direct naar inhoud van 4.2 Externe veiligheid
Plan: 'Het Noorderwerk'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPHetNoorderwerk-OH01

4.2 Externe veiligheid

Wettelijk kader
Externe veiligheid heeft betrekking op de gevaren die mensen lopen als gevolg van aanwezigheid in de directe omgeving van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden bewaard en/of bewerkt, transportroutes waarlangs gevaarlijke stoffen worden vervoerd en ondergrondse buisleidingen. De aan deze activiteiten verbonden risico's moeten tot een aanvaardbaar niveau beperkt blijven.

Het wettelijk kader voor risicobedrijven is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (REVI).
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is het wettelijke kader vastgelegd in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de onderliggende regelgeving. De wet- en regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt volgens verwachting medio 2012 herzien in samenhang met het vaststellen van het zogenaamde Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Het beleid voor ondergrondse buisleidingen is vastgelegd in het Besluit Externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Bij de beoordeling van de externe veiligheidssituatie zijn twee begrippen van belang:

  • 6. Het plaatsgebonden risico (PR) richt zich als maat voor het risico vanwege activiteiten met gevaarlijke stoffen vooral op de basisveiligheid voor personen in de omgeving van die activiteiten.
    Aan het PR is een wettelijke grenswaarde verbonden die niet mag worden overschreden. Het PR wordt “vertaald” als een risicocontour rondom een risicovolle activiteit, waarbinnen geen kwetsbare objecten (bijv. woningen) mogen liggen.
  • 7. Het groepsrisico (GR) is een maat voor de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Rondom een risicobron wordt een invloedsgebied gedefinieerd, waarbinnen grenzen worden gesteld aan het maximaal aanvaardbare aantal personen, de z.g. oriënterende waarde (OW). Dit is een richtwaarde, waarvan het bevoegd gezag, mits afdoende gemotiveerd, kan afwijken. Deze verantwoordingsplicht geldt voor elke toename van het GR, ook als de OW niet wordt overschreden.

Beleidskader elektromagnetische straling
Voor hoogspanningslijnen is het beleidskader beschreven in het 'Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen' (Min. VROM d.d. 5 oktober 2005). Hierin adviseert de Staatssecretaris van VROM het in acht nemen van een veiligheidszone, waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla.

Voor zendmasten (omroep/GSM/UMTS) zijn in de EU-publicatie 1999/519/EG blootstellingslimieten aanbevolen voor personen die permanent in de nabijheid van zendmasten verblijven. Nederland heeft deze aanbeveling overgenomen en opgenomen in de Telecommunicatiewet.

Beschrijving risicosituatie plangebied
Onderstaande uitsnede van de professionele Risicokaart toont de omgeving van het plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0345.BPHetNoorderwerk-OH01_0011.png"

Afbeelidng 4.2: overzicht inrichtingen, transport gevaarlijke stoffen kwetsbare objecten
(Bron; Risicokaart.nl)

Risicobedrijven:
Binnen het plangebied liggen twee LPG-tankstations aan de Gildetrom en aan de Wiltonstraat.
Aan beide LPG-tankstations is een doorzet van maximaal 1.000 m³ LPG/jaar vergund. Op grond daarvan geldt voor het plaatsgebonden risico een contour van 35 meter rond het vulpunt, van 25 meter rond het LPG-reservoir en van 15 meter rond de afleverzuilen. De contour voor het invloedsgebied van het groepsrisico strekt zich uit tot 150 meter rond het vulpunt en rond het reservoir.

Ten noorden van het plangebied, aan de overzijde van de Rijksweg A12 ligt aan het Arsenaal het bedrijf TDG. Dit is een BRZO-bedrijf. Een gering deel van het plangebied ligt binnen de contour voor het plaatsgebonden risico van 10-8 per jaar vanwege dit bedrijf.

Er zijn in de omgeving van het plangebied geen andere risicovolle inrichtingen aanwezig waarvan de risicocontouren het plangebied kunnen beïnvloeden.

Transport van gevaarlijke stoffen:
De Rijksweg A12 maakt deel uit van het Basisnet Weg voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. In bijlage 5 van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is voor het weggedeelte van de A12 langs het plangebied (wegvakken U11 en G8) aangegeven dat hier geen veiligheidszone voor het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar geldt. Een deel van het plangebied ligt binnen de contouren voor het plaatsgebonden risico van 10-7 en 10-8 per jaar.

Volgens de “Eindrapportage Basisnet Weg” van oktober 2009 moet langs deze wegvakken een plasbrandaandachtsgebied (zone van 30 meter van de rechterrand van de rechterrijstrook) van in acht genomen worden en is het groepsrisico kleiner dan 10% van de oriëntatiewaarde.

Een deel van het plangebied ligt binnen het aandachtsgebied voor het groepsrisico van de A12 (een zone van 200 meter vanaf de wegas).

Aan de oostzijde ligt nog juist binnen het plangebied een deel van de Randweg Oost. Deze lokale weg is door de gemeente bij raadsbesluit aangewezen als route die is vrijgesteld van ontheffingsplicht voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het betreft in hoofdzaak lokaal vervoer. De omvang en frequentie van dit vervoer is naar verwachting zodanig dat geen rekening gehouden hoeft te worden met effecten van een plaatsgebonden risico of groepsrisico.

Buisleidingen:
Het oostelijke deel van het plangebied wordt in noord-zuidrichting doorsneden door een hogedruk aardgasleiding. Het betreft en leiding met een maximale werkdruk van 40 bar. Langs deze leiding geldt geen contour voor het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar. Volgens eerdere berekeningen is het groepsrisico ruimschoots lager dan 101% van de oriëntatiewaarde.

Langs de leiding moet een belemmeringenstrook van 4 meter aan weerszijden worden vrijgehouden ten behoeve van inspectie en onderhoud door de leidingbeheerder. Deze strook moet in de planregels zijn vastgelegd en ook op de plankaart zijn aangegeven.

Hoogspanningslijnen:
Er zijn in de omgeving geen hoogspanningslijnen aanwezig waarvan de indicatieve veiligheidszones het plangebied kunnen beïnvloeden.

Zendmasten:
Uit de gegevens op de website www.antenneregister.nl blijkt dat de in of nabij het plangebied aanwezige zendmasten geen overschrijdingen veroorzaken van de geldende blootstellingslimieten voor elektrische en magnetische veldsterkten.

In Bijlage 1 is de verantwoording van het groepsrisico binnen het plangebied voor externe veiligheid opgenomen, waarbij in Bijlage 2 en Bijlage 3 de kwantitativieve risicoanalyse is opgenomen voor de LPG-tankstations aan de Gildetrom 2 respectievelijk de Wiltonstraat 2 te Veenendaal.


Conclusie
Er is in de bestaande situatie geen sprake van knelpunten of aandachtspunten voor het aspect externe veiligheid of het aspect elektromagnetische straling. Er is geen noodzaak voor het uitvoeren van een (nieuwe) risicoanalyse.