Plan: | Overvecht-Noordelijke stadsrand |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPOVERVECHTNSR-0601 |
Wettelijk kader
In 1992 heeft Nederland het Europese Verdrag van Malta ondertekend en in 1998 geratificeerd. Doel van dit verdrag is een betere bescherming van het Europese archeologische erfgoed door een structurele inpassing van de archeologie in ruimtelijke ordeningstrajecten. Eén van de belangrijkste uitgangspunten van het Verdrag van Malta is dat archeologische waarden zoveel mogelijk in situ in de bodem bewaard dienen te blijven. Alleen als behoud in situ niet mogelijk is, wordt overgegaan tot behoud van de archeologische informatie ex situ, door middel van opgraven en bewaren in depot. Een ander uitgangspunt is dat het onderzoek naar de aanwezigheid van archeologische waarden in een zo vroeg mogelijk stadium dient plaats te vinden, zodat hiermee bij de planontwikkeling rekening gehouden kan worden. Een derde uitgangspunt is het 'de verstoorder betaalt principe'. Alle kosten die samenhangen met archeologisch onderzoek dienen worden betaald door de initiatiefnemer van de geplande bodemingrepen. Ten slotte richt het Verdrag van Malta zich tevens op een toename van kennis, herkenbaarheid en beleefbaarheid van het archeologische erfgoed.
Het Verdrag van Malta heeft in Nederland geresulteerd in een ingrijpende herziening van de Monumentenwet uit 1988, die op 1 september 2007 met de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht is geworden. Hiermee zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. In de nieuwe wetgeving is de bescherming van het archeologische erfgoed, de inpassing hiervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van het archeologische onderzoek geregeld. Op grond van artikel 38a van de Monumentenwet 1988 moet een bestemmingsplan rekening houden met de archeologische resten in de grond. Om te kunnen bepalen op welke wijze de bestemmingsregeling rekening moet houden met de archeologie (artikel 38a Monumentenwet 1988) moet onderzoek, veelal bureauonderzoek, worden gepleegd. De resultaten daarvan worden beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan, waarbij wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan bij moet dragen aan de bescherming van de archeologie.
Verordening en bestemmingsplan
De gemeente Utrecht heeft ervoor gekozen ter bescherming van de archeologische waarden en verwachtingen een verordening op te stellen voor het hele grondgebied van de gemeente. In de verordening op de archeologische monumentenzorg is een vergunningenstelsel opgenomen ter bescherming van het archeologische erfgoed, waarmee de wettelijk vereiste bescherming kan worden geboden. In het bestemmingsplan wordt, wanneer sprake is van archeologische waarden of verwachting een arcering opgenomen op de verbeelding met de dubbelbestemming Waarde- Archeologie. In de regels wordt in deze dubbelbestemming opgenomen dat de voor Waarde- archeologie aangewezen gronden mede zijn bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden en verwachting. Met deze specifieke gebruiksregel wordt geregeld dat onder een met het bestemmingsplan strijdig gebruik in ieder geval wordt begrepen het handelen in strijd met de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg. Door de verordening en de daarbij behorende archeologische waardenkaart is de bescherming van de archeologische waarden en verwachtingen in de bodem van de gemeente Utrecht gewaarborgd en zijn verstoringen van de bodem vanaf een op de archeologische waardenkaart aangegeven oppervlakte (en in een aantal gevallen diepte) vergunningplichtig.
De gemeentelijke archeologische waardenkaart is geënt op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarde (IKAW) van de provincie en op de kennis en ervaring opgedaan in tientallen jaren archeologisch onderzoek in de stad. Op de kaart wordt onderscheid gemaakt tussen beschermde rijksmonumenten, archeologische gebieden met een hoge archeologische waarde, archeologische gebieden met een hoge archeologische verwachting en archeologische gebieden met een archeologische verwachting. Beschermde archeologische rijksmonumenten zijn volgens de Monumentenwet 1988 beschermde archeologische monumenten. Aantasting van de beschermde archeologische monumenten is niet toegestaan. Eventueel dubbel ruimtegebruik is mogelijk, mits de gekozen bestemming zich duurzaam verhoudt met de in het terrein aanwezige archeologische waarden. Voor dubbel ruimtegebruik is een vergunning krachtens de Monumentenwet vereist.
Gebieden van hoge archeologische waarde zijn gebieden waarvan bekend is dat er archeologische waarden zijn, maar die niet beschermd zijn als archeologisch rijks- of gemeentelijk monument. Voor gebieden van hoge en archeologische verwachting geldt dat er sprake is van een archeologische verwachting in meer of mindere mate.
Archeologie in het plangebied
In het plangebied voor bestemmingsplan Overvecht bevinden zich verschillende archeologische zones. Deze zijn aangegeven op onderstaande kaart.
Figuur 4.11 Uitsnede gemeentelijke archeologische waardenkaart woonwijk Overvecht
Gebieden met een hoge archeologische waarde
Dit betreft Fort Blauwkapel met de overblijfselen van het Middeleeuwse huis te Veen, Fort de Gagel, Fort aan de Klop, het gebied ten zuidoosten van Fort de Klop waar zich vroeger het huis Roosendael aan de Vecht bevond, het gebied langs de Vecht ter plaatse van de RWZI waar vanaf de zeventiende eeuw een kruitmolen, kruitstoof, zwavelsmelterij en andere bebouwing heeft gestaan en het gebied bij de Anthoniedijk, waar in de Middeleeuwen het Sint Anthonie Gasthuis (1435-1480) was gevestigd
Gebieden met een hoge archeologische verwachting
Dit betreft de gehele strook langs de Vecht in verband met oude sporen van bewoning en industriële activiteiten zoals pottenbakkerijen e.d.. Verder is de Gageldijk, van oudsher een oude verbindingsweg, binnen dit gebied gelegen. Ten slotte zijn de voormalige Groenendijk die vanaf Fort de Klop naar Oud-Zuilen liep, de voormalige Biltse Grift en Koekoeksvaart gelegen binnen het gebied met een hoge archeologische verwachting.
Gebieden met een archeologische verwachting
Een aantal gebieden zijn aangeduid als 'archeologische verwachting'. Dit heeft te maken met de kans dat hier in het verleden bewoning is geweest. Deels omdat het op de stroomrug van de Vecht is gelegen, deel omdat hier in de bodem dekzandvlaktes aanwezig zijn.
Regeling in dit bestemmingsplan
In het bestemmingsplan hebben de archeologisch waardevolle gebieden de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' gekregen.