Plan: | Zuidelijke binnenstad |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1006BPSTD-OH01 |
In het plangebied (de beide buurtcombinaties) zijn in totaal 435 bedrijven gevestigd. Daarin zijn ruim 1600 mensen werkzaam. De bedrijvensector bestaat uit de volgende onderdelen:
De media/filmproduktie behoort tot de creatieve sector, waaronder ook delen van de kantorensector en de culturele voorzieningen vallen. 23% van alle bedrijven in het plangebied valt onder de media/filmproduktie, met ook 23% van alle mensen die werken bij bedrijven in dit gebied.
In de Grachtengordel Zuid is ongeveer 15% van alle werkzame personen werkzaam in een bedrijf en de Weteringschans is dat 13%. In de hele binnenstad is 10,7% van werkzame personen werkzaam in een bedrijf. De meeste werkgelegenheid van bedrijven in het plangebied zit in de Grachtengordel Zuid in de handel (48%) en in de Weteringschans bij de industrie/bouw (29%). In de Weteringschansbuurt is de handel ook sterk vertegenwoordigd met 21%.
Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid tot het vestigen van nieuwe bedrijven. De uitgangspunten met betrekking tot nieuwe bedrijfsvestigingen worden in dit bestemmingsplan bepaald aan de hand van de Staat van Inrichtingen. De Staat van Inrichtingen is een lijst met een categorale indeling, waarbij per bedrijfssoort de mate van milieuhygiënische hinderlijkheid (geur, gevaar, geluid, stof ) wordt aangegeven. In de Staat van Inrichtingen behorende bij dit bestemmingsplan zijn vijf milieuhindercategorieën opgenomen: 1 tot en met 5. Categorie 1 en 2 betreffen bedrijfsactiviteiten die vanwege hun aard toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing. Voorbeeld: een muziekinstrumentenmakerij met een vloeroppervlak tot 150 m²is categorie 1, heeft hetzelfde bedrijf een oppervlak tussen de 150 m² en 300 m² dan valt het in categorie 2. Heeft de muziekinstrumentenmakerij een vloeroppervlak groter dan 300 m² dan valt het in milieucategorie 3. Categorie 3 t/m 5 betreft kleine tot (middel) grote industrie. Deze categorieën betreffen bedrijfsactiviteiten die vanwege hun aard slechts toelaatbaar zijn op afstand van woonbebouwing.
Het is algemeen beleid om startende ondernemers (startersmileus) en broedplaatsen te stimuleren in de binnenstad. Bedrijven met een lage geluidsbelasting in het plangebied kunnen bijdragen aan de (kleinschalige) functiemenging.
Bedrijven zijn overal toegestaan binnen (de subcategorieën van) de bestemming 'Gemengd - 1' en 'Gemengd - 2' en 'Horeca - 1' en 'Horeca - 2'. Binnen de panden in detailhandelslinten 1 en 2 met de bestemming 'Centrum - 1' en 'Centrum - 2' zijn op de begane grond geen bedrijven toegestaan. Op de verdiepingen zijn bedrijven wel toegestaan. Voor het vestigen van nieuwe bedrijven gelden de maximaal toegestane milieuhindercategorieën 1 of 2. De bedrijfssoorten met bijbehorende milieuhindercategorie worden genoemd in de Staat van Inrichtingen behorende bij de regels van dit bestemmingsplan (zie verder bijlage 1).
Door middel van een algemene afwijking wordt de mogelijkheid geboden om bedrijven uit een hogere milieuhindercategorie te vestigen. Ook is een afwijking mogelijk voor bedrijfssoorten die niet op de lijst voorkomen (zie ook bijlage 2). Voorwaarden voor het verlenen van de afwijking is dat het bedrijf in vergelijking met de bedrijfssoorten die volgens de Staat van Inrichtingen zijn toegestaan, geen blijvende, onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu door hinder en/of gevaar. In samenhang hiermee kan als aanvullende eis worden gesteld dat het bedrijf de nodige voorzieningen treft.