluitend toegestaan als hiervoor een omgevingsvergunning is verleend. De vergunning wordt verleend als de waterkeringsbelangen hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Het bevoegd gezag wint hiervoor, met het oog op een zorgvuldige voorbereiding van het besluit, advies in bij de beheerder van de waterkering, voordat ze beslissen op het verzoek om omgevingsvergunning.