direct naar inhoud van Artikel 24 Woongebied
Plan: Spaarndammers en Zeehelden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.E1001BPSTD-VG01

Artikel 24 Woongebied

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

24.2 Bouwregels
24.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 24.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.

24.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. maximum bebouwingspercentage bouwvlak: zoals met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' staat aangegeven;
  • b. maximum bouwhoogte: zoals met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' staat aangegeven;
  • c. er mag uitsluitend worden gebouwd indien de bouwhoogte van de eerste bouwlaag minimaal 3,50 meter bedraagt;
  • d. er mag uitsluitend worden gebouwd indien er wordt voorzien in minimaal één openbaar toegankelijke doorgang tussen de Krommeniestraat en de Oostzanerstraat;
  • e. maximum aantal bouwlagen onder maaiveld: 3.
24.2.3 Dakterrassen

Het dak van de gebouwen mag worden ingericht en gebruikt als dakterras, waarbij de maximaal toelaatbare bouwhoogte mag worden overschreden, met dien verstande dat:

  • a. dakterrassen niet zijn toegestaan op orde-1 panden, zoals bedoeld in de betreffende onderscheidelijke welstandskaarten;
  • b. dakterrassen en toegangsopbouwen alleen zijn toegestaan op daken die plat zijn afgedekt;
  • c. de afstand tussen dakterrassen en de dakrand die grenst aan lager gelegen privé buitenruimten of gemeenschappelijke binnentuinen minimaal 1,0 meter bedraagt, met dien verstande dat dit niet geldt voor aanbouwen;
  • d. de afstand tussen dakterrassen en de dakrand die grenst aan lager gelegen openbare ruimte minimaal 2,0 meter bedraagt, met dien verstande dat dit niet geldt voor aanbouwen;
  • e. de totale hoogte vanaf het dakvlak tot de bovenkant van de terrasvloer maximaal 0,5 meter bedraagt;
  • f. hekwerken zijn toegestaan van maximaal 1,20 meter, gemeten vanaf de te realiseren terrasvloer.
24.2.4 Daktoegangsgebouwen

Op gebouwen zijn daktoegangen toegestaan, waarbij de maximaal toelaatbare bouwhoogte mag worden overschreden, met dien verstande dat:

  • a. deze alleen zijn toegestaan indien een dakterras is toegestaan;
  • b. toegangsopbouwen niet zijn toegestaan op orde 1 en orde-2 panden, zoals bedoeld in de betreffende onderscheidenlijke welstandskaarten;
  • c. de toegangsopbouw een oppervlak heeft van maximaal 6 m2 (inclusief overstekken e.d.);
  • d. de hoogte van de toegangsopbouw niet meer is dan 2,8 meter gemeten vanaf de bestaande dakhoogte;
  • e. de afstand van de toegangsopbouw tot de dakrand minimaal de hoogte van de toegangsopbouw bedraagt;
  • f. dakluiken zijn toegestaan tot een maximale hoogte van 0,50 meter, gemeten vanaf het dak.
24.2.5 Dakuitbouwen

Dakuitbouwen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. plaatsing uitsluitend in het deel van de kap dat van de openbare ruimte is afgekeerd;
  • b. plaatsing in de voet van de kap;
  • c. maximale bouwhoogte: 2,80 meter, gemeten vanaf het dak;
  • d. maximale breedte: 50% van de breedte van het hoofdgebouw.
24.2.6 Bouwwerken geen gebouwen zijnde:

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. maximum bouwhoogte overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 3 meter.
24.3 Afwijken van de bouwregels

Het dagelijks bestuur kan, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in lid 24.2.4 een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, te verlenen ten behoeve van het realiseren van een dakopbouw op een pand dat in overeenstemming met Bijlage 1 van de regels is aangewezen als 'orde-2', op voorwaarde dat:

  • a. wordt voldaan aan de maximale afmetingen zoals opgenomen in lid 24.2.4;
  • b. de dakopbouw niet zichtbaar is vanaf de straat.
24.4 Specifieke gebruiksregels
24.4.1 Parkeervoorzieningen

Ten aanzien van de toegelaten functies zoals bedoeld in lid 24.1 gelden de volgende bepalingen:

  • 1. parkeervoorzieningen ten behoeve van de woningen als bedoeld in lid 24.1 mogen uitsluitend inpandig worden gerealiseerd;
  • 2. voor koopwoningen en woningen in de vrije huursector geldt een parkeernorm van 0,8 tot 1 parkeerplaats per woning;
  • 3. voor sociale huurwoningen geldt een parkeernorm van 0,6 parkeerplaats per woning;
  • 4. maximum aantal parkeerplaatsen: 250.
24.4.2 Niet-woonfuncties

Ten aanzien van de toegelaten functies zoals bedoeld in lid 24.1 gelden de volgende bepalingen:

  • 1. maximum aantal horecazaken: 2;
  • 2. maximum aantal bedrijven: 2;
  • 3. maximum aantal maatschappelijke voorzieningen: 2.
24.4.3 Kinderopvangvoorzieningen
24.4.4 Onbebouwde gronden

De onbebouwde gronden mogen slechts worden ingericht en gebruikt als tuin en ten behoeve van de op grond van lid 24.1 toegestane functies, zulks met uitzondering van terrassen behorend bij horeca.

24.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur kan, gelet op het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c, van de Wet ruimtelijke ordening, bij een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, afwijken van het in lid 24.4.4 bepaalde, ten behoeve van het realiseren van een terras in de tuin behorende bij een horecazaak op voorwaarde dat er geen onevenredige hinder voor omwonenden ontstaat.