direct naar inhoud van 4.7 Ontwikkelingen in de Legmeerpolder
Plan: Legmeerpolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.11-VG02

4.7 Ontwikkelingen in de Legmeerpolder

In de Legmeerpolder zullen in de toekomst een aantal ontwikkelingen gaan plaatsvinden. Dit zijn ontwikkelingen die zowel binnen als net buiten het plangebied zullen gaan plaatsvinden. Dit betreft woningbouw in de Scheg en eventuele woningbouw ten zuiden van de Scheg (afhankelijk 'route experiment' Schiphol). De ontwikkeling van duurzame glastuinbouw ten noorden van bedrijventerrein de Loeten. De ontwikkeling van de bedrijventerreinen De Loeten en Amstelveen Zuid. De realisatie van een vrije busbaan van Amstelveen naar Uithoorn en de realisatie van een metrolijn vanaf Amsterdam WTC naar Uithoorn. De meeste ontwikkelingen zijn nog niet definitief uitgewerkt en kunnen niet in dit bestemmingsplan meegenomen worden.

Voor een aantal woningen aan de Noorddammerweg is vergunning verleend, deze woningen zijn meegenomen in dit bestemmingsplan. Daarnaast is in dit bestemmingsplan de mogelijkheid opgenomen voor het realiseren van drie woningen aan de J.C. van Hattumweg.

Ontwikkeling woningbouw en duurzame glastuinbouw in de Legmeerpolder
Met de komst van de Nota Ruimte en het 20 Ke-beleid is in 2006 een streep getrokken door de ontwikkeling van de Legmeerpolder als grootschalige uitleglocatie voor woningbouw. Sinds die tijd is er veel gebeurd. Er is een rijksakkoord voor ondertunneling van de A9, er wordt gewerkt aan een gebiedsvisie A9 en aan een visie voor zowel de Beneluxbaan als het doortrekken van de Noord-Zuidlijn naar Amstelveen-West. Daarnaast heeft de regio samen met de bloemenveiling Aalsmeer een langetermijnvisie opgesteld en is de ontwikkeling van de mainport Schiphol doorgegaan, ontwikkelingen waarbij Amstelveen nauw betrokken is.

Door gewijzigde of nieuwe grootschalige ontwikkelingen zijn 'oude' bestuurlijke uitgangspunten (bijvoorbeeld uit de Toekomstvisie Amstelveen 2020+) in een ander daglicht komen te staan. Hierdoor is behoefte ontstaan aan een herijking van de doelstellingen voor een duurzame lange termijnontwikkeling van de Legmeerpolder.

Voor de Legmeerpolder is een planologische inrichtingsstudie gemaakt. Deze planologische inrichtingsstudie heeft tot doel om met rekenschap van externe factoren, lokale en regionale ambities een ruimtelijk toekomstbeeld voor de Legmeerpolder te geven.

Door bij de toekomstige inrichting van de Legmeerpolder een nadrukkelijke koppeling te maken tussen bestemmingen, biedt het de gemeente unieke kansen op het gebied van woningbouw, economie, innovatie en milieu. Zo wordt door middel van herstructurering en nieuwbouw circa 62 hectare duurzame glastuinbouw gerealiseerd ter hoogte van de toekomstige bedrijventerreinen De Loeten en Amstelveen-Zuid. Uitgangspunt hierbij is duurzame energielevering vanuit deze glastuinbouw aan toekomstige woningbouw. Door te streven naar innovatieve en hoogwaardige glastuinbouw biedt de gemeente op deze locatie de mogelijkheid voor combinaties van wetenschappelijk en beroepsonderwijs met deze bedrijfstak.

afbeelding "i_NL.IMRO.0362.11-VG02_0002.jpg"

Planologische visie Legmeerpolder

Een robuuste groenzone wordt als natuurlijke buffer tussen bedrijvigheid en woningbouw ingepast. Dit biedt mogelijkheden om vanuit de noordelijk gelegen woningbouw op korte afstand te recreëren. Tegelijkertijd vormt de groenzone een natuurlijke verbinding met het natuur- en recreatieproject AmstelGroen.

Tussen de groenzone en Westwijk wordt circa 180 hectare voor woningbouw (incl. voorzieningen e.d.) gereserveerd. Afhankelijk van het programma biedt dit ruimte voor ongeveer 5000 woningen. Met deze reservering neemt de gemeente haar verantwoordelijkheid bij de regionale woningbouwopgave en behoudt zij de mogelijkheid tot groei. De (bouw)fasering en segmentering zal daarbij met de gebiedsontwikkeling A9 worden afgestemd. Aandachtspunt bij de planologische inrichting is de infrastructuur. Door een hoogwaardige openbaar vervoersontsluiting, maar ook een adequate ontsluitingsstructuur met de N201 en de Fokkerweg, kan het toekomstig (bestemmings)verkeer via bestaand stedelijk gebied vermeden worden.

Met de ontwikkeling van duurzame glastuinbouw in combinatie met energielevering aan woningen wordt een aanzienlijke bijdrage geleverd aan CO2- reductie en daarmee de regionale en landelijke milieudoelstellingen. De inrichting biedt daarnaast een ideale mix van wonen, werken en recreëren. En dat in de noordvleugel van de randstad.

Aangezien de ontwikkeling van de Legmeerpolder afhankelijk is van de ontwikkeling van de mainport Schiphol, is de visie van de Legmeerpolder nog niet voldoende uitgewerkt om mee te kunnen nemen in dit bestemmingsplan.

Alderstafel/ De Scheg
In december 2006 is het overleg over de toekomst van Schiphol en de regio ingesteld aan de zogenaamde Alderstafel. Amstelveen is deelnemer en ondertekenaar van deze tafel welke onder leiding staat van Hans Alders. De opdracht aan de deelnemers was het uitbrengen van advies aan het kabinet over de toekomst van Schiphol. De groei van Schiphol moet gepaard gaan met afspraken over de hinderbeperkende maatregelen en voorstellen voor verbetering van de leefbaarheid in de omgeving van Schiphol.

In het Aldersadvies van 1 oktober 2008 zijn afspraken gemaakt over de middellange termijn, tot 2020. Onderwerpen zijn: duurzame groei van Schiphol (groei onder strikte voorwaarden, met een maximum in vluchten totaal en voor de nacht) in relatie tot hinderbeperking en investeren in de omgeving. Daarnaast is afgesproken dat banen volgens een strikte voorkeursvolgorde gebruikt worden.

Buiten, maar grenzend aan, de 20 Ke-contour ligt zuidelijk van de woonwijk Westwijk de zogenaamde Scheg in de Legmeerpolder. Het ontleent zijn naam aan de vorm die door begrenzing met de bestaande bebouwing van Westwijk en de 20 Ke-contour aan het gebied gegeven wordt.

Nieuw in de convenanten is dat de huidige bouwbeperking voor de zogeheten Scheg in de Noorder Legmeerpolder kan worden opgeheven. Bij brief van 16 april 2009 heeft minister Cramer (VROM) aangegeven dat uit nader onderzoek is gebleken dat er geen reden is om deze bouwbeperking buiten het zogeheten vrijwaringsgebied (20 Ke zone) te handhaven. Amstelveen krijgt hierdoor meer ruimte om dit gebied te ontwikkelen. De aanleg van De Scheg betreft de realisering van ca. 1.250 woningen. Met deze ontwikkeling wil de gemeente niet alleen een bijdrage leveren aan de locale woningbehoefte, maar ook de woningbehoefte op regionaal niveau. Bij de toekomstige ontwikkeling van dit gebied zal rekening gehouden worden met de nabijheid van de luchthaven en de vliegroute nabij de Scheg. De Scheg is een voorbeeldproject van bouwen in de buurt van een luchthaven, welke in samenwerking met VROM en de provincie Noord-Holland tot ontwikkeling moet komen. Verwacht wordt dat in 2015/2016 een aanvang wordt gemaakt met woningbouw in de Scheg.

