Plan: | Fietsbrug Amsterdam-Rijnkanaal |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPFIETSBRUGOOGINAL-0601 |
In het Masterplan Leidsche Rijn 1995 is uitgegaan van de Compacte Stad gedachte waarbij de nadruk is gelegd op bereikbaarheid en verbondenheid van het nieuwe stadsdeel Leidsche Rijn met de bestaande stad. Als grootste barrières tussen Leidsche Rijn en de stad worden de A2 en het Amsterdam Rijnkanaal genoemd. De A2 barrière is geslecht door de aanleg van de A2 tunnel en over het Kanaal zijn de Prins Clausbrug, de Hogeweidebrug (gele brug) aangelegd.
Een goede bereikbaarheid uit de gedachte van de compacte stad vertaalt zich ten aanzien van fietsverbindingen in een voldoende compact hoofdfietsnetwerk. In de stad Utrecht wordt voor een voldoende compact hoofdfietsnetwerk uitgegaan van een maaswijdte van 500 meter.
Leidsche Rijn en de bestaande stad zijn thans via 3 routes op elkaar aangesloten:
a) De Hoge Weidebrug (Gele brug);
b) De Meernbrug;
c) De Prins Clausbrug.
De afstand tussen de Hogeweidebrug en de Meernbrug bedraagt ca. 2150 meter. Dit past niet in de gewenste maaswijdte van 500 meter. Dit heeft op regionaal en stedelijk niveau (Regionaal Kernnet en GVVP) geleid tot programmering van een nieuwe 'groene fietsas', in het verlengde van de Groenedijk met aanlanding ter hoogte van het Victor Hugoplantsoen in Oog in Al (zie rode pijl op kaart).
Afbeelding 4: oversteekbaarheid Amsterdam Rijnkanaal
Op het niveau van de stad vormt de brug een belangrijke schakel in het stedelijk fietsnetwerk. De fietsbrug verbindt de wijk Oog in Al met de Centrale Zone in Leidsche Rijn. De 'Centrale Zone' is het gebied langs het Amsterdam Rijnkanaal aan de Leidsche Rijn kant, die moet zorgen voor de aansluiting met de bestaande stad. Het gebied zal een stads karakter hebben, met veel voorzieningen. Er komen 6.800 woningen, het Leidsche Rijn Centrum, bedrijven, parken, wegen en een sportpark. Met de komst van de fietsbrug zal er ook op wijkniveau een nieuw sociaal netwerk ontstaan. Er is meer directe uitwisseling tussen Oog in Al en Leidsche Rijn, door bijvoorbeeld wandel-, fiets- en hardloop rondjes en gebruik maken van elkaars faciliteiten (winkels, sportfaciliteiten etc.).
Afbeelding 5: Lokale ontsluiting, wandel-, fiets- en hardloop rondjes
Er zijn geen verkeersmodellen beschikbaar die fietsstromen in kaart kunnen brengen. In 2005, 2006, 2008 en 2010 zijn (in opdracht van de gemeente) tellingen uitgevoerd op de twee bestaande bruggen (Meernbrug en Hogeweidebrug). Met een aanname dat de verdere ontwikkeling van Leidsche Rijn ongeveer 4.000 extra fietsbewegingen genereert, komt het totaal aantal fietsbewegingen op de drie bruggen op 14.000. Dit betekent dat er circa 4.600 fietsers per etmaal over de nieuw aan te leggen fietsbrug zullen fietsen.
Bovenstaande berekening is voorzichtig. Zo heeft het UVVB (Utrechts Verkeer en Vervoer Beraad) van de werkgroep BOEI (Beoordelingskader en Onderzoek Effecten Infrastructuur) in november 2008 een advies aangenomen waarin voor de nieuwe verbinding uit wordt gegaan 7.500 tot 10.000 fietsers per etmaal. De fietsersbond berekent 8.000- 10.000 fietsbewegingen per etmaal.
Volgens de werkgroep BOEI levert een nieuwe brug een verkorting van 1.300 meter op, met een reistijd winst van 5 minuten. Volgens berekeningen van de fietsersbond boeken fietsers op het traject Van Sijpesteijnkade (stationsgebied) - hoek Klifrakplantsoen/Groenedijk (Parkwijk Leidsche Rijn) een verkorting van zo'n 800 meter en een tijdwinst van 2 tot 3.5 minuut.
In het Collegeprogramma is de ambitie opgenomen om de groei van het autoverkeer, met name aan de westkant van de stad, te halveren ten opzichte van de berekende toekomstige verkeersstromen. Dit vanwege de slechte luchtkwaliteit langs een aantal inval- en verbindingswegen. Dit moet met name plaatsvinden door bevordering van het fietsen en het gebruik van het openbaar vervoer. Voor de verbinding tussen Leidsche Rijn en de bestaande stad is de nieuwe fietsbrug over het Amsterdam Rijnkanaal daarin een essentiële schakel.