direct naar inhoud van Artikel 35 Algemene wijzigingsregels
Plan: Spaarndammers en Zeehelden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.E1001BPSTD-VG01

Artikel 35 Algemene wijzigingsregels

35.1 Wijziging horeca van categorie 1, 3 en 4

Het dagelijks bestuur kan gelet op het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingen Gemengd - 1, Gemengd - 2, Gemengd - 3, Wonen, Woongebied te wijzigen met dien verstande dat in de eerste bouwlaag tevens horeca van categorie 1, horeca van categorie 3 of horeca van categorie 4 wordt toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. horeca van categorie 1 is alleen toegestaan in de bestemming Gemengd - 1;
  • b. het maximum totaal extra aantal horecavestigingen dat door toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid mag worden gerealiseerd bedraagt 50 binnen de grenzen van het plan;
  • c. het maximum bruto vloeroppervlak bedraagt 200 m² per horecavestiging;
  • d. de horeca mag niet leiden tot een onevenredige milieuhinder bij bovengelegen en direct aangrenzende woningen;
  • e. de onder a genoemde extra horeca mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • f. de onder a genoemde extra horeca mag niet leiden tot een onevenredige hoeveelheid extra autoverkeer.
35.2 Wijziging horeca van categorie 5

Het dagelijks bestuur kan gelet op het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingen Gemengd - 1, Gemengd - 2, Gemengd - 3, Wonen, Woongebied te wijzigen met dien verstande dat op alle bouwlagen tevens horeca van categorie 5 is toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. het maximum totaal extra aantal horecavestigingen dat door toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid mag worden gerealiseerd bedraagt 5 binnen de grenzen van het plan;
  • b. het maximum aantal kamers ten behoeve van nachtverblijf bedraagt in totaal 500;
  • c. de horeca mag niet leiden tot een onevenredige milieuhinder bij direct aangrenzende woningen;
  • d. de horeca mag niet een onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben;
  • e. de horeca mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld.
35.3 Wijziging detailhandel

Het dagelijks bestuur kan gelet op het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingen Gemengd - 2, Gemengd - 3, Wonen, Woongebied te wijzigen met dien verstande dat in de eerste bouwlaag tevens detailhandel wordt toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. het extra aantal detailhandelsvestigingen dat door toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid mag worden gerealiseerd bedraagt in totaal 10 binnen de plangrenzen;
  • b. het maximum bruto vloeroppervlak bedraagt 250 m² per vestiging;
  • c. de extra aantal detailhandelsvestigingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • d. de extra aantal detailhandelsvestigingen mogen niet leiden tot een onevenredige hoeveelheid extra autoverkeer.
35.4 Wijziging bedrijven, kantoren of maatschappelijke voorzieningen

Het dagelijks bestuur kan gelet op het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingen Wonen en Woongebied te wijzigen met dien verstande dat in de eerste bouwlaag tevens bedrijven, kantoren of maatschappelijke voorzieningen, niet zijnde geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen worden toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. het extra aantal bedrijfsruimten, kantoren of maatschappelijke voorzieningen dat door toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid extra mag worden gerealiseerd bedraagt in totaal 50 binnen de grenzen van het plan;
  • b. het maximum bruto vloeroppervlak voor de onder a genoemde functies bedraagt 200 m² per vestiging;
  • c. indien door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid een cluster van 5 of meer vestigingen van de onder a genoemde functies in één straat ontstaat, mag pas toepassing worden gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid als uit onderzoek blijkt dat de clustering niet zorgt voor een onevenredige verkeersaantrekkende werking en niet leidt tot een verkeersonveilige situatie;
  • d. de onder a genoemde functies mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld.
35.5 Wijziging kinderopvangvoorzieningen

Het dagelijks bestuur kan gelet op het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingen Gemengd - 1, Gemengd - 2, Gemengd - 3, Maatschappelijk - 2, Maatschappelijk - 3 en Woongebied te wijzigen met dien verstande dat in de eerste bouwlaag tevens kinderopvangvoorzieningen worden toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. kinderopvangvoorzieningen zijn toegestaan, behalve:
    • 1. als er al een kinderopvangvoorziening in het betreffende bouwblok is gerealiseerd;
    • 2. als er in het betreffende bouwblok een school is gerealiseerd waarvan de speelplaats grenst aan de binnentuin;
  • b. een kinderopvangvoorziening is uitsluitend toegestaan als er kan worden voldaan aan de voorkeurgrenswaarden zoals bedoeld in de Wet geluidhinder of indien er een hogere waarde is vastgesteld;
  • c. het maximum bruto vloeroppervlak voor een kinderopvangvoorziening bedraagt 250 m² per vestiging;
  • d. de kinderopvangvoorziening mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld.