direct naar inhoud van 7.4 Artikelsgewijze toelichting
Plan: Groeneweg Midden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPGROENEWEGMIDDEN-0601

7.4 Artikelsgewijze toelichting

Voor een aantal bestemmingen is in deze paragraaf een nadere toelichting opgenomen.

Artikel 3 Gemengd - 1
Deze bestemming is opgenomen voor de vlakken waar sprake is van functiemenging, namelijk detailhandel, horeca en dienstverlening op de beganegrond en wonen op de verdiepingen daarboven. Daarnaast is tevens ruimte gevonden voor een gebouwde parkeervoorzieningen. Bij de woningen is de gebruikelijke regeling voor aan huis verbonden beroep of bedrijf opgenomen.

Voor de vestiging van supermarkten is een functieaanduiding opgenomen die het totale brutovloeroppervlakte van supermarkten beperkt tot maximaal 3.000 m².

Ten aanzien van het wonen is het maximum totaal aantal woningen in het gehele plangebied bepaald op 139. In de twee bestemmingen Gemengd gezamenlijk mag het totale bruto vloeroppervlak ten behoeve van detailhandel, dienstverlening en horeca niet meer bedragen dan 6.000 m².


Artikel 4 Gemengd - 2 
Deze bestemming is opgenomen voor het vlak waar sprake is van detailhandel, dienstverlening op de begane grond en maatschappelijke voorzieningen en een sportzaal. Deze laatste functies zijn ook toegestaan op de verdiepingen.

In de twee bestemmingen Gemengd gezamenlijk mag het totale bruto vloeroppervlak ten behoeve van detailhandel, dienstverlening en horeca niet meer bedragen dan 6.000 m².


Artikel 5 Groen
Deze bestemming is opgenomen voor de strook langs de Oude Rijn. Deze strook is bedoeld voor voetgangers, maar aangezien er ook woonobjecten aan de strook gestiueerd zijn dienen ook deze woningen met de fiets ontsloten te kunnen worden. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat deze groenstrook gebruikt zal worden voor doorgaand langzaam verkeer.
In deze bestemming is ook waterbeheer en waterberging mogelijk zodat een eventuele toename van bebouwd oppervlak gecompenseerd kan worden via infiltratie in de bodem.

Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied
De in het plangebied gelegen ontsluitingsweg met de parkeerplaatsen op maaiveldniveau heeft de bestemming 'Verkeer – Verblijfsgebied' gekregen. De bestemming verkeer-verblijfsgebied is ook opgenomen voor de strook grond tussen de twee noordelijke bouwblokken.

Artikel 7 Waarde - archeologie
Deze dubbelbestemming is opgenomen voor het gehele plangebied, omdat het gebied behoort tot het gebied met archeologische verwachting op grond van de Archeologische waardenkaart die behoort bij de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg. De archeologische verwachtingen zijn door deze dubbelbestemming en de specifieke gebruiksregel die verwijst naar de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg beschermd, terwijl overtreding van het bestemmingsplan een strafbaar feit is. Op deze manier houdt het bestemmingsplan rekening met de archeologische verwachtingen conform de Monumentenwet.

Artikel 8 Wonen
Deze bestemming is opgenomen voor de woonblokken in het plangebied in het verlengde van de woningen aan de Tanimbarkade en tussen de blokken met de bestemming Gemengd -1 aan de noordzijde van het plangebied. Ten aanzien van het wonen is het maximum totaal aantal woningen in het gehele plangebied bepaald op 139. Ter plaatse van de aanduiding 'brug' zijn de gronden tevens bestemd voor een loopbrug ten behoeve van de ontsluiting van de aansluitende woningen.

Een aantal algemene regels uit hoofdstuk 3 behoeft nadere uitleg.

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een stuk grond dat al eens was betrokken bij het verlenen van een omgevingsvergunning bij de beoordeling van latere bouwplannen nogmaals wordt betrokken.

Artikel 10 Algemene bouwregels

Dit artikel regelt ondermeer de mogelijkheid voor (beperkte) overschrijdingen van bouw- en bestemmingsgrenzen die op de kaart zijn aangegeven. Het gaat daarbij onder meer om toegangspartijen, vluchttrappen, e.d..

Voor de balkons is expliciet geregeld dat deze zowel de bouw- als bestemmingsgrenzen mogen overschrijden.

Artikel 11 Algemene gebruiksregels

De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken. Een algemeen gebruiksverbod hoeft derhalve niet meer in de planregels te worden opgenomen. Het is wel mogelijk om in het bestemmingsplan aan te geven wat onder verboden gebruik in ieder geval wordt verstaan. In dit artikel is opgenomen dat onder verboden gebruik wordt verstaan: onbebouwde gronden te gebruiken als staanplaats voor onderkomens als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan of als stortplaats voor puin en afvalstoffen.

Artikel 12 Algemene afwijkingsregels

Dit artikel regelt de afwijkingsmogelijkheden voor het college van burgemeester en wethouders. Dit heeft primair tot doel enige flexibiliteit in de regels aan te brengen. Ze kunnen worden toegepast als er niet op grond van de bestemmingsregelingen in hoofdstuk 2 al een afwijkingsmogelijkheid is. Het gaat dan om een afwijking van maten, afmetingen en percentages, het plaatsen van objecten van beeldende kunst, het realiseren van kleine nutsgebouwtjes.

De overgangs- en slotregels van hoofdstuk 4 bevatten de onderstaande 3 bepalingen.

Artikel 13 Overgangsrecht

In het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening (in werking 1 juli 2008) is overgangsrecht opgenomen dat in elk bestemmingsplan moet worden overgenomen. Indien de in het plan opgenomen regels. voor wat betreft gebruik of bebouwing, afwijken van een bestaande legale situatie, dan zijn daarop de overgangsbepalingen van toepassing. De overgangsbepaling heeft tot doel bestaande belangen te respecteren totdat realisering van de nieuwe regels plaatsvindt.

Voor bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, is bepaald dat deze gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijking niet wordt vergroot. Gehele vernieuwing is in principe uitgesloten, waaronder ook gefaseerde vernieuwing van een bouwwerk wordt verstaan. Het doel van het overgangsrecht is dat het bestaande bouwwerk in de bestaande staat in stand mag worden gehouden. Uitsluitend na het tenietgaan van het bouwwerk door een calamiteit, waarmee onder andere brand of extreme weersomstandigheden wordt bedoeld, is onder voorwaarden gehele vernieuwing toegestaan.

Vergunningplichtige bouwwerken die zonder vergunning zijn opgericht, kunnen door overgangsrecht niet gelegaliseerd worden. Bouwen zonder vergunning is immers een overtreding van de Woningwet die niet door een regeling in een bestemmingsplan ongedaan kan worden gemaakt.

Wel kan met een beroep op het overgangsrecht een aanvraag worden ingediend voor de verbouw van een illegaal bouwwerk. Om te voorkomen dat een dergelijke aanvraag moet worden gehonoreerd, is in de overgangsbepaling van dit plan opgenomen dat deze slechts van toepassing is op legale bouwwerken.
Voor het gebruik dat onder het overgangsrecht valt, is bepaald dat dat gebruik mag worden voortgezet. Het gebruik mag eveneens worden gewijzigd, voor zover de afwijking ten opzichte van het toegestane gebruik niet vergroot wordt.

Hiervoor is reeds aangegeven dat illegale bouwwerken niet gelegaliseerd kunnen worden door overgangsrecht. Voor gebruik is dat in principe wel mogelijk maar vanuit het oogpunt van handhaving ongewenst. Gezien het voorgaande is in de overgangsbepaling opgenomen dat het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, van het overgangsrecht is uitgesloten. Ook na het van kracht worden van dit plan kan dus nog met succes handhavend worden opgetreden tegen gebruik dat reeds in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan. Dit laatste is uiteraard mede afhankelijk van andere aspecten, waaronder de vraag of het strijdige gebruik reeds zolang plaatsvindt dat de gemeente haar rechten heeft verwerkt.


Artikel 14 Slotregel

In dit artikel is de naam van het bestemmingsplan, de citeertitel, omschreven.