27.3 Sloopvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het dagelijks bestuur, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub h van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het dagelijks bestuur neemt bij de beoordeling van een aanvraag om sloopvergunning het volgende in acht:
-
a. Bouwwerken die met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-orde 2' op de verbeelding zijn aangegeven zijn bouwwerken van vóór 1940 die vanwege hun architectonische kwaliteit, hun plaats in de stedenbouwkundige structuur en/of als toonaangevend element in de gevelwand een belangrijke bijdrage leveren aan het straatbeeld. Uitgangspunt is behoud.
-
b. Bouwwerken die met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-orde 3' op de verbeelding zijn aangegeven zijn bouwwerken van vóór 1940, die wat schaal en detaillering betreft passen in de gevelwand, maar geen architectonische of stedenbouwkundige meerwaarde hebben. Uitgangspunt is behoud.
-
c. Voor bouwwerken met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- ensembles en seriebouw- orde 2' en 'specifieke bouwaanduiding-ensembles en seriebouw- orde 3' op de verbeelding zijn aangegeven geldt als uitgangspunt een gezamenlijke aanpak van de bouwwerken die tot het ensemble of de serie behoren. Voor sloop van slechts één tot een ensemble behorend pand wordt in beginsel geen vergunning verleend. Bij seriebouw kan het dagelijks bestuur voor sloop van een tot de serie behorend pand een vergunning verlenen, mits de eenheid van de serie niet in onevenredige mate wordt aangetast.
-
d. Bouwwerken die op de verbeelding niet zijn voorzien van een aanduiding als genoemd in a tot en met c, mogen worden vervangen.