direct naar inhoud van 5.3 Water
Plan: Het Bosje fase 3, Elst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPHetBosje3-VA01

5.3 Water

Sinds 1 november 2003 is de watertoets wettelijk verplicht voor plannen in het kader van de WRO of Wro. Enkele oorzaken van wateroverlast zijn de wijze waarop plannen en besluiten kunnen leiden tot wateroverlast, een achteruitgaande waterkwaliteit, verdroging van natuurgebieden, etcetera. De watertoets heeft als doel deze negatieve effecten te voorkomen en mogelijke kansen voor watersystemen te benutten.

Realisatie van het onderhavige plan kan gevolgen hebben voor de lokale waterhuishouding in het plangebied. Daarom dient deze onderbouwing voorzien te zijn van een waterparagraaf. Doel van de waterparagraaf is het verwoorden van de wijze waarop rekening is gehouden met de waterhuishoudkundige gevolgen en het door de waterbeheerder verstrekte advies. Ten behoeve van het plan is door Tauw een onderbouwing voor de waterparagraaf opgesteld, (Tauw kenmerk_N001-4570446VAL-pla-V01-NL).

De waterparagraaf is verwoord in de volgende gidsprincipes uit het waterplan Rhenen:

  • streven naar een gezond en robuust watersysteem: knelpunten niet afwentelen naar toekomstige generaties, duurzaamheidsprincipe;
  • knelpunten in de waterkwantiteit en kwaliteit niet afwentelen op aangrenzende gebieden; knelpunten moeten zoveel mogelijk lokaal opgelost worden;
  • vasthouden, bergen, afvoeren: voldoende ruimte om gebiedseigen water vast te houden, waar mogelijk het regenwater ter plaatse in de bodem infiltreren en wateroverschotten bergen in lokaal oppervlaktewater;
  • schoon houden, scheiden, zuiveren; concreet: geen uitlogende bouwmaterialen gebruiken, afkoppelen (of niet aankoppelen) van verhard oppervlak;
  • waterstromen lopen van schoon naar vuil (zoneren): voorkom lozing van vuil water op schoon water.

Grondwater
In de huidige situatie is in het plangebied geen sprake van grondwateroverlast. Het huidige grondwaterpeil is zodanig dat lokale infiltratie van hemelwater ter plaatse van de herontwikkelingslocatie geen nadelige gevolgen zal hebben voor het grondwaterregime ter plaatse. Om ophoping van verontreiniging in de bodem en nalevering aan het grondwater te voorkomen, moeten bij de herontwikkeling niet uitlogende bouwmaterialen worden gebruikt.

Hemelwater
De wijze waarop wordt omgegaan met hemelwater en afvalwater is in het plan nog niet uitgewerkt. Bij de nadere uitwerking van het plan worden de hierna genoemde uitgangspunten gehanteerd, die zijn overgenomen van of afgeleid uit het vigerende waterbeleid:

  • op de locatie wordt 'water neutraal' gebouwd. Dit betekent dat de ontwikkeling geen gevolgen heeft voor de plaatselijke waterhuishouding;
  • hemelwater dat afstroomt van schone oppervlakten wordt ter plaatse geïnfiltreerd in de bodem. Maatgevend hierin is de T=10 waarbij 32 mm valt in twee uur;
  • het dwa stelsel van de locatie wordt aangesloten op het bestaande gemengde stelsel. Doordat het schone hemelwater wordt geïnfiltreerd neemt de relatieve berging in het bestaande rioolstelsel toe;
  • het grondwater bevindt zich op grote diepte (> 5 m -mv) en er is geen kleilaag aanwezig. Daardoor is het mogelijk om af te koppelen;
  • de bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor infiltratie. Deze is nagenoeg vrij van verontreinigingen, met uitzondering van de licht verhoogde concentratie PAK (streefwaarde).

Riolering
Voor de inzameling en afvoer van huishoudelijk afvalwater wordt het plan voorzien van een stelsel dat aansluit op het bestaande gemengde stelsel in de kern Elst. Voor het hemelwater wordt een IT-riool aangelegd wat zorg draagt voor verzamelen en infiltreren van hemelwater. Hierop zal het hemelwater van de grondgebonden woningen en de openbare ruimte worden aangesloten Uitzondering hierop vormt de parkeerplaats van het MFG. Het hemelwater dat hier valt wordt verzamelt en afgevoerd via het stelsel voor huishoudelijk afvalwater. Deze handelswijze sluit aan bij het convenant afkoppelbeleid Utrechtse Heuvelrug.
Het hemelwater van de locatie zal niet worden afgevoerd via het bestaande gemengde rioolstelsel.

Advies Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft per brief op 22 april 2008 positief geadviseerd over het plan. Het plan voldoet namelijk aan de belangrijkste minimale voorwaarde: 'het standstill beginsel". Dit beginsel houdt in dat door het plan geen verslechtering van de waterhuishouding ontstaat.
Naar aanleiding van het vooroverleg geeft het Hoogheemraadschap de volgende aanvulling/advies. Duurzaam waterbeheer gaat uit van het schoon en gescheiden houden van waterstromen. Voor de beoordeling van het aan- en afkoppelen van verhard oppervlak wordt de "Beslisboom aan- en afkoppelen", (10 juli 2003 wRw) gehanteerd. Infiltratie afkomstig van hemelwater van schone oppervlakten, waaronder infrastructuur, mag niet leiden tot verontreiniging van de bodem. Daarnaast is het aansluiten van infrastructuur op de dwa-leiding vanuit duurzaamheidsoogpunt niet gewenst.