direct naar inhoud van 4.3 Geluid
Plan: 'Het Noorderwerk'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPHetNoorderwerk-OH01

4.3 Geluid

4.3.1 Beleid en regelgeving

De mate waarin het geluid het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh). De kern van de wet is dat geluidsgevoelige bestemmingen, worden beschermd tegen geluidhinder ten gevolge van wegverkeer, spoorweg en industrie. Het beschermen van bijvoorbeeld het woonmilieu gebeurt aan de hand van vastgestelde zoneringen. De belangrijkste geluidsbronnen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai. Verder gaat deze wet onder meer in op geluidwerende voorzieningen en geluidbelastingkaarten en actieplannen.

In het kader van dit bestemmingsplan is alleen wegverkeerslawaai van toepassing. Er zijn geen gezoneerde bedrijventerreinen aanwezig.

Voorkeurswaarden en ontheffingswaarden
Binnen een geluidszone geldt een voorkeurswaarde voor de geluidsbelasting op geluidsgevoelige bestemmingen. Voor wegverkeer bedraagt deze 48 dB. Hierbij geldt een toetsing per weg en per geluidsbron.
Als de voorkeurswaarde wordt overschreden moet onderzocht worden of geluid reducerende maatregelen getroffen kunnen worden (bron- en overdrachtsmaatregelen) om aan de voorkeurswaarde te kunnen voldoen. Pas als blijkt dat niet aan de voorkeurswaarde kan worden voldaan kan het college van burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van de voorkeurswaarde. Hierbij geldt wel een maximale ontheffingswaarde. Voor wegverkeer is de maximale ontheffingswaarde afhankelijk van een aantal eigenschappen van de locatie. In onderstaande tabel zijn de voorkeurswaarden en maximale ontheffingswaarden kort samengevat.

Bron   Voorkeurswaarde   Maximale ontheffingswaarde  
    Volgens Wgh   Volgens Geluidsnota Veenendaal  
A12   48 dB   53 dB   58 dB  
Wegen in het plangebied   48 dB   63 dB   58 dB  

Voorkeursgrenswaarden en maximale ontheffingswaarden
(Bron: Omgevingsdienst Regio Utrecht)


Geluidsgevoelige objecten
In de Wgh zijn geluidgevoelige objecten benoemd. Voor deze objecten gelden de geluidswaarden die de Wgh opgeeft. Geluidsgevoelige objecten zijn woningen, woonwagenstandplaatsen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, kinderdagverblijven en speciaal benoemde gezondheidszorggebouwen.


Gemeentelijke beleidsregel hogere waarden Wgh
De gemeente draagt zorg voor een zo goed mogelijke akoestische kwaliteit van de leefomgeving in situaties waar geluidsniveaus boven de wettelijke voorkeurswaarden niet kunnen worden voorkomen. Het college van burgemeester en wethouders heeft daarom de beleidsregel hogere waarden Wgh vastgesteld op 7 oktober 2008. In deze beleidsregel worden randvoorwaarden genoemd voor het toestaan van hogere geluidsbelastingen dan de voorkeurswaarde. De voorwaarden zijn geformuleerd als eis of als inspanningsverplichting.

4.3.2 Relatie met het plangebied

Wegverkeer
De Omgevingsdienst regio Utrecht (Odru) heeft indicatieve berekeningen uitgevoerd met behulp van actuele rekenmodellen. Voor rijksinfrastructuur zijn de gegevens uit het geluidregister gehanteerd. Voor overige wegen is de situatie 2025 bepalend.

Binnen het plangebied dan wel op korte afstand van het plangebied, lopen diverse zoneplichtige wegen, zoals zodals de Rijksweg A12 en delen van de Rondweg West en Rondweg Oost (zie afbeelding 4.3).

afbeelding "i_NL.IMRO.0345.BPHetNoorderwerk-OH01_0012.png"

Afbeelding 4.3: geluidbelasting wegverkeer t.o.v. plangebied
bestemmingsplan Het Noorderwerk

Op de geluidscontourenkaarten voor wegverkeerslawaai is te zien dat de Rijksweg A12 het geluidsniveau in het plangebied voor het grootste gedeelte bepaalt. Langs deze infrastructuur liggen hoofdzakelijk bedrijfsgebouwen. Alleen langs de Stationsstraat en de Munnikenweg bevinden zich woningen. De geluidsniveaus bevinden zich hier boven de wettelijke voorkeurswaarde.


Conclusie
Voorliggend bestemmingsplan betreft in hoofdzaak een actualiseringsplan die de bestaande(planologische) situatie (opnieuw) vastlegt. Zodoende hoeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan formeel geen toetsing aan de Wgh plaats te vinden. Een eventuele overschrijding van de voorkeursgrenswaarde in bestaande situaties heeft immers geen gevolgen.

Indien in de toekomst nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, moet echter onderzoek worden gedaan naar de akoestische situatie. Als er sprake is van een geluidsgevoelige bestemming, dient getoetst te worden aan de Wet geluidhinder en het gemeentelijk geluidbeleid.