Aangezien de Scheg een bijzondere verkaveling heeft is het een moeilijk gebied om in te richten. Beter zou zijn als het gehele gebied (tot aan de grens van het gebied voor duurzame glastuinbouw) in één keer ontwikkeld kan worden. Dit is mede afhankelijk van het 'route experiment' vanaf de Aalsmeerbaan. Met het 'route experiment' wordt onderzocht of door middel van het bundelen van de startroutes van de vliegtuigen op Schiphol de netto hinder beperkt kan worden. Binnen het experiment wordt geoptimaliseerd op hinder, piekuurcapaciteit en efficiënte en ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden. Mede in het licht van interferentie met het Nieuwe Normen en Handhavingstelsel zal het 'route experiment' naar verwachting pas na de zomer van 2012 gestart kunnen worden. Hieruit moet duidelijk worden of het mogelijk is om ook in het overige deel van de Legmeerpolder woningen te realiseren. Afhankelijk van de resultaten van het 'route experiment', ligt het in het voornemen van de gemeente Amstelveen om in de periode van 2015 tot 2020 woningen te realiseren in het overige deel van de Legmeerpolder.

Bedrijventerreinen De Loeten en Amstelveen Zuid
In de Amstelveense Toekomstvisie 2020+ uit 2001 is de zone langs de omgelegde N201 aangewezen voor de realisatie van bloemenveilinggerelateerde bedrijvigheid. In het raadsbesluit van juli 2005 is het westelijk deel van deze bedrijvenzone, tussen Legmeerdijk en Noorddammerweg, aangewezen als bedrijventerrein De Loeten, een bedrijventerrein voor veilinggerelateerde bedrijvigheid. In het gebied tussen Noorddammerweg en Zijdelweg, bedrijventerrein Amstelveen Zuid, komt in de toekomst algemene bedrijvigheid. Inmiddels hebben de economische situatie en afstemming in de regio ertoe geleid dat ook het bedrijventerrein De Loeten bestemd wordt voor algemene bedrijvigheid.

Op 15 december 2010 heeft de raad de Structuurvisie Amstelveen Zuid 2010-2020 vastgesteld voor de ontwikkelgebieden bedrijventerrein Amstelveen Zuid, bedrijventerrein De Loeten en woningbouwlocatie De Scheg. De structuurvisie geeft de planologische en financiële onderbouwing voor het verhalen van de gemeentelijke kosten voor de omlegging van de N201 op de concrete ontwikkelgebieden. Ook de eventuele bijdragen van de ontwikkelgebieden aan de ruimtelijke ontwikkeling van het project Amstelgroen is in deze structuurvisie opgenomen.

Gezien de relatie tussen bedrijventerrein Amstelveen Zuid en De Loeten kan samenvoeging van de beide ontwikkelingen positief bijdragen aan de haalbaarheid van het kostenverhaal zoals opgenomen in de structuurvisie Amstelveen Zuid.

Het plangebied van het bedrijventerrein De Loeten ligt in het uiterste zuidwesten van de gemeente Amstelveen. De maximale oppervlakte van de bedrijven zal bij elkaar naar verwachting 48,3 ha bedragen, waarbij naar verwachting netto 32,2 ha uitgeefbaar is.

Tot voor kort is bij bedrijventerrein De Loeten ingezet op veilinggerelateerde bedrijvigheid. Naar aanleiding van onderzoek van bureau Buck Consultants International (BCI) naar de regionale ruimtebehoefte van veilinggerelateerde bedrijven is afgesproken dat de partners in Greenport Aalsmeer nadere afspraken maken over hoe om te gaan met het mogelijke overaanbod en wat dit betekent voor de bedrijventerreinen.

Amstelveen onderkent het mogelijke overaanbod en zet in – in lijn met het advies van BCI – op verruiming van de bestemming van bedrijventerrein De Loeten van “veilinggerelateerd” naar “gemengd”, waarbij veilinggerelateerd niet wordt uitgesloten. Dit maakt een flexibelere ontwikkeling van het bedrijventerrein mogelijk.

De maximale oppervlakte van het bedrijventerrein Amstelveen Zuid zal bij elkaar naar verwachting 69 ha bedragen, waarbij naar verwachting netto 46 ha uitgeefbaar is. Aangezien het bedrijventerrein in de economische invloedssfeer van Schiphol, Amsterdam en de bloemenveiling Aalsmeer ligt, brengt dit een aantrekkelijk vestigingsmilieu voor internationale bedrijven en diensten met zich mee. De voorkeur wat betreft de invulling ligt dan ook bij het ontwikkelen van logistieke functies en regionale en lokale bedrijvigheid.

