5.7 Bodemkwaliteit
Het gemeentelijk bodembeleid gaat uit van de volgende uitgangspunten uit de Wet bodembescherming:
- nieuwe bodemverontreiniging moet worden voorkomen en indien er toch bodemverontreiniging ontstaat moet de bodem direct worden gesaneerd;
- gevallen van ernstige bodemverontreiniging moeten worden gesaneerd als er tevens sprake is van milieuhygiënische risico's. Dit gebeurt functiegericht en kosteneffectief. Tevens is nieuwbouw op een geval van ernstige bodemverontreiniging niet toegestaan zonder sanering;
- hergebruik van schone of licht-verontreinigde grond kan bij onverdachte terreinen plaatsvinden op basis van de bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan.
Voor de nieuwbouw van het terrein is een verkennend en nader bodemonderzoek uitgevoerd door Tauw (zie bijlage). Uit het onderzoek blijkt het volgende:
-
I. algemene bodemkwaliteit: de boven- en ondergrond is licht verontreinigd met diverse metalen, minerale olie en PAK. Het grondwater is plaatselijk matig verontreinigd met barium en licht verontreinigd met koper, molybdeen en PAK;
-
II. verdachte deellocaties:
-
1. gedempte sloten: alleen in het noordelijk deel zijn deze aangetroffen. De grond in de sloot en de directe omgeving is vanaf een diepte van 0,5 m tot 1 m sterk verontreinigd met PAK, koper en zink. De oppervlakte van de verontreiniging bedraagt circa 2.000 m² en heeft een omvang van 1.000 m³. Er is sprake van ernstige verontreiniging, maar geen sprake van onaanvaardbare risico's voor de mens, ecologie of verspreiding bij het huidige gebruik;
-
2. bij de tanks is geen verontreiniging aangetroffen in de grond of grondwater;
-
3. in het noordelijk was zintuiglijk olie waargenomen. Tijdens het onderzoek is echter geen verontreiniging aangetroffen;
-
4. het puinpad in het zuiden is circa 35 cm dik en de grond eronder is licht verontreinigd met kobalt;
-
5. de ophogingen in het groen zijn niet verontreinigd;
-
6. op de paden en de sportveldjes in het noordelijk plandeel is teerhoudend asfalt gebruikt. De dikte ervan is gemiddeld 12 cm, de totale oppervlakte zo'n 2.400 m² en de omvang 300 m³.
-
III. Op basis van het onderzoek wordt geconcludeerd dat op de locatie een geval van ernstige bodemverontreiniging voorkomt in het noordelijk deel met PAK, koper en zink, zoals bedoeld in de Wet bodembescherming. Omdat het gebied onderwerp is van een herontwikkeling is er sprake van spoed en moet de verontreiniging gesaneerd worden. Het is verplicht te saneren overeenkomstig een door het bevoegd gezag goedgekeurd saneringsplan dan wel BUS (Besluit Uniforme Sanering)-melding. De sanering geschiedt in aanwezigheid van een gecertificeerd milieukundig begeleider en wordt uitgevoerd door een gecertificeerde aannemer. De verontreinigde grond gaat naar een erkend grondverwerker.
-
IV. Voor de overige grond buiten het ernstige geval van bodemverontreiniging geldt dat als toetsingswaarden worden overschreden ingevolge het Besluit bodemkwaliteit, onbeperkt hergebruik niet mogelijk is. Het asfalt komt niet in aanmerking voor hergebruik en dient te worden afgevoerd naar een erkend verwerker. Ook de aanwezige tanks zullen gesaneerd moeten worden. Het voorkomen van de overige verontreinigingen in het gebied maakt de grond niet geschikt voor onbeperkt hergebruik. Tijdens het bouwrijp maken zijn daarom extra maatregelen nodig. In het gebied staan ten slotte nog diverse te slopen gebouwen. Na sloop moet aanvullend bodemonderzoek plaatsvinden naar de bodemkwaliteit onder deze gebouwen.
Met inachtneming van bovenstaande voorwaarden vormt de bodem geen belemmering voor het plan.