direct naar inhoud van 5.6 Bodemkwaliteit
Plan: Gerrit Rietveld College, Tuindorp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPGERRITRIETTUINDO-0601

5.6 Bodemkwaliteit

Kader 
Aan de basis van het gemeentelijk bodembeleid ligt bescherming van de kwaliteit van de bodem en het grondwater én het voorkomen van risico's voor de gezondheid van mens en dier. Het bodembeleid sluit hiervoor aan op onderstaande algemene uitgangspunten uit de Wet bodembescherming:

  • a. Bodembescherming
    Nieuwe bodemverontreiniging moet worden voorkomen en als er toch bodemverontreiniging ontstaat, moet de bodem direct worden gesaneerd. Een geval van bodemverontreiniging waarbij de verontreiniging geheel of grotendeels ná 1987 is ontstaan, is een "nieuw geval". Deze zorgplicht houdt in dat nieuwe gevallen van bodemverontreiniging zoveel mogelijk ongedaan moeten worden gemaakt.
  • b. Bodemsanering
    Gevallen van ernstige bodemverontreiniging moeten binnen een bepaalde termijn worden gesaneerd als er sprake is van humane of milieuhygiënische risico's, of risico's voor verspreiding van de verontreiniging via het grondwater. De sanering wordt functiegericht en kosteneffectief uitgevoerd. Nieuwbouw op of graafwerkzaamheden in een geval van ernstige bodemverontreiniging zijn ongeacht de risico's niet toegestaan zonder saneringsmaatregelen.
  • c. Bodembeheer
    Hergebruik van (schone of licht verontreinigde) grond kan bij onverdachte terreinen plaatsvinden op basis van de bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan.

Bij een aanvraag om omgevingsvergunning moet een bodemonderzoek conform de NEN 5740 worden verricht. Op basis van dit onderzoek wordt beoordeeld of de locatie geschikt is voor de geplande functie of dat er nog een nader onderzoek en/of een bodemsanering noodzakelijk is om de locatie geschikt te maken. Als er voor de bouwwerkzaamheden een grondwateronttrekking nodig is, moet rekening gehouden worden met nabij gelegen grondwaterverontreinigingen.


Plansituatie
Ter plaatse van het sportveld aan de Eykmanlaan (ongenummerd) is een verkennend en nader bodemonderzoek uitgevoerd (Tauw, 15 juli 2009, kenmerk R001-4649672MLY-asw-V01-NL). Er zijn gedempte sloten op het terrein aanwezig. In de bovengrond is plaatselijk een sterke verontreiniging met PAK aangetroffen, maar dit betreft geen geval van ernstige bodemverontreiniging. Verder zijn in grond en grondwater lichte verontreinigingen met zware metalen, PCB, naftaleen en/of minerale olie aangetoond. Op 21 augustus 2009 is een bodemkwaliteitsverklaring afgegeven, die gebruikt kan worden bij de aanvraag van de omgevingsvergunning voor de bouw van de nieuwe school. Vrijkomende grond is niet geschikt voor onbeperkt hergebruik en afvoer van grond kan tot meerkosten leiden. Bij ontgraving van veen moet er aandacht zijn voor de aanwezigheid van arseen om de verwerking van de grond te kunnen bepalen.

Op een klein deel van het sportveld is in juni 2006 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (Dordrecht Research B.V., 1 juni 2006, onderzoeknummer 060536) naar aanleiding van een bouwvergunning voor noodlokalen. Hierbij zijn onder de gravelverharding lichte verontreinigingen aangetroffen in de grond. Het grondwater was niet verontreinigd.

In de zuidoosthoek van het Rietveldcollege is in 1996 een bodemsanering uitgevoerd bij een ondergrondse huisbrandolietank (Evaluatie bodemsanering, Dordrecht Research BV, november 1996, projectnummer 940629).

Ter plaatse van de huidige Rietveldschool aan de Winklerlaan 373 is nog geen bodemonderzoek verricht. Er moet een bodemonderzoek worden verricht om te bepalen of dit terrein geschikt is voor de nieuwe woon- en groenfunctie. Dit zal perceelsdekkend uitgevoerd kunnen worden na sloop van de school.

Ten noordwesten van de locatie is een met PAK verontreinigd terrein aanwezig. Er zijn geen omvangrijke verontreinigingen in het (diepere) grondwater in de omgeving bekend.

Conclusie
Er is bodemonderzoek nodig ter plaatse van de huidige school, waar woningen zijn gepland. Er zijn geen belemmeringen voor de nieuwbouw van de school op het huidige sportveld, behalve meerkosten voor af te voeren grond en aandacht voor aanwezigheid van arseen indien veen ontgraven wordt.