Ontwikkeling van het bedrijventerrein Amstelveen Zuid heeft voor de gemeente geen prioriteit op korte termijn. Verwacht wordt dat binnen de planperiode van dit bestemmingsplan nog geen bestemmingsplan voor het bedrijventerrein in werking zal zijn getreden. Transformatie van het terrein geschiedt gefaseerd vanuit particulier initiatief. De gemeente is bereid particuliere initiatieven te faciliteren binnen door de gemeente te stellen kaders waaraan deze initiatieven moeten voldoen.

Busbaan Amstelveen-Uithoorn
In het bestemmingsplan Landelijk Gebied (1993) is in de Legmeerpolder een openbaarvervoertracé opgenomen ter verbetering van de verbinding tussen Amstelveen en Uithoorn. Dit tracé is tot nu toe nog niet gerealiseerd maar nog steeds actueel. De COVAU (COVAU: Corridor openbaar Vervoer Amstelveen – Uithoorn) studie is een medio 2005 door het ROA (Regionaal Orgaan Amsterdam) afgerond onderzoek naar de toekomstige mogelijkheden (en noodzakelijkheden) ten aanzien van het openbaar vervoer in de corridor Amstelveen – Uithoorn. Uit de planstudie is gebleken dat doortrekken van de sneltram naar Uithoorn niet kostendekkend is vanwege een te gering reizigerspotentieel ten zuiden van Amstelveen Westwijk. Om die reden stelt het ROA voor om een hoogwaardige openbaar vervoer verbinding te laten ontstaan tussen Uithoorn en Amstelveen via een vrije busbaan. Deze vrije busbaan loopt over het oude spoortracé in de Legmeerpolder danwel via de Bovenkerker/Zijdelweg. Over deze vrije businfrastructuur kunnen diverse regionale buslijnen rijden, waaronder ook een nieuwe RegioNet verbinding (lijn 542) vanuit Wilnis/Uithoorn naar Amsterdam centrum. RegioNet is een netwerk van hoogwaardige openbaar vervoer verbindingen die een frequente verbinding vormen tussen woonconcentraties van meer dan 20.000 inwoners en werklocaties met meer dan 10.000 arbeidsplaatsen. ROA en de provincie Noord-Holland zien een dergelijk netwerk in de nabije toekomst ontstaan. De Zuidtangent is een voorloper op RegioNet. Amstelveen steunt verbetering van de OV kwaliteit op de relatie Amstelveen/Uithoorn en houdt in de planvorming van de Legmeerpolder rekening met de realisatie van een vrije busbaan tussen Amstelveen en Uithoorn. In dit bestemmingsplan is deze openbaarvervoertracé weer opgenomen.

Amstelveenlijn
De huidige Amstelveenlijn (lijn 51) loopt van Amstelveen Westwijk via Amstelveen Centrum en Amsterdam Zuid naar Amsterdam CS. De lijn is uniek in haar soort: van Zuid tot CS rijdt lijn 51 als metro op het metronet, maar op het gedeelte Westwijk - Amsterdam Zuid als sneltram. Van Amstelveen Centrum tot Amsterdam Zuid maakt behalve lijn 51 ook tram 5 gebruik van het traject. Materieel en sporen zijn zo gemaakt dat beide op de rails kunnen rijden. Tram 5 rijdt van Amstelveen Centrum via Amsterdam Zuid de binnenstad van Amsterdam in.

De Amstelveenlijn speelt een belangrijke rol in de bereikbaarheid van zowel Amstelveen als Amsterdam. De huidige lijn is om verschillende redenen echter niet toekomstvast: de sneltrams bieden in de toekomst te weinig capaciteit, rijden onregelmatig en rond 2020 zijn zowel de sneltrams als de sporen en installaties aan het einde van hun levensduur. Daarom vindt nu een stadsregionale studie plaats naar de toekomst van de Amstelveenlijn. De onderzoeksvarianten zijn een metro (N/Z lijn) en een Hoogwaardige Tram Verbinding.

