direct naar inhoud van Artikel 4 Centrum
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPCentrum-oh02

Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Centrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen op de verdiepingen (bovenwoningen);
  • b. detailhandel, uitsluitend op de begane grond, en indien op de plankaart de aanduiding (sc-dh1 en sc-dh2) is aangegeven, op de eerste verdieping;
  • c. horecabedrijven, horeca categorie 1 t/m 3, of tot de op de plankaart aangegeven categorie, uitsluitend op de begane grond, en indien op de plankaart de aanduiding (sc-dh1 en sc-dh2) is aangegeven, op de eerste verdieping;
  • d. dienstverlening, maatschappelijke dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond, en indien op de plankaart de aanduiding (sc-dh1 en sc-dh2) is aangegeven, op de eerste verdieping;
  • e. amusementshal ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van centrum (sc-ah)


met daaraan ondergeschikt:

  • f. verkeer en verblijf;
  • g. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
  • h. inpandige openbare fietsenstalling;
  • i. groenvoorzieningen en waterpartijen;

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht (ondergrondse) gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

4.2.2 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. gebouwen moeten worden gebouwd met inachtneming van de ter plaatse aangegeven aanduidingen op de verbeelding.
  • c. de hoofdgebouwen dienen georiënteerd te zijn op de openbare weg;
  • d. de voorgevel van de hoofdgebouwen moeten in de voorgevelroollijn worden geprojecteerd;
4.2.3 Bouwregels bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:

Bouwwerk, geen gebouw zijnde   Maximale hoogte  
verlichting, vlaggenmasten   7 m¹  
terreinafscheidingen achter voorgevelrooilijn   3 m¹  
overige bouwwerken   15 m¹  

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte met dien verstande dat:

  • a. de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 meter;
  • b. het besluit van burgemeester en wethouders niet is strijd is met een goede ruimtelijke ordening en het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat;
  • c. dat in de onder b. vermelde ruimtelijke onderbouwing wordt aangetoond dat de afwijking niet strijdt met het beeldkwaliteitplan Kernwinkelgebied, zoals dat geldt tijdens de vaststelling van dit bestemmingsplan;
  • d. dat in de onder b. vermelde ruimtelijke onderbouwing wordt aangetoond dat de afwijking tevens geen afbreuk doet aan de in de nabijheid gelegen panden die op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan zijn aangewezen als gemeentelijk- of rijksmonument.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Bedrijfsfuncties op verdieping

De in lid 1 bedoelde en met sc-dh1 aangeduide functies op de verdieping dienen te behoren en deel uit te maken van de hetzelfde bedrijf dat op de begane grond is gevestigd.

4.4.2 Tuinstraat

Daar waar op de verbeelding met 'gevellijn', is aangegeven mogen geen detailhandels- of horecabedrijven worden gevestigd, die niet behoren bij en deeluitmaken van het in een rechte lijn daarachter gevestigd detailhandels- of horecabedrijf.

4.4.3 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken zoals bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken als verkooppunt van motorbrandstoffen;
  • b. het gebruik van bebouwing ten behoeve van seksinrichtingen.
  • c. het gebruik ten dienste van afhaalzaken, daar waar op de plankaart -sdh-az is aangegeven

 

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten aanzien van het gebruik van een bovenverdieping ten behoeve van detailhandel, dienstverlening en /of horeca, met dien verstande dat van deze bevoegdheid uitsluitend gebruik kan worden gemaakt, indien:

  • a. de bedrijfsruimte op de verdieping behoort bij en deel uitmaakt van hetzelfde bedrijf dat op de begane grond is gevestigd;
  • b. niet meer dan 2 bouwlagen van het onder a genoemde pand wordt gebruikt voor detailhandelsdoeleinden;
  • c. de evenwichtigheid van de detailhandelsstructuur in het kernwinkelgebied niet onevenredig wordt verstoord;
  • d. de locatie een zodanige plaats inneemt dat deze een positieve bijdrage levert aan een evenwichtige verdeling van de publieke belangstelling binnen het gehele kernwinkelgebied;
  • e. geen sprake is van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. het woonklimaat van de nabijgelegen (boven)woningen niet onevenredig wordt aangetast;
  • g. het besluit van burgemeester en wethouders niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat;