direct naar inhoud van 5.3 Geluidshinder
Plan: Heukelomlob, Zuilen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHEUKELOMLOB-0601

5.3 Geluidshinder

5.3.1 Weg, spoor en industrie

Het plangebied bevindt zich binnen de geluidszone van het bedrijventerrein Lage Weide, de spoorweg Utrecht-Amsterdam en verschillende wegen (Amsterdamse Straatweg, Norbruislaan, Bossenbroekstraat, Vechtdijk en De Muinck Keizerlaan).

De Wet geluidhinder geeft grenzen aan de toegestane geluidsbelasting op woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen ten gevolge van wegverkeer, railverkeer en industrielawaai. Deze grenzen worden bepaald door de voorkeursgrenswaarde en de maximale ontheffingswaarde.

  Wegverkeer binnenstedelijk   Railverkeer   Industrielawaai  
Voorkeursgrenswaarde   48 dB   55 dB   50 dB(A)  
Maximale ontheffingswaarde   63 dB   68 dB   55 dB(A)  


Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden kunnen hogere grenswaarden worden toegestaan mits wordt voldaan aan de vereisten van de gemeentelijke geluidnota (o.a. luwe gevel). In dat geval dient dit met een akoestische onderzoek onderbouwd te worden en dient een hogere grenswaarde procedure (Wet geluidhinder) te worden doorlopen.

Uit het akoestisch onderzoek van Cauberg-Huygen van september 2010 blijkt dat met betrekking tot de Lieven de Keylocatie door toepassing van galerijschermen alle woningen een geluidsluwe zijde hebben. Met betrekking tot de Parklocatie wordt dit bereikt door een tuinmuur. Bij de uitwerking van de Vechtlocatie moet nog nader worden onderzocht met welke maatregelen een geluidsluwe zijde voor de woningen wordt bereikt. Het akoestisch onderzoek doet daarvoor verschillende voorstellen.

Conclusie
De ontwikkeling van het plan past binnen het gestelde in de Wet geluidhinder. Voor een deel van de woningen is een besluit hogere waarde nodig. De voorwaarden zoals opgenomen in het besluit hogere waarden worden gewaarborgd in de regels.

5.3.2 Scheepvaartlawaai

Vanuit de 'goede ruimtelijke ordening' moet het scheepvaartlawaai indien relevant worden betrokken bij ruimtelijke besluiten. Er bestaan voor scheepvaartlawaai geen wettelijke normen die gelden ter plaatse van woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen langs een scheepvaartroute. Wel zijn er emissie-eisen voor de geluidsproductie.

De Centrale Commissie Rijn- en Binnenvaart (CCR) stelt via het Reglement van Onderzoek voor Scheepvaart op de Rijn eisen voor de geluidsproductie van nieuwe schepen die op de Rijn willen varen. Deze eisen luiden:

  • Geluidsniveau bedraaft maximaal 75 dB(A) op een afstand van 25 meter van de hartlijn van het schip voor varende schepen.
  • Geluidsniveau bedraagt maximaal 65 dB(A) op een afstand van 25 meter van de hartlijn van het schip voor stilliggende schepen.

Op basis van telgegevens bij sluizen is de intensiteit van het vrachtverkeer op het kanaal in het jaar 2007 bepaald. In dat jaar hebben ruim 87.000 schepen over het kanaal gevaren. Met behulp van dit getal en een eenvoudige rekenmodel zijn de geluidscontouren bepaald voor Utrecht. Uit de resultaten volgt dat de nieuwe woningen binnen het plangebied een geluidsbelasting van circa 55 dB ondervinden. Dit is acceptabel in relatie tot de geluidsbelasting van verkeer van de Amsterdamsestraatweg (53 dB), industrie (55 dB(A)) en rail (59 dB).

5.3.3 Stemgeluid

In de geluidnota van de gemeente Utrecht zijn richtwaarden opgenomen ten aanzien van geluid van bedrijvigheid (zoals een kinderdagverblijf) bij woningen. Voor eerstelijns bebouwing langs drukke wegen geldt een richtwaarde van 50 dB(A). Het geluid van drukke wegen wordt achter de eerstelijns bebouwing zodanig afgeschermd dat het geluidsniveau hier veel lager is. Daarom is de richtwaarde voor de achterliggende woningen 45 dB(A). Het plangebied van het kinderdagverblijf is geen eerstelijns bebouwing waardoor het streven in dit onderzoek 45 dB(A) in de dagperiode is. De zorglocatie SHBU ligt voor een groot deel direct in het zicht van de Amsterdamsestraatweg. De afscherming van de eerstelijns bebouwing is daarom slechts beperkt.

In opdracht van de Gemeente Utrecht is door Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor het geplande kinderdagverblijf in de zorglocatie SHBU te Utrecht. Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau gedurende de dagperiode (LAr,LT) bedraagt maximaal 55 dB(A). Deze geluidbelasting treedt op ter plaatse van de zorgwoningen op de eerste verdieping. De richtwaarde wordt met 10 dB(A) overschreden. Ter plaatse van de achtergevel van de bestaande woningen langs de Amsterdamse straatweg bedraagt het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau 45 dB(A). Hiermee wordt voldaan aan de richtwaarde.


Uit de plannen blijkt dat de zorgruimten op de eerste en tweede verdieping van de nieuwbouw betiteld kunnen worden als slaapkamers en dat deze ruimten slechts incidenteel overdag worden gebruikt. De toetsing gedurende de dagperiode kan daarom buiten beschouwing gelaten worden. Zoals vermeld zullen de zorgruimten incidenteel overdag gebruikt worden, bijvoorbeeld in het geval van een zieke bewoner die overdag op bed ligt. In dat geval is het wenselijk een binnenniveau van maximaal 25 dB(A) toe te staan (conform eis voor de nachtperiode uit het Activiteitenbesluit). Om dit te bereiken is een geluidwering van minimaal 30 dB(A) noodzakelijk. Dit kan met gangbare geluidwerende beglazing gerealiseerd worden.