Ombouw van de Amstelveenlijn is een passend antwoord op de toekomstige vraag naar hoogwaardig openbaar vervoer. Het leidt tot sneller, comfortabeler, veiliger en betrouwbaarder vervoer tussen Amsterdam en Amstelveen.

In 2012 wordt politiek definitief besloten of en hoe de Amstelveenlijn wordt omgebouwd tot metro of hoogwaardige tramverbinding. Doelstelling is ingebruikname van de metro in 2017. Het projectbureau Amstelveenlijn heeft de opgave om in 2012 een haalbaar en betaalbaar plan op te leveren en het besluit voor ombouw tot metro voor te bereiden.

N201
De N201 is één van de drukste provinciale wegen in Nederland. De infrastructurele ontwikkeling van de weg loopt ver achter op de economische ontwikkeling van de regio: de toenemende drukte op de N201, veroorzaakt door woon-, werk- en transportverkeer, veroorzaakt steeds meer problemen op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid.

Om de veiligheid en leefbaarheid in de gemeenten Haarlemmermeer, Aalsmeer, Amstelveen, Uithoorn en de Ronde Venen en de bereikbaarheid van ondermeer de luchthaven Schiphol en Flora Holland (VBA) te verbeteren is verlegging van de N201 gewenst. Een gedeeltelijke verbreding van het huidig tracé (tussen de Aalsmeerderbrug en de A4) en verlegging van de N201 om de kernen van Aalsmeer en Uithoorn zijn onder andere noodzakelijk om de groei van het wegverkeer in goede banen te leiden.

Samen met de genoemde gemeenten, de Provincie Utrecht, de luchthaven Schiphol en de VBA heeft de Provincie Noord-Holland het initiatief genomen om deze problematiek op te lossen. Hiertoe is in 1996 door betrokken partijen het Masterplan Corridor N201 gepresenteerd, waarin een samenhangend pakket van maatregelen is opgenomen. Het Masterplan adviseert onder andere om de N201 te verleggen vanaf de Aalsmeerderweg in Haarlemmermeer tot en met Uithoorn en Amstelhoek naar een tracé ten noorden van de kernen Aalsmeer, Uithoorn en Amstelhoek. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben op 26 augustus 1997 ingestemd met dit advies.

De betrokken gemeenten en de provincie Noord-Holland hebben in maart 2001 een bestuursovereenkomst ondertekend. Hiermee onderschrijven partijen het gemeenschappelijk belang bij omlegging van de N201 uit oogpunt van verbetering van de leefbaarheid, de verkeersveiligheid, de bereikbaarheid van bestaande en toekomstige woongebieden en bedrijfsterreinen en de bevordering van een evenwichtige economische ontwikkeling in de provincies Noord-Holland en Utrecht en de betrokken gemeenten.

De Provinciale Staten zijn op 25 oktober 2004 akkoord gegaan met de realisatieovereenkomst N201. Daarmee is het besluit tot de omlegging van de N201 definitief geworden.

Om de omlegging van de N201 mogelijk te maken is voor het Amstelveense grondgebied het bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan N201' opgesteld. Dit bestemmingsplan is op 13 september 2007 onherroepelijk geworden. Gelet op de actualisering van alle bestemmingsplannen binnen een planperiode van 10 jaar, is besloten het deel van de N201 dat in dit plangebied is gelegen, mee te nemen in dit bestemmingsplan.

J.C. van Hattumweg 13-17
In een privaatrechtelijke overeenkomst, gesloten met de eigenaren van de percelen J.C. van Hattumweg 13, 15 en 17, is opgenomen dat de gemeente Amstelveen een inspanningsverplichting heeft voor het mogelijk maken van het realiseren van in totaal 3 woningen op deze percelen. Middels dit bestemmingsplan wordt dit mogelijk gemaakt.

De drie geprojecteerde woningen zijn gelegen ten zuiden van de J.C. van Hattumweg. Voor de lintbebouwing ten noorden van de J.C. van Hattumweg zijn in het bestemmingsplan Westwijk Zuid-West regels opgenomen. De richtlijnen voor bebouwing van de randstroken rond Westwijk Zuid-West zijn op 10 juni 2003 door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Sprake was van de ontwikkeling van glastuinbouwgebied naar woonwijk waar de rand rondom het voormalige glastuinbouwgebied (tuinderswoningen) een bijzondere positie innam. Deze rand had een gemengde woon werkfunctie die verbonden is met de achterliggende glastuinbouwbedrijvigheid. De glastuinbouw is verdwenen en daarmee is de relatie verbroken. In de grondaankooponderhandelingen ten behoeve van de ontwikkeling van het kassengebied tot woonwijk zijn de randen met tuinderswoningen buiten beschouwing gelaten, zodat de tuinders na verkoop van hun tuinbouwperceel niet ook hun woning op hoefden te geven.
De bestaande woonfunctie in de randstrook is behouden en de daarvoor bestemde bebouwing in stand gehouden en waar wenselijk is het mogelijk om de woonrand aan te vullen met soortgelijke bijpassende woonbebouwing. Het gaat vaak om ruime vrijstaande tuinderswoningen, met flinke bijgebouwen. Door het hanteren van regels voor de bebouwing van deze randen zal een beeld ontstaan van een open lint bebouwing, zoals langs zoveel polderwegen in de buurt gezien kan worden. Er is in deze strook dus plaats voor ruime vrijstaande woningen, conform de thans al aanwezige woonfunctie (voormalige tuinderswoningen).
De regels die voor de percelen ten noorden van de J.C. van Hattumweg gelden worden vrijwel geheel voor de drie extra woningen ten zuiden van de J.C van Hattumweg in dit bestemmingsplan overgenomen.

Noorddammerweg 88-98
Bij besluit van 27 februari 2009 is een bouwvergunning verleend voor het oprichten van zes woningen met berging op het perceel Noorddammerweg 88 t/m 98, onder verlening van een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Deze vergunning is op 5 november 2010 onherroepelijk geworden en meegenomen in dit bestemmingsplan.

Noorddammerweg 100A-100B
Op 2 oktober 2008 is vergunning verleend voor het oprichten van een dubbel woonhuis met garage op het perceel Noorddammerweg 100A en 100B. Voor het onderhavig perceel geldt het bestemmingsplan 'Dertiende wijziging bestemmingsplan Landelijk Gebied'. Ingevolge dit bestemmingsplan is het perceel bestemd voor woningen met tuinen en erven. Het bouwvlak voor de woning(en) is 14 x 14 meter. De nieuwbouw wordt 15x15 meter. Daarbij wordt het bouwvlak circa 2.50 meter naar het noorden verschoven om het dubbele woonhuis te centreren op het perceel. Tevens is de nieuwbouw circa 1 meter naar achter op het perceel geschoven. Woningen mogen aan de achtergevel worden uitgebreid mits de diepte van de uitbreiding niet meer bedraagt dan 2.00 meter en de goot- en bouwhoogte van deze uitbreiding niet meer bedraagt dan respectievelijk 3.00 en 6.00 meter. Deze uitbreiding is meegenomen in de bouwaanvraag.

Ingevolge het bestemmingsplan 'Dertiende wijziging bestemmingsplan Landelijk Gebied' is voor de woning een goot- en bouwhoogte toegestaan van respectievelijk 4.00 en 8.00 meter. Bijgebouwen mogen gerealiseerd worden met een maximale oppervlak van 40 m² en met vrijstelling 60 m². De goot- en bouwhoogte van het bijgebouw mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3.00 en 6.00 meter. Het bouwplan voldoet aan deze bepalingen. In onderhavig bestemmingsplan geldt voor bijgebouwen bij woningen een maximale goot- en bouwhoogte van 3.00 en 4.50 meter. Deze maatvoering geldt voor alle bestemmingsplannen in Amstelveen. Gekozen is voor een lagere bouwhoogte, om bewoning van bijgebouwen tegen te gaan. Onderhavig bouwplan is verleend onder het oude regime en zal in dit bestemmingsplan onder het overgangsrecht vallen.