5.8 Externe veiligheid
Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkomen van voorzienbare externe veiligheidsrisico's. Belangrijk hierbij is dat een ruimtelijke scheiding wordt aangehouden (zonering) tussen (geprojecteerde) (beperkt) kwetsbare objecten en risicobronnen. Hiervoor is het noodzakelijk dat te verlenen besluiten over bouw- en milieuvergunningen en bestemmingsplannen onderling goed op elkaar zijn afgestemd. Risicobronnen voor de externe veiligheid zijn bedrijven (inrichtingen) waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (via weg, water, spoor, buisleidingen) en luchtvaartterreinen in algemene zin (luchtvaartveiligheid).
De risicobronnen in en om het plangebied, zijn geïnventariseerd door Aveco de Bondt op 21 mei 2012 (zie bijlage 8). Daaruit blijkt het volgende:
- In het plangebied zijn géén risicobronnen aanwezig.
- Het plangebied ligt niet in een direct beïnvloedingsgebied van een risicobron. De dichtstbijzijnde externe risicobron, een LPG-station (Gulf Tankstation) aan 'De Smalle Zijde', is gelegen op circa 1 km afstand en heeft daarmee geen invloed op het plangebied.
- De dichtstbijzijnde buisleiding, in het kader van externe veiligheid is gelegen op meer dan 1 km afstand.
- Er vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen in de directe omgeving plaats. Over de N233 vindt wel vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Deze weg is niet opgenomen in het Basisnet Weg. De N233 ligt op meer dan 1 km van de locatie en hiermee ver buiten het invloedsgebied van de weg (enkele tientallen meters). De A12 ligt op circa 2,5 km afstand en speelt daarmee géén enkele rol van betekenis.
- Op circa 150 meter ten zuiden van het plangebied ligt de spoorlijn Utrecht – Rhenen. Deze spoorlijn is niet opgenomen in de risicokaart en op grond daarvan kan gesteld worden dat er momenteel geen relevant vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het bestaande vervoer over het spoor levert ten aanzien van externe veiligheid derhalve geen belemmeringen op voor de ontwikkeling van het plangebied.
De voorgenomen ontwikkeling in relatie tot de geringe afstand tot het spoor zou mogelijk van invloed kunnen zijn op het groepsrisico. Echter binnen het plangebied vindt vervanging van een school plaats door het realiseren van woningen. Gezien de omvang van de school en de hoeveelheid te realiseren woningen zal dit naar verwachting géén negatief effect hebben op het groepsrisico.
- Veenendaal is ook gelegen aan de spoorlijn Utrecht – Arnhem (Baanvak Ede Wageningen). Deze lijn ligt aan de andere zijde van de A12 op bijna 3 km afstand waardoor het plangebied ver buiten het invloedsgebied ligt.
5.8.1 Conclusie
De risicobronnen rondom het plangebied zijn geïnventariseerd. Op grond van de beschikbare informatie, de huidige wet- en regelgeving en rekening houdend met bekend zijnde toekomstverwachtingen levert het aspect externe veiligheid geen beperkingen op voor de ontwikkeling van het plangebied. Er zijn géén nadere onderzoeken of berekeningen noodzakelijk.