direct naar inhoud van 4.4 Landschap en ecologie, groenstructuur
Plan: Legmeerpolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.11-VG02

4.4 Landschap en ecologie, groenstructuur

Landschap en ecologie
Het landschap van de Legmeerpolder, grofweg het gebied tussen de zogenaamde historische dijklinten, twee van de oude verbindingswegen vanaf Amsterdam naar het zuiden, de Legmeerdijk en de Bovenkerkerweg, is in de loop der tijden totaal van karakter veranderd. Van het moerasgebied uit de middeleeuwen is niets meer over. Het gebied is drooggelegd waarna de bovenlaag, die veelal uit turf bestond, is uitgeveend. Wat overbleef is een polder met de daarbij behorende landschappelijke uitstraling. In het noordelijk deel tot aan de J.C. van Hattumweg is Westwijk ontstaan en is geheel verstedelijkt. In het zuidelijk deel, gelegen buiten Amstelveen, is een gebied met woningbouw, een kassengebied en een recreatief gebied ontstaan. Het overgebleven gebied wordt aangeduid als Noorder Legmeerpolder, waarvan het gebied ten oosten van de Zijdelweg buiten het plangebied is gelaten wegens de ontwikkeling naar recreatief gebied. In het zuiden is een gebied buiten het plangebied gelaten wegens de aanleg van de omgelegde provinciale weg N201 en wegens de ontwikkeling van een bedrijventerrein.

Het overgebleven gebied is voor meer dan de helft een kassengebied. Van een puur landelijk en weids gebied is geen sprake. Toch zijn er nog wel enkele landschappelijke kenmerken.

Genoemd kunnen worden de dijkwegen, met de daarbij behorende sloten (tochten genaamd), namelijk: de Legmeerdijk in het westen, de Bovenkerkerweg en de Zijdelweg in het oosten en de Noorddammerweg en de voormalige spoordijk van de Haarlemmermeer spoorlijn in het midden van het plangebied. Dergelijke dijkwegen met tochten komen veelvuldig voor in voormalige moerasgebieden en zijn volgens de Cultuurhistorische Waardekaart van de provincie Noord-Holland ´van waarde´. Zie ook bij paragraaf 4.3.4 cultuurhistorie.

Groenstructuur
Volgens de kaart hoofdgroenstructuur behoort het groen in het plangebied niet tot de hoofdgroenstructuur. De huidige groenstructuur is het gevolg van de kavel verdeling in grasland met sloten na de drooglegging. De kavelverdeling gaat vanuit het noordwesten in stroken naar het zuidoosten en heeft een bijna rechte hoek met de Legmeerdijk en loopt evenwijdig met de J.C. van Hattumweg, die het noorden van het plangebied afgrenst. De kavels worden grotendeels gebruikt voor kassen. Als landschapselement zijn de dijklinten belangrijk voor de karakteristiek van Amstelveen. Ze zijn een schakel tussen landschap en stedelijke bebouwing. In het groenstructuurplan staat dat dergelijke historische dijkwegen begeleid dienen te worden door een landschappelijke boombeplanting, bij voorkeur aangeplant in groene bermen. Het plangebied maakt geen deel uit van het natuurbeschermingsgebied (voorheen stiltegebied) op grond van de Natuurbeschermingswet. Het plangebied valt net buiten het Groene Hart, de groene buffer tussen de vier grote en de kleinere steden van de Randstad.