Plan: | Balkon Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.BPBalkonZuid-vg01 |
Luchtkwaliteit heeft betrekking op de concentraties luchtvervuiling in de lucht en dan vooral de concentraties stikstofdioxide en fijn stof.
In 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Met deze wet zijn luchtkwaliteitseisen verankerd in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer. Er is vastgelegd dat ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan de in de wet opgenomen grenswaarden en richtwaarden. De grenswaarden van de Wet luchtkwaliteit staan in onderstaande tabel.
Stof | Type norm | Van kracht vanaf | Concentratie (mg/m3) |
Max. overschrijdingen per jaar |
Stofdioxide (NO2) | Jaargemiddelde | 2015 | 40 | |
Stofdioxide (NO2) | Uurgemiddelde | 2015 | 200 | 18 |
Fijn stof (PM10) | Jaargemiddelde | 2011 | 40 | |
Fijn stof (PM10) | 24-uursgemiddelde | 2011 | 50 | 35 |
Tabel: Grenswaarden Wet luchtkwaliteit
De belangrijkste grenswaarden zijn de jaargemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide en de 24-uursgemiddelde grenswaarde voor fijn stof, omdat deze in Nederland veelvuldig worden overschreden. De overige grenswaarden worden in Nederland nauwelijks overschreden.
Niet in betekenende mate (hierna: nibm)
Alleen projecten die 'in betekenende mate' bijdragen aan de concentraties luchtvervuiling worden getoetst aan de grenswaarden. Er dient te worden onderzocht of een project 'in betekenende mate' van invloed is op de luchtkwaliteit. Als een bouwproject voldoet aan de gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (minder dan 1.500 woningen of 100.000 m2 kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen.
Cumulatiebepaling
Om te voorkomen dat deze methodiek wordt toegepast op een wijze die de wetgever niet beoogt, is in het Besluit nibm een cumulatiebepaling opgenomen. Deze bepaling voorkomt dat grote ontwikkelingen worden opgeknipt in kleinere delen, zodat toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege kan blijven. Concreet stelt deze cumulatiebepaling dat ontwikkelingen die gelijktijdig worden gerealiseerd, gecumuleerd aan de luchtkwaliteitseisen moeten worden getoetst. De voorwaarden zijn dat de ontwikkelingen gebruik maken van dezelfde infrastructuur en aan elkaar grenzen of in elkaars directe nabijheid zijn gelegen en de bijdrage van de afzonderlijke plannen minimaal 0,1 microgram per m3 bedraagt.
Besluit gevoelige bestemmingen
Kinderen, ouderen en zieken zijn gevoeliger voor luchtvervuiling en worden daarom extra beschermd. Op basis van het Besluit gevoelige bestemmingen gelden voor gevoelige bestemmingen nabij wegen zwaardere beperkingen. Zo mogen op basis van het Besluit binnen 300 meter van rijkswegen en 50 meter vanaf provinciale wegen geen bestemmingen voor langdurig verblijf als kinderdagverblijven, scholen of verzorgingstehuizen worden gebouwd. Woningen zijn in dit besluit dus niet aangemerkt als gevoelige bestemming. Het besluit verplicht overheden om onderzoek uit te voeren naar de concentraties stikstofdioxide en fijn stof. Indien de grenswaarden worden overschreden binnen deze afstanden, kunnen deze bestemmingen niet worden gerealiseerd. Voor gemeentelijke wegen geldt in die gevallen een zwaardere motiveringsplicht.
Vanuit het beginsel van een goede ruimtelijke ordening moet het gebied geschikt zijn voor de beoogde functie. Een goede luchtkwaliteit is een van de randvoorwaarden voor een goede leefomgeving. Daarom is het wenselijk om inzicht te hebben in de luchtkwaliteitssituatie in het gebied.
Momenteel zijn de gegevens van de monitoringstool over 2009 niet beschikbaar en de Milieudienst beschikt niet over een luchtkwaliteitskaarten voor de gemeente Veenendaal. Om toch een indruk te geven van de lokale luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied is gebruik gemaakt van de zogenaamde Rapportagetool (2008).
Voor de toekomstige jaren zijn de luchtkwaliteitskaarten niet weergeven, omdat op basis van de huidige inzichten de concentraties stikstofdioxide en fijn stof, ondanks de verkeerstoename, aanmerkelijk lager zijn. De reden hiervan is het bronbeleid van de Europese en nationale overheid en het schoner worden van het wegverkeer.
De berekende concentraties zijn grafisch weergegeven in onderstaande kaarten.
Concentraties stikstofdioxide in 2008 in en nabij het plangebied
Concentraties fijn stof in 2008 in en nabij het plangebied
Uit de bovenstaande kaarten is af te leiden dat de concentraties stikstofdioxide en fijn stof ruim beneden de wettelijk toegestane jaargemiddelde grenswaarde van 40 microgram per m3 zijn.
Naast een jaargemiddelde grenswaarde voor fijn stof is er ook een daggemiddelde grenswaarde van 50 microgram per m3 van kracht, die per jaar 35 keer mag worden overschreden. Uit statistische vergelijkingen van TNO en het RIVM blijkt dat deze grenswaarde bij een concentratie van 31,3 microgram per m3 vaker dan 35 keer wordt overschreden. Aangezien de concentraties fijn stof in het plangebied circa 24,5 tot 27 microgram per m3 bedragen, wordt ook aan deze daggemiddelde grenswaarde voldaan.
De uurgemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide wordt vanaf concentraties boven de 60 microgram per m3 overschreden. De concentraties in het gebied zijn tussen de 22,5 en 25 microgram per m3, wat betekent dat ook aan de uurgemiddelde grenswaarde wordt voldaan.
Cumulatie
De effecten als gevolg van de realisatie van Veenendaal-oost zijn reeds in het Bestemmingsplan Veenendaal-oost (december 2006) opgenomen. Het plangebied Balkon Zuid gaat niet van dezelfde ontsluitingsweg gebruik maken.
Binnen het plangebied wordt de realisatie van 57 woningen mogelijk gemaakt. Conform de Regeling nibm is het niet vereist om de planbijdrage te toetsen aan de wettelijke grenswaarden van de Wet luchtkwaliteit.
Vanwege het beginsel van een goede ruimtelijke ordening zijn de concentraties stikstofdioxide en fijn stof in kaart gebracht. Hieruit blijkt dat de wettelijke grenswaarden niet worden overschreden. Daarmee wordt voldaan aan het beginsel van een goede ruimtelijke ordening.