Plan: | Oostelijke binnenstad |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01 |
De voor 'Maatschappelijk-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Maatschappelijk-2' bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bouwregels.
Gebouwen mogen uitsluitend in de voorgevelrooilijn worden opgericht, met dien verstande dat deze bepaling niet geldt voor bebouwing op de binnenterreinen.
Gebouwen mogen worden opgericht tot het maximum bebouwingspercentage zoals aangegeven op de verbeelding.
Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen, waaronder begrepen het aantal bouwlagen en de dakconstructie van de in artikel 12.2 en 12.4 bedoelde bebouwing, indien dit noodzakelijk is vanwege het behoud, herstel en/of versterking van de karakteristiek van het stadsgezicht, dan wel in verband met de licht- en luchttoetreding van de omringende bebouwing.
Het dagelijks bestuur is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de volgende bouwregels.
het bepaalde in artikel 12.2.2 onder a, en 12.2.3 onder a, voor het overschrijden van de op de verbeelding aangegeven goothoogte met maximaal 1 meter. Bij omgevingsvergunning afwijken is alleen mogelijk voor zover het straatbeeld dit toelaat.
het bepaalde in artikel 12.2.2 onder b voor het overschrijden van de bouwhoogte voor liften, trappenhuizen, condensatoren en centrale verwarmingsinstallaties tot ten hoogste 4 meter en voor schoorstenen, ventilatie-inrichtingen en antennes tot ten hoogste 5 meter;
De ontheffing voor lift- en trappenhuizen, condensatoren en centrale verwarmingsinstallaties wordt alleen verleend indien aantoonbare redenen uitwijzen dat de bedoelde onderdelen niet (geheel) inpandig kunnen worden gerealiseerd en onder de voorwaarde dat:
Op de tot 'Maatschappelijk-2' bestemde gronden gelden de volgende gebruiksregels.
Daar waar op de verbeelding de aanduiding 'wonen uitgesloten' voorkomt, zijn geen woningen toegestaan.
Het bedrijfsvloeroppervlak van horeca 3 en 4 gelegenheden mag maximaal 1000 m2 bedragen.
De onbebouwd blijvende gedeelten van de tot 'Maatschappelijk-2' bestemde gronden mogen worden gebruikt als 'Tuin-1', met inachtneming van het bepaalde in artikel 14.5.3.
Het dagelijks bestuur is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de volgende gebruiksregels.
Het bepaalde in artikel 12.5.2 onder b tot maximaal 300 m2;
Bij omgevingsvergunning afwijken is alleen toegestaan indien de vergroting van het vloeroppervlak
Voor het tegen betaling verstrekken van etenswaren en/of dranken in een detailhandel of vestiging voor consumentverzorgende dienstverlening voor gebruik ter plaatse (mengformule), indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Bij de afweging of een initiatief voor een mengformule op een bepaalde locatie gewenst is wordt getoetst aan de volgende criteria:
Toepassing van een wijzigingsbevoegdheid mag niet tot gevolg hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan en met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 21, 22, 23, 24, 25 of 27.
Het dagelijks bestuur is bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Maatschappelijk-2' te wijzigen ten behoeve van de nieuwvestiging van horeca 3 en 4, met in achtneming van de volgende regels.
Het bedrijfsvloeroppervlak van horeca 3 en 4 gelegenheden mag per vestiging niet meer dan 300 m2 bedragen.
Nieuwvestiging is mogelijk, met inachtneming van het geldende horecabeleid voor het stadsdeel en voor zover
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Maatschappelijk - 2' te wijzigen ten behoeve van de nieuwvestiging dan wel de uitbreiding van horeca 5.
Uitbreiding en nieuwvestiging van horeca 5 is mogelijk, met inachtneming van het geldende hotelbeleid voor het stadsdeel en voor zover:
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Maatschappelijk-2' te wijzigen, teneinde in de kelder en het souterrain van gebouwen ondergrondse parkeervoorzieningen te realiseren en in de eerste bouwlaag een toegang tot deze parkeervoorziening, met dien verstande dat:
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Maatschappelijk-2' te wijzigen teneinde in de kelder en het souterrain ondergrondse fietsenstallingen te realiseren met dien verstande dat: