direct naar inhoud van Artikel 10 Gemengd - 3
Plan: Alkmaar Zuid-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00014-0305

Artikel 10 Gemengd - 3

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten van categorie A en B die staan vermeld in bijlage 1, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
  • b. dienstverlening;
  • c. kantoren;
  • d. cultuur en ontspanning;
  • e. maatschappelijk;
  • f. sportvoorzieningen;
  • g. horecabedrijven categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  • h. een onderdoorgang, ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • i. perifere detailhandel in ABC goederen, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer';

met de daarbijbehorende:

  • j. laad- en losplaatsen;
  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. erven;
  • m. nutsvoorzieningen;
  • n. ontsluitingswegen;
  • o. voet- en rijwielpaden;
  • p. waterlopen en waterpartijen;
  • q. groenvoorzieningen;
  • r. bouwwerken.
10.2 Bouwregels

9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de eerste bouwlaag van een hoofdgebouw mag niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'. Ter plaatse van deze doorgang mogen geen bouwwerken ter belemmering van de doorgang worden gebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. het bebouwingspercentage van het bouwvlak zal ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage bedragen.

9.2.2 Aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd;
  • b. het achtererfgebied mag niet meer dan 50% worden bebouwd;
  • c. aan- en uitbouwen mogen alleen worden gebouwd in het verlengde van het hoofdgebouw tot 3 meter achter de achtergevel;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt niet meer dan 3 meter.

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen.
10.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Bedrijven
  • a. in geval van activiteiten die aanpandig zijn aan woningen, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in Bijlage 1, Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorie A;
  • b. in geval van activiteiten die bouwkundig afgescheiden zijn van woningen en andere gevoelige functies op grond van de Wet milieubeheer, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in bijlage 1, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorieën A en B.

10.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. de opslag en verkoop van vuurwerk;
  • b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en bedrijven die vallen onder het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO) en bedrijven die vallen in bijlage 1 onderdeel D van het Besluit omgevingsvergunning (Bor);
  • c. prostitutie;
  • d. seksinrichtingen.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 10.1 sub a voor het toestaan van activiteiten die in bijlage 1, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorie C, onder voorwaarde dat sprake is van een goede aansluiting op de hoofdinfrastructuur.