direct naar inhoud van Artikel 15 Kantoor
Plan: Alkmaar Zuid-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00014-0305

Artikel 15 Kantoor

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. dienstverlening;
  • c. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep / bedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • d. een onderdoorgang, ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • e. maatschappelijk, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';

met de daarbijbehorende:

  • f. wegen en paden;
  • g. laad- en losplaatsen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. bouwwerken.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwvlak zal ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage bedragen;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' bedraagt niet meer dan het bestaande aantal;
  • f. de eerste bouwlaag van een hoofdgebouw mag niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'. Ter plaatse van deze onderdoorgang mogen geen bouwwerken ter belemmering van de doorgang worden gebouwd.

15.2.2 Aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen mogen alleen worden gebouwd in het achtererfgebied;
  • b. het achtererfgebied mag niet meer dan 50% worden bebouwd;
  • c. aan- en uitbouwen mogen alleen worden gebouwd in het verlengde van het hoofdgebouw tot 3 meter achter de achtergevel;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt niet meer dan 3 meter.

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen.
15.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

15.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.1 sub e, onder de voorwaarden dat;

  • a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt;
  • b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving wordt gewaarborgd;
  • c. de parkeerdruk in de directe omgeving niet onevenredig wordt vergroot.
15.5 Specifieke gebruiksregels
15.5.1 Aan-huis-verbonden beroep/bedrijf

Voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep/bedrijf als ondergeschikte activiteit bij een woonfunctie gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m²;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep/bedrijf;
  • d. de activiteit mag geen inrichting zijn die is vermeld in bijlage 1 onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (Bor);
  • e. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad.

15.5.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. kamerverhuur;
  • b. de bewoning van een woning door meer dan één huishouden;
  • c. prostitutie;
  • d. seksinrichtingen.
15.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde onder 15.5.1 sub a ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 100 m².