Artikel 19 Algemene wijzigingsregels
Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van:
-
a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
-
b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
-
c. wijziging van Bijlage bij de regels, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
-
d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
-
e. het bepaalde in artikel 6,lid 6.2 sub a onder 2 en van het bepaalde in artikel 7, lid 7.2 sub a onder 2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen met een grotere goot- en bouwhoogte, met dien verstande dat:
-
1. deze afwijking voor maximaal 7 gebouwen mag worden toegepast;
-
2. de bouwhoogte na afwijking niet meer mag bedragen dan 50 m;
-
3. de breedte van het gebouw waarvoor de afwijking wordt toegepast, niet meer mag bedragen dan 20 m;
-
4. aandacht wordt geschonken aan schaduwwerking en privacy;
-
5. er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;
-
6. onderzoek wordt gedaan naar de effecten op de molenbiotoop;
-
7. voldaan wordt aan de Welstandscriteria van Overstad.