Plan: | Lekboulevard - Hoog Zandveld Centrum |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0356.BPLC2010001-OH04 |
Op de locatie worden nieuwe woningen en maatschappelijke functies gerealiseerd. De maatschappelijke bestemming wordt aangemerkt als 'andere gezondheidszorggebouwen':
Deze categorie alsook de nieuwe woningen worden volgens de Wet geluidhinder aangemerkt als geluidsgevoelige functies waarvoor akoestisch onderzoek uitgevoerd dient te worden.
Industrielawaai
Bij het mogelijk maken van nieuwe geluidsgevoelige functies dient rekening te worden gehouden met de zonering van industrielawaai. Nieuwe geluidsgevoelige functies (zoals woningen) binnen de zonegrens zijn niet zonder meer toegestaan. Indien er binnen de 50 dB(A)-contour, de zonegrens van het industrieterrein, geluidsgevoelige functies mogelijk worden gemaakt, geldt een onderzoeksplicht.
Onderzoek en conclusie
Het bestemmingsplan maakt zowel woningen als een Brede School mogelijk. Beide zijn te beschouwen als geluidsgevoelige functies. Het plangebied ligt echter buiten de geluidszones van de gezoneerde industrieterreinen. Het aspect industrielawaai vormt daarom geen belemmering voor de realisatie van dit bestemmingsplan.
Wegverkeerslawaai
Toetsingskader nieuwe situaties
Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de uiterste grenswaarde niet te boven gaan, zie tabel 4.3. De geluidswaarde binnen de geluidsgevoelige bestemming (binnenwaarde) dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm. Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Van de aftrek conform artikel 3.6 uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 is gebruikgemaakt.
Tabel 4.3 Grenswaarden wegverkeerslawaai (nieuwe situaties)
situatie | voorkeursgrenswaarde | uiterste grenswaarde | hoogst toelaatbaar binnenniveau |
bestaande weg | |||
nieuwe woning stedelijk buitenstedelijk agrarische bedrijfswoning |
48 dB 48 dB 48 dB |
63 dB 53 dB 58 dB |
33 dB |
andere geluidsgevoelige gebouwen c.q. terreinen | |||
bestaande weg + nieuwe onderwijsgebouwen, ziekenhuizen of verpleeghuizen buitenstedelijk stedelijk |
48 dB 48 dB |
53 dB 63 dB |
33 dB maar verblijfsruimten 28 dB |
andere gezondheidszorggebouwen | 48 dB | 53 dB | 33 dB maar verblijfsruimten 28 dB |
30 km/h-wegen
Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet-gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Indien dit niet het geval is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en/of doelmatig zijn. Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan wettelijke normen aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB en de uiterste grenswaarde, zoals in bovenstaande tabel beschreven, uit de Wgh als referentiekader gehanteerd, waarbij de voorkeursgrenswaarde als richtwaarde en de uiterste grenswaarde als maximaal aanvaardbare waarde geldt. Bij geluidsbelasting boven de richtwaarde wordt onderzocht of met maatregelen de geluidsbelasting kan worden beperkt en of er sprake is van een acceptabel akoestisch klimaat. Daarnaast is het van belang dat zodanige gevelmaatregelen worden genomen dat voldaan wordt aan de normen voor de binnenwaarde, zoals vastgelegd in het bouwbesluit.
Onderzoek
De ontwikkeling is gelegen binnen de geluidszone van de A2 en de Zandveldseweg. De A2 heeft een geluidszone van 600 m uitgaande van meer dan 5 rijstroken en een buitenstedelijke ligging. De Zandveldseweg heeft een geluidszone van 200 m uitgaande van een binnenstedelijke ligging en 1-2 rijstroken.
In de nabijheid van de locatie zijn de Lupinestraat, de Zonnebloemstraat en de Ratelaar gelegen, 30 km/h-wegen. Om de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting van niet-gezoneerde wegen te beoordelen, is de geluidsbelasting van deze wegen berekend.
Rekenmethodiek en invoergegevens
Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode II (SRM II) conform het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. De berekeningsresultaten zijn opgenomen in bijlage 5.
Verkeersgegevens
Het gebruikte Geomilieumodel is aangeleverd door Rijkswaterstaat. Het betreft een definitief model waarin de A2 is opgenomen met tweelaags ZOAB en schermen.
Door de gemeente zijn verkeersprognoses aangeleverd voor het jaar 2022, zie bijlage 3. In deze verkeersprognoses is het extra verkeer ten gevolge van de ontwikkelingen niet meegenomen. In bijlage 2 is deze verkeersgeneratie berekend, voor het akoestisch onderzoek zijn de weekdagcijfers benodigd. Deze verkeersgeneratie is bij de intensiteiten opgeteld. Voor de verdeling van het verkeer wordt verwezen naar paragraaf 4.3.2.
