Plan: | Gerrit Rietveld College, Tuindorp |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPGERRITRIETTUINDO-0601 |
In artikel 5.16 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) staat een limitatieve opsomming van de bevoegdheden waarbij luchtkwaliteitseisen een directe rol spelen. Het gaat in ieder geval om ruimtelijke besluiten, zoals bestemmingsplannen, die direct gevolgen voor de luchtkwaliteit hebben en daardoor kunnen bijdragen aan overschrijding van een grenswaarde.
Op grond van artikel 5.16 Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit uitoefenen, indien aannemelijk is gemaakt dat:
b1 de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
b2 bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
Met andere woorden, luchtkwaliteitseisen spelen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van een dergelijke bevoegdheid, als tenminste aan één van de bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan.
Plansituatie & conclusie
Het te realiseren programma bestaat uit de herbouw van de Gerrit Rietveld-school, 80 woningen en 1200 m2 maatschappelijke voorzieningen (bijv een bibliotheek, fysiotherapie, huisarts en een buurthuis). De herbouw van de school betreft géén uitbreiding, zodat het aantal verkeersbewegingen van de school t.o.v. de autonome situatie gelijk blijft. De verkeersgeneratie van het nieuwe programma is als volgt:
In totaal betreft de verkeersaantrekkende werking van het extra te realiseren programma 730 verkeersbewegingen/dag.
Met behulp van de NIBM-tool (www.infomil.nl) is de verslechtering van de luchtkwaliteit berekend als gevolg van het extra te realiseren programma.
De verslechtering bedraagt 0,5 µg/m3 voor stikstofdioxide en 0,16 µg/m3 voor fijn stof. De verslechtering voor zowel stikstofdioxide als fijn stof is minder dan 1,2 µg/m3 en is daardoor een Niet in betekenende mate verslechtering van de luchtkwaliteit. Op de straten in de directe omgeving van de planontwikkeling vinden bovendien (zie www.nsl-monitoring.nl) géén overschrijdingen van de grenswaarden uit de Wet milieubeheer plaats in het heden of in de toekomst.
Dit plan voldoet aan voorwaarde van lid 1 onder c van art 5.16 van de Wet luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor de relevante ruimtelijke besluiten van dit plan.