Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.BPBuitengebied-vg01 |
In het kader van het LOP is een analyse uitgevoerd naar de aanwezige natuurwaarden. Onderstaande teksten zijn afkomstig uit het LOP.
Deelgebied Noord - omgeving Fort aan de Buursteeg
De natuurkern van dit deelgebied ligt net buiten de gemeente. In het Meeuwenkampje groeit o.a. Gevlekte orchis, Moeraskartelblad, Kleine zonnedauw, Grote ratelaar, Dopheide en diverse soorten kleine zeggen (o.a. Blauwe, Haas-, Dwerg- en Sterzegge). De omringende graslanden zijn aangewezen als nieuwe natuur. Deze herbergen op dit moment nog geen bijzondere soorten. Op het grondgebied van Veenendaal betreft het de hele zone tussen de spoorlijn en de snelweg, ca. 50 ha. Het open gebied heeft floristische potenties en moet dienen als buffer rond de natuurkern. Het spoor heeft tevens de functie Ecologische Verbindingszone. Andere natuurwaarden in het gebied betreffen de droge schraalgrasland- en zoomplanten langs het spoor en op het fort. Hier staan o.a. Grasklokje, Zandblauwtje, Zeepkruid, Schermhavikskruid. In de spoorsloten en grachten komen verder Waterviolier en diverse soorten grote zeggen (o.a. Stijve, Zomp-, Scherpe, Valse vos-, Pluim-, Hangende en Snavelzegge) voor. Het fort en de grachten zijn verder van belang voor de Watervleermuis.
Het Meeuwenkampje is leefgebied van de Kamsalamander. Het open gebied tussen spoorlijn en snelweg is matig weidevogelgebied.
Deelgebied Oost - omgeving de Hellen en ten zuiden van de Grift
In het veengebied langs de Grift is de verwerving en inrichting van het natuurgebied Hel en Blauwe Hel grotendeels afgerond. Het is een zeer bijzonder veenmoerascomplex met natte schraalgraslanden, moeras en trilveen. De kwel is hier sterk en komt van grote diepte. De Grift is net als de spoorlijn Arnhem-Utrecht benoemd als Ecologische Verbindingszone. Bijzondere plantensoorten zijn o.a. Moeraskartelblad, Draadzegge, Blonde en Ronde zegge, Moerasviooltje. Verder groeien er de beschermde soorten Vleeskleurige orchis, Rietorchis, Grote keverorchis, Koningsvaren, Waterdrieblad, Wilde gagel, Dotterbloem.
Streng beschermde diersoorten, die het gebied bewonen zijn Waterspitsmuis en Heikikker. Verder vliegen er een aantal bijzondere dagvlinder- (o.a. Grote parelmoervlinder) en libelle- (o.a. Glassnijder)soorten.
Broedvogels van de rode lijst en de EU-vogelrichtlijn zijn Bruine kiekendief, Blauwborst, Ransuil, Boomvalk, Wielewaal, Nachtegaal, Koekoek, Snor.
Deelgebied Zuid - omgeving Middelbuurtseweg
De natuurwaarden van dit deelgebied zijn beperkt en er zijn geen potenties onderkend in het vigerend beleid. In en aan de (droge) sloten groeien de minder algemene plantensoorten Zwarte en Hangende zegge, Kruipganzerik en Moerasrolklaver.
De spoordijk is floristisch gezien nog de meest waardevolle plek met onder andere Grasklokje, Zandblauwtje, Buntgras, Hemelsleutel, Gewoon langbaardgras, Schermhavikskruid, Vogelpootje.
Langs het spoor, die het gebied een klein stukje doorsnijdt, is wel sprake van een ecologische verbinding. Direct ten zuidoosten van het gebied wordt een ecologische verbinding voorgestaan.
Er worden voor dit deelgebied door rijk en provincie nauwelijks instrumenten voor natuurontwikkeling aangeboden (alleen botanisch randenbeheer).
Deelgebied West – ten zuiden van de Dijkstraat
Het is een afwisselend gebied van grasland en boselementen, die direct aansluiten op de bossen van de Utrechtse Heuvelrug. Een deel van dit kleinschalige slagenlandschap behoort tot het landgoed Prattenburg. De actuele waarden zijn door het intensieve agrarische gebruik gering. In de (droge) sloten op de kavelgrenzen groeien o.a. IJle zegge, Biezenknoppen, Moerasrolklaver, Wilde bertram en Liggend hertshooi en in de houtwallen, bosranden en singels voor het Zomereik-verbond karakteristieke zoomplanten als Hengel, Adelaarsvaren, Pilzegge, Veelbloemige veldbies en Gewone salomonszegel.
Streng beschermde (categorie 2 en 3) diersoorten, die het gebied bewonen zijn Eekhoorn, vleermuizen (o.a. Rosse en Gewone grootoorvleermuis), Ringslang, Hazelworm en Levendbarende hagedis. De reptielwaarnemingen zijn net ten zuiden van het plangebied gedaan. Broedvogels van de rode lijst (2004) zijn Huismus, Spotvogel, Ransuil, Patrijs, Grauwe vliegenvanger.
Omdat het gebied kansrijk is voor heideherstel en de ontwikkeling van droge schrale graslanden is een (klein) deel van de landbouwgronden aangewezen als nieuwe natuur (Natuurgebiedsplan Gelderse Vallei). De landbouwgronden van Prattenburg ten zuiden van de Juliahoeve worden botanisch beheerd.