Resultaten gezoneerde wegen
Ten gevolge van het verkeer op de A2 en de Zandveldseweg zijn de geluidscontouren berekend. Hieruit blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer op de A2 aan de gevels van de nieuwe ontwikkelingen lager ligt dan 48 dB. Ook ten gevolge van het verkeer op de Zandveldseweg ligt de geluidsbelasting lager dan 48 dB. Er is sprake van een aanvaardbare akoestische situatie.
Resultaten niet-gezoneerde weg
Ten gevolge van het verkeer op de Lupinestraat wordt de geluidsbelasting van 48 dB niet overschreden aan de gevels van de rijwoningen en de school. Aan de gevels van het nieuwe woonblok bedraagt de maximale geluidsbelasting 51 dB. Hierbij wordt de richtwaarde van 48 dB overschreden. Het betreft hier de gevels aan de zijde van de Lupinestraat. Aan de overige gevels is de geluidsbelasting lager dan 48 dB.
De maximale geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer op de Zonnebloemstraat bedraagt 43 dB. Hierbij is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.
Ten gevolge van het verkeer op de Ratelaar bedraagt de maximale geluidsbelasting 52 dB. Hierbij wordt de richtwaarde van 48 dB overschreden. Deze geluidsbelasting komt voor op het woonblok en de rijwoningen aan de gevels langs de Ratelaar. Aan de overige gevels en de gevels van de school wordt de geluidsbelasting van 48 dB niet overschreden.
Maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting
De richtwaarde ten gevolge van het verkeer op Lupinestraat en de Ratelaar wordt overschreden. Bezien is of met maatregelen de geluidsbelasting doelmatig kan worden teruggedrongen. Er is een aantal maatregelen ter reductie van de geluidshinder denkbaar. Een mogelijkheid is om de functie van de weg, de samenstelling van het verkeer of de maximumsnelheid te wijzigen. De functies van de wegen als erftoegangswegen met de daarbij behorende maximumsnelheid van 30 km/h dient behouden te blijven voor de ontsluiting van het omliggende gebied. Erftoegangswegen behoren tot de laagste wegcategorie. Wijziging hiervan of van de samenstelling van het verkeer leiden daarom niet tot verdere geluidsreductie. Maatregelen in het overdrachtsgebied zoals geluidsschermen zijn niet inpasbaar.
Gesteld kan worden dat redelijkerwijs geen maatregelen mogelijk zijn om de geluidsbelasting te reduceren. De geluidsbelasting overschrijdt de maximaal aanvaardbare waarde van 63 dB niet, er is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.
Conclusie
Ten gevolge van het verkeer op de verschillende wegen is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.
Spoorweglawaai
Toetsingskader
Indien nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de onderzoekszone van een spoorweg worden gerealiseerd, dient onderzoek plaats te vinden naar de geluidsbelasting vanwege deze spoorweg. Voor woningen bedraagt de voorkeursgrenswaarde 55 dB en voor andere geluidsgevoelige gebouwen 53 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. De uiterste grenswaarde mag daarbij niet worden overschreden. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.
Onderzoek
De tramlijn in Nieuwegein is wettelijk gezoneerd. De zonebreedte bedraagt 100 m uit de kant van de buitenste spoorstaaf. De dichtstbij nieuw te bouwen woning is op een afstand van 97 m uit de buitenste spoorstaaf gelegen, zodat akoestisch onderzoek nodig is.
Door de gemeente Nieuwegein is een gemeentelijk actieplan geluid vastgesteld. Hierbij is tevens een geluidsbelastingkaart opgesteld. Op deze kaart is de geluidssituatie in 2006 weergegeven. In onderstaande figuur staan de geluidscontouren ten gevolge van de tramlijn.
Figuur 4.2 Geluidscontour ten gevolge van de tramlijn
Hieruit blijkt dat het plangebied in de klasse rustig (< 55 dB) is gelegen. Aangenomen kan worden dat de voorkeursgrenswaarde van 55 dB in het plangebied niet overschreden zal worden.
Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat ten gevolge van de tramlijn sprake is van een aanvaardbare akoestische situatie in het plangebied.
Scheepvaartlawaai
De gemeente Nieuwegein heeft een bestand beschikbaar gesteld waarin geluidsbelastingen rondom vaarwegen door en langs Nieuwegein te vinden zijn. Het scheepvaartlawaai is berekend op basis van de berekeningstool 'Scheepvaart Hinder Akoestisch Normerings Tool Indicatief' (SHANTI). Hierbij is geen rekening gehouden met afschermende bebouwing of tussengelegen grondtaluds.
De nieuwe ontwikkelingen zijn op een minimale afstand van 650 m uit de vaarlijn van de Lek (Brug A2-Hagensteinse brug) gelegen. Uit het bestand blijkt dat de geluidsbelasting op een afstand van 500 m 44 dB bedraagt en op een afstand van 1.000 m 41 dB.
De geluidsbelasting als gevolg van scheepvaart bedraagt maximaal 44 dB. Deze geluidsbelasting wordt betrokken bij het bepalen van de cumulatieve geluidsbelasting.
Conclusie
Ten gevolge van de aspecten industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat in het plangebied. Deze aspecten vormen dan ook geen belemmering voor de realisatie van dit bestemmingsplan.
Binnen het plangebied zijn geen bedrijven aanwezig. Wel maakt het bestemmingsplan de verplaatsing van een school en de realisatie van gemengde doelen mogelijk. Dit laatste wordt mogelijk gemaakt op de locatie waar in de huidige situatie een school aanwezig is. Binnen de gemengde doelen worden woningen met in de plint maatschappelijke voorzieningen mogelijk gemaakt. Dergelijke maatschappelijke voorzieningen vallen op grond van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009) in categorie 1 of 2. De omgeving van deze ontwikkeling bestaat uit woningen, detailhandel en maatschappelijke voorzieningen. Er is dus sprake van een situatie waarin functiemenging aanwezig en gewenst is. In een dergelijke situatie worden woningen en milieuhinderlijke activiteiten uit categorie 1 en 2 direct naast elkaar aanvaardbaar geacht. De eisen uit het Bouwbesluit zijn voldoende om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van woningen te garanderen.
Een school is op grond van bovengenoemde VNG-publicatie te beschouwen als een milieuhinderlijke activiteit uit categorie 2. Voor activiteiten uit deze categorie geldt een richtafstand van 30 m ten opzichte van een rustige woonwijk. In een gemengd gebied is een dergelijke activiteit in de directe omgeving van woningen toegestaan. Aangezien de afstand tussen de beoogde school en omliggende woningen minimaal 30 m zal bedragen, zal er ter plaatse van woningen geen sprake zijn van onaanvaardbare milieuhinder.
In paragraaf 2.9.3. wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid de uitvoering van het plan niet in de weg staat. De realisatie van de voorgenomen ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor deze conclusie.
De ontwikkelingen die dit bestemmingsplan mogelijk maakt hebben een verkeersaantrekkende werking van 1.222 mvt/etmaal (weekdaggemiddelde). Met behulp van de nibm-tool (http://www.infomil.nl) is berekend dat het plan mogelijk in betekenende mate bijdraagt aan de concentraties stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Daarom is de bijdrage van de beoogde ontwikkelingen getoetst aan de grenswaarden uit de Wm. Het onderzoek is te vinden in bijlage 6. De conclusie van het onderzoek is dat de grenswaarden uit de Wm de realisatie van het plan niet in de weg staan. Uit het onderzoek blijkt dat, ook na realisatie van de beoogde ontwikkeling, voor de onderzochte jaren (2011, 2020 en 2022) geen van de grenswaarden uit de Wm wordt overschreden. Uit het oogpunt van luchtkwaliteitseisen wordt voldaan aan een goede ruimtelijke ordening.
Eén van de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt is de verplaatsing van een school. Hoewel deze verplaatsing geen extra verkeer genereert en ook op geen andere manier bijdraagt aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen, dient vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit toch (extra) aandacht te worden besteed aan deze ontwikkeling. Een school is namelijk te beschouwen als een gevoelige bestemming in het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen. Aangezien de school ook na realisatie van het bestemmingsplan op meer dan 300 m van de rijksweg en meer dan 150 m van de dichtstbijzijnde provinciale weg ligt, vormt het Besluit gevoelige bestemmingen geen belemmering voor de realisatie van dit plan.
Voor de Zandveldseweg, een gemeentelijke weg, geldt geen juridische richtafstand. Vanwege het aantal verkeersbewegingen over deze weg is vanuit een goede ruimtelijke ordening ter indicatie wel getoetst aan de richtafstand van 50 m. Hieraan wordt ruimschoots voldaan.
Het creëren van afstand tussen gevoelige bestemmingen en wegen is ook één van de doelen uit het gemeentelijk beleid. Gezien de afstand tussen de wegen en de school wordt in dit bestemmingsplan dus ook aan het gemeentelijk beleid voldaan.
Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek blijkt dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging moet het volledig verkennend bodemonderzoek uit worden gevoerd.
Onderzoek en conclusie
Ter plaatse van de nieuwbouwlocatie is bodemonderzoek uitgevoerd1 (bijlage 10). Er zijn geen beperkingen aangetroffen inzake het verlenen van een omgevingsvergunning en het voortzetten van het huidige gebruik van de